Afro-pessimisme

Blog

Afro-pessimisme

Afro-pessimisme
Afro-pessimisme

Mijn eerste uren terug in Afrika na een veel te korte sneeuwkuur stemmen me somber. Toch even.

Mijn terugkeer was nochtans veelbelovend begonnen. Voor het eerst kon ik genieten van de voordelen van één van de vernieuwde Airbus 330-200 toestellen van Brussels Airlines. Businessclass luxe in economy: keuze uit tientallen films en muziekgenres op eigen ritme. Je kan een film beginnen, onderbreken en eindigen op je eigen privé-scherm, wanneer je maar wil. Dat is meegenomen voor een dagvlucht van tien uur. Wat me veruit het meest fascineerde was evenwel de vluchtinformatie. Vroeger gaf die een grove benadering van de vluchtgegevens afgerond op duizendtallen. Nu is de hoogte tot op de meter juist: onze kruishoogte was 11.141 meter, met een afwijking van drie meter naar boven of naar onder. Windsnelheden worden nu exact aangeduid: 230 km/u boven Italië, 34 km/u boven Soedan. Dan krijg je nog de grondsnelheid en de reële snelheid van je toestel als toemaat.

Om één en ander nog spectaculairder te maken krijg je nu ook landschapsinformatie, zelfs als je ’s nachts vliegt. De computer amuseert zich rot. Eerst bevindt hij zich boven het toestel, dan gaat hij er links naast zweven, dan via de staart naar de rechterflank, allemaal om je het omringende landschap digitaal te laten bewonderen, want buiten heeft een dik wolkendek alles aan het zicht onttrokken. Nu kijkt de computer vanuit de cockpit naar buiten, om beurt vooraan en aan de beide kanten. En ho maar, nu blijft hij ter plaatse hangen, terwijl ons toestel als een pijl uit een boog uit het gezichtsveld verdwijnt. Op het computerscherm dus.

Het meest verrassende is evenwel als op het beeldscherm de aardbol verschijnt, niet langer in de klassieke Noordpool-Zuidpool afbeelding zoals voorheen, maar in perspectief vanuit de plaats waar ons toestel zich bevindt, uitkijkend naar de eindbestemming. De eerste keer staar je verbluft naar het scherm: die landkaart ken ik niet, heb ik nooit eerder gezien, flitst dan door je hoofd. Tot je plots inziet dat de computer nu in ooievaarsperspectief  zit, en je met een schok beseft hoe onze hersenen door ons onderwijs zijn getraind in een vast, eenzijdig, eurocentrisch N-Z perspectief.

Op de luchthaven van Entebbe moet ik voor de zoveelste keer mijn tien vingerafdrukken laten inscannen. Maar de formaliteiten verlopen vlot. Ik mag van de douanebeambte zelf kiezen hoe lang de periode is die ze in de inkomstempel in mijn paspoort schrijft. Ik weet dat ik al gauw naar Congo zal reizen, maar zeg toch: “doe mij maar twee maanden”. Zonder aarzeling schrijft ze dat ook in.

Aan de taxichauffeur die ik al verschillende jaren ken vraag ik hoe het leven gaat in Oeganda. Alles is rustig, antwoordt hij. Behalve wat heibel op het politieke vlak. Een jonge verbaal sterke volksvertegenwoordigster was in december plotseling overleden, en velen vreesden dat het regime haar had vergiftigd, tot de vriend van de 24-jarige vrouw enkele dagen later in de pers toegaf dat ze een overdosis drugs had gebruikt. Maar nogal wat mensen lijken die verklaring niet te pikken, ook niet binnen de partij van de president zelf, de NRM. Die vriend zou wel eens kunnen gedwongen, of zelfs betaald geweest zijn, om zulke verklaring af te leggen.

Rond de oliewetgeving had een kleine groep dissidenten binnen de partij in december tegen het wetsvoorstel gestemd dat de minister van energie opnieuw alle prerogatieven geeft voor het afsluiten van contracten. Ook al werd die wet uiteindelijk goedgekeurd, die interne tegenstand was een kaakslag voor de big man, die nochtans even voordien al zijn parlementsleden achter gesloten deuren grondig de les had gelezen.

Museveni is duidelijk bang dat de dissidentie uitdeint als een olievlek. Recente corruptieschandalen waren daarbij natuurlijk olie op het vuur. Vele burgers snakken naar verandering. Nu hij er geen twijfel laat over bestaan dat hij zich in 2016 opnieuw zal laten verkiezen (hij zal er dan al 30 jaar hebben op zitten als president) worden vele politieke actoren langzaamaan wanhopig. En dat voelt hij ook. Dus haalde hij alvast zijn zwaar geschut boven.

Zowel de minister van Defensie als de president zelf hebben de voorbije dagen te kennen gegeven dat het leger er niet zal voor terugdeinzen om terug de macht te grijpen om orde op zaken, en in het parlement, te herstellen. Is dat niet het toppunt van arrogantie? Een minister van Defensie die dreigt met een staatsgreep tegen zijn eigen regering, met goedkeuring van zijn president? Hij is bovendien de facilitator van de onderhandelingen tussen de regering van de DR Congo en de M23 rebellen: hoe inspirerend zal zijn voorbeeld zijn voor de Congolezen? Een zittend president die dreigt met een staatsgreep?  Tegen zichzelf dus? Een nationaal leger dat zou worden ingezet tegen dissidenten binnen de regeringspartij? Ik dacht dat België het toppunt van surrealisme was, maar Museveni heeft ons land nu wel degelijk van de troon gestoten en de deur wijd opengezet voor een acute aanval van Afro-pessimisme. Hij draait Afrika op zijn kop, even verrassend als de vluchtinformatie van Brussels Airlines, maar dan zonder het aha-gevoel dat dit in me opriep.

Alsof dat nog niet volstond kreeg ik vanochtend ook een bericht dat voor het eerst in de geschiedenis piraten aan het werk zijn geweest op het Kivumeer (tussen Rwanda en D.R.Congo). De shuttle tussen Goma en Bukavu, Ihuzi genaamd, werd op het meer aangevallen, en alle passagiers werden van hun hebben en houden beroofd. Over enkele weken zal ik die boottocht zelf ook weer moeten ondernemen voor het werk. Piraten! Ik dacht dat Congo het wel allemaal had gehad: rebellen, maï maï, huurmoordenaars, kindsoldaten, verkrachters en plunderaars in het officiële leger, roofmoordenaars, coupeurs de route, fraudeurs,…  Maar hemeltje, piraten waren er nog niet! Voilà, hierbij is ook dat gat opgevuld.

Als welkom terug in Afrika kan dat tellen. Teleurstelling welt in me op. Terwijl ik de diepgang van die gevoelens probeer te peilen, breekt de hemel open, hoewel we nu toch in het kleine droog seizoen zijn. Een zware donderslag rolt over me heen. De sappige regenbui stemt me mild. Een boom van de buren waar ik vanop mijn terrasje op uit kijk, die in december al zijn bladeren had verloren, heeft tot mijn verbazing weer een volle diepgroene kruin gekregen. Het koppeltje Ross’ turaco’s dat de buurt opvrolijkt, komt me groeten zodra de regen stopt. Hun gediversifieerde kreten en gefluister doen me glimlachen. De rode flits van hun vliegpennen die tevoorschijn komen als ze hun vleugels spreiden betovert me nog elke keer. Veerkracht, denk ik. Veerkracht is wat Afrika overeind houdt. Veerkracht is wat de bovenhand zal krijgen, in Afrika evengoed als overal elders.