Het beestje en de bank

Blog

Het beestje en de bank

Het beestje en de bank
Het beestje en de bank

De voorbije weken waren niet makkelijk. Niet omdat ik het niet langer ongelooflijk naar mijn zin heb hier; wel omdat er voor het eerst een rem stond op mijn meestal onverwoestbare enthousiasme. Een gemene bacterie en een op en top bureaucratische bank waren de schuldige hoofdrolspelers.

Parakou

De beproevingen van mijn reis naar Benin begin april hadden de toon al gezet: Benin zal Burkina Faso wellicht nooit van de troon stoten. Het heeft nochtans veel troeven: het is een prachtig groen land, het heeft een intrigerende voodoo-traditie en de combinatie van veel zon en veel regen maakt de ananassen er nog sappiger en zoeter dan elders. Tien jaar na mijn eerste bezoek is Benin er – op die ene weg tussen Djougou en Parakou na – op infrastructuurvlak ongelooflijk op vooruitgegaan. Parakou is een vriendelijk stadje, met flink wat netjes geplaveide wegen, ordelijke winkeltjes, verkeersregels die lijken te gelden en veel blinkende échte moto’s.  Heel anders dan Ouaga met zijn stof, zijn duizenden mobiletjes en zijn altijd sympathieke maar ook eindeloze chaos. Ook in Benin ontmoette ik fijne mensen en kon ik Zidisha-zaadjes planten. Ik verwacht de komende weken wel wat respons uit de groep Jeunes Entrepreneurs en uit twee vrouwenorganisaties bij wie ik het project ging voorstellen.

Geld op tafel

Tegelijk miste ik de hartelijkheid en de onvoorwaardelijkheid van de Burkinabè. Dat van die integere mensen is écht niet uit de lucht gegrepen. In Benin is er duidelijk meer corruptie en dat heeft zijn weerslag op menselijke verhoudingen. Veel deuren gaan pas open als er geld op tafel komt. Ik ontdekte bijvoorbeeld dat elke kandidaat in Benin de aanbevelingsbrief die hij nodig heeft om zijn dossier met Zidisha te vervolledigen kan laten tekenen door de chef de quartier, als die daar maar centen voor krijgt. Een spijtige zaak voor de kandidaten vooral, want zij verliezen twee keer: ze betalen smeergeld en hun dossier met Zidisha wordt niet goedgekeurd als blijkt dat de chef de quartier geen flauw idee heeft van wie de kandidaat is.

Een gemeen beestje

Misschien zat de boosdoener in het water dat ik aannam bij één van de vrouwengroepen, of misschien zat hij in de heerlijke kaas die zo typisch is voor het noorden van Benin: in elk geval was hij vastbesloten om mij een lesje te leren. Ik bracht mijn laatste nacht in Benin door met spurtjes naar het toilet en ik lag dubbel van de krampen. Gelukkig kon ik naar Ouagadougou terugreizen in een auto, samen met Lisette, de vriendin die voor South Research een missie in Parakou en Ouagadougou combineerde. Haar fantastische gezelschap maakte trouwens die niet zo makkelijke weken ook heerlijk hartverwarmend.
De dokter in Ouagadougou schreef me een flinke antibioticakuur en wat vasten voor, een combinatie waar ik even helemaal knock-out van raakte. Intussen fiets ik weer door de stad als altijd en ik haal nieuwe krachten uit evenwichtig eten en uit genieten van de mango’s waarmee we hier op dit moment om de oren worden geslagen.

Een bank met kapsones

Die krachten kon en kan ik goed gebruiken in mijn niet aflatend gevecht met de bank in Niamey, Niger. Dertig klanten van Zidisha wachten daar ondertussen op de uitbetaling van hun lening, met een geduld en een begrip dat ik mateloos bewonder. Een maand lang al ben ik aan het onderhandelen om ervoor te zorgen dat die leningen zonder extra kosten worden uitbetaald. De bank rekende op de eerste leningen die we in Niger uitbetaalden immers een kost aan van 11500 FCFA ofwel 17,50 euro, per lening! Onverantwoord gekkenwerk, zeker nu het bedrag voor een eerste lening met Zidisha verlaagd is tot 100 $ (77 euro). Vriendelijk en geduldig spendeerde ik een flinke week aan het overtuigen van Zidisha’s accountmanager bij de bank: uiteindelijk gaf die toe  dat de kosten niet geldig waren voor een ‘humanitair’ kredietsysteem als Zidisha. Alleen had ze de zegen van haar grote baas nodig om dat ook effectief toe te passen. Er werd een interne memo opgesteld, de grote baas was een week op verplaatsing, de grote baas bleek vervolgens een week niet bij machte om de memo te ondertekenen. Sinds het begin van deze week weigert de bank elke communicatie. Mijn telefoonnummer staat vermoedelijk geseind in het hele banksysteem en op mails komt er al helemaal geen antwoord. Bij wijze van vreedzame ordeverstoring – en de wanhoop al redelijk nabij - vroeg ik alle wachtende klanten in Niamey om zich individueel aan te melden bij onze accountmanager en naar hun lening te vragen. Ook dat heeft niet mogen zijn. Terwijl ik dagelijks alles op alles blijf zetten om de bal toch aan het rollen te krijgen, ben ik nu ook begonnen met onderhandelingen met een andere bank. Wie weet brengt die ons raad, krijgen alle wachtenden hun centen en kan ik eindelijk genieten van de stroom aan leenvragen die mijn bezoek aan Niamey op gang heeft gebracht.

Toekomststorm

Het grote lichtpunt aan het einde van een intensieve week was een gesprek dat wel eens het eerste zou kunnen worden van een lange reeks en waarin ik mogelijk de basis kon leggen voor het eigen project dat ik hier zo graag wil opzetten. De ideeën zijn zo voorzichtig en embryonaal dat ik nog niet meer kan en wil vertellen maar één ding is zeker: er waait een wervelstorm door mijn hoofd en ik laat die met plezier nog even verder razen.