“‘Angst en wantrouwen diep geworteld in Perú’
Vijf jaar Waarheid en Verzoening: een moeizaam proces. Angst en wantrouwen blijven een vebroedering tussen organisaties in Peru belemmeren. Op de Sociale Top der Volkeren in Lima, op zichzelf een punt van ontmoeting, gaven verschillende peruanen hun visie op dit probleem.
Op de Top der Volkeren in Lima (13 tot en met 16 mei j.l.) vonden meerdere workshops plaats over mensenrechten in Perú. De repressieve houding van de Peruaanse regering richting kritische organisaties kwam uitgebreid aan bod. Ook was er aandacht voor het proces tegen ex-president Fujimori en voor het waarheids en verzoeningsproces. Het is inmiddels 5 jaar geleden dat het rapport van de speciale post conflict commissie uitkwam in 2003. Helaas belemmeren angst en wantrouwen nog altijd een verbroedering tussen organisaties in Perú. Tijdens de Top werd op verschillende plekken aandacht gevraagd voor dit probleem.
Gisella Ortiz, nabestaande van La Cantuta, één van de bloedbaden waarvoor Fujimori terecht staat[1], erkent de overwinning die deze rechtszaak betekent voor de nabestaanden en slachtoffers van het politieke geweld in de periode 1980-2000. Echter, deze stap richting gerechtigheid, betekent niet dat het verzoeningsproces werkelijk vooruitgaat. Ortiz merkt nog altijd dezelfde onverschillige houding van de meeste burgers als tijdens het conflict_. “De angst zit diep geworteld”_ analyseert ze. “Bovendien heeft de regerende partij APRA weinig geleerd van het verleden.”[2]
Ook Rosa Alyza, van het Instituto Bartlomé de las Casas in Lima, wat zich gespecialiseerd heeft in de post conflict thematiek, meent dat de obstakels om tot een verzoening te komen in Peru, na 5 jaar nog dezelfde zijn. “We moeten nog steeds mensen ervan overtuigen hoe diep de littekens zijn die het geweld ons heeft aangedaan. Het wantrouwen wat in deze periode is ontstaan tussen mensen, blijft ons belemmeren om effectief samen te werken tussen organisaties.” Dit gebrek aan vertrouwen baart zorgen, juist nu de regering opnieuw een agressieve houding aanneemt richting sociale bewegingen en mensenrechtenorganisaties. “Verbroedering is noodzakelijk om een nieuw gewelddadig conflict te voorkomen.”, meent Alayza.
Hilaria Pikllayupa uit Pasco deelt de ervaringen uit haar regio. Zij ziet weinig vooruitgang. “Tijdens het conflict verwondden ze ons met hun wapens, en nu worden er dankzij de mijnindustirie kinderen geboren met lood in hun bloed.”
Jorge Tacuri, advocaat, spreekt over de huidige vervolging van gemeenschappen, organisaties en activisten die zich verzetten tegen het beleid van de regering. “Toen deze regering haar economische hervormingen introduceerde, had ze een nieuwe vorm van onderdrukking nodig om deze door te voeren, en ze koos voor de politieke vervolging door middel van het strafrecht.” Tacuri pleit ervoor vanuit de maatschappij een sterk tegengeluid te laten horen, en het recht op protest als fundament voor de democratie te benadrukken. Hij waarschuwt dat het begeleiden van sociale bewegingen in hun legitieme verzet tegen onder andere de mijnbouw, steeds meer risico met zich meebrengt, maar dat de angst hiervoor overwonnen dient te worden.
Maria Isabel Cedano, directrice van onderzoekscentrum DEMUS, gaat dieper in op de relatie tussen angst, geweld en macht in de peruaanse politiek. Volgens haar is het machtsconcept in Peru altijd gebaseerd geweest op het gebruik van geweld, en het ontkennen van de ander. Deze gewelddadige manier van macht uitoefenen heeft angst en wantrouwen opgeleverd. Angst verlamt de bevolking en wantrouwen maakt het opbouwen van constructieve relaties onmogelijk. Volgens Maria Isabel Cedano verklaart dit ook waarom er zoveel conflict is tussen verschillende linkse groeperingen in Perú. “Uit angst om de confrontatie aan te gaan met degene die echt de macht hebben, blijven we met elkaar ruzieen. Het is simpelweg makkelijker en veiliger.”
Deze uitleg van Serrano is van groot belang om als buitenstaanders de Peruaanse politieke arena te begrijpen. Ook in de Sociale Top, die het doel had om verschillende actoren bij elkaar te brengen en gezamenlijk alternatieven te formuleren, viel het op hoeveel moeite dit kostte. Veel workshops kwamen niet verder dan een opeenvolging van monologen, en kwamen tijd te kort om aan voorstellen te werken.
De waarheids en verzoeningscommissie leverde 5 jaar geleden een rapport af met meer dan 90 aanbevelingen om tot een nieuwe verbondenheid in Peru te komen. Deze gaan zowel over de berechting van daders, het herstellen van slachtoffers, als structurele hervormingen in de publieke sector, onderwijs en justitie. De vraag is in hoeverre deze hervormingen werkelijk de angst en het wantrouwen kunnen overwinnen. Volgens Cedano kan de uitweg alleen bereikt worden door middel van een nieuwe relatie tussen sociale actoren in Peru, gebaseerd op solidariteit. Bovendien moet er een machtsconcept gezocht worden wat niet langer gebaseerd is op geweld en onderdrukking. Hiervoor kunnen verschillende elementen uit de inheemse andes en amazone culturen van betekenis zijn.
Dit proces zal zeker niet kunnen rekenen op een constructief leiderschap van de huidige regering, en de verantwoordelijkheid hiervoor hangt dus af van de maatschappelijke organisaties en bewegingen. Op deze Sociale Top werd een interessante ruimte van ontmoeting gecreerd, maar om werkelijk tot eenheid te komen zullen nog meer dan vijf jaren nodig zijn.
[1] La Cantuta is de bijnaam van een universiteit, waar in 1992 negen studenten en een professor door de speciale eenheid Grupo Colina van de Nationale Veiligheidsdienst ontvoerd en vermoord werden.
[2] Alan García was eerder president van 1985 tot 1990 , in deze periode zijn 8173 doden en vermisten door het politieke geweld geregistreerd. (http://www.cverdad.org.pe/ifinal/pdf/TOMO%20III/Cap.%202%20Los%20actores%20polIticos/2.2%20PARTIDO%20APRISTA.pdf, p.33)