“Ik vreesde het ergste” - Malaria in Congo

Blog

De hoogte- en dieptepunten van de strijd tegen malaria in Congo

“Ik vreesde het ergste” - Malaria in Congo

“Ik vreesde het ergste” - Malaria in Congo
“Ik vreesde het ergste” - Malaria in Congo

Dokter Josine Blanskma werkte  voor Artsen Zonder Grenzen acht maanden in het ziekenhuis in Baraka, in Congo. Ze verzorgde honderden patiënten met malaria, dat  dodelijk kan zijn bij kinderen.

Op de kinderafdeling hollen de verpleegkundigen van hot naar her: ze meten de temperatuur op, voelen aan de pols van de allerkleinsten en gaan na of ze goed ademhalen. Ze geven hen medicijnen of dienen ze toe via een infuus wanneer de kinderen te zwak zijn om te slikken.

Ik ga van het ene bed naar het andere om de patiënten te onderzoeken. Bij kinderen kan malaria snel dodelijk zijn, waardoor het erg belangrijk is om de symptomen van dichtbij op te volgen. Ademen ze rustig of hebben ze ademhalingsproblemen? Zijn ze bij bewustzijn of krijgen ze aanvallen?

In dit stadium zijn al heel wat rode bloedcellen verwoest, en de hersenen en de andere organen krijgen zo onvoldoende zuurstof. We brengen de kinderen snel naar de afdeling intensieve zorgen om hen zuurstof en, indien nodig, bloed toe te dienen. We zijn constant in de weer om deze kinderen het leven te redden.

Tijdens het malariaseizoen in Congo worden we geconfronteerd met een piek in het aantal patiënten. Dagelijks komen heel wat mensen naar ons toe met de gecompliceerde vorm van malaria. Gelukkig kunnen we de meeste wel helpen.

“Twee dagen geleden kreeg mijn zoontje koorts,” vertelt een ongeruste moeder me terwijl ze haar onbewuste en erg bleke kind in haar armen draagt. We zijn meteen op zoek gegaan naar de oorzaak van de koorts. Al snel werd mijn vermoeden bevestigd: het jongetje leed aan malaria.

We legden hem aan een infuus en gaven hem bloed. De malaria had immers de rode bloedcellen aangetast. We dienden hem ook zuurstof toe met een masker en hij kreeg therapeutische melk via een nasogastrische sonde. We hebben alles gedaan wat we konden, maar moesten afwachten om te zien of zijn tere lichaampje de ziekte zou overwinnen. Ik vreesde voor zijn leven.

Toen ik de volgende dag in het ziekenhuis aankwam, zag ik dat het jongetje wakker was. Zijn moeder gaf hem havermoutpap. Twee dagen later verkeerde hij opnieuw in goede gezondheid en konden we hem uit het ziekenhuis ontslaan.

Op een andere dag werden twee kinderen met gecompliceerde malaria binnengebracht in het ziekenhuis. Het jongetje van vijf was nagenoeg buiten bewustzijn en het meisje van drie lag in coma. Ik vreesde het ergste. Maar de volgende dag was ik erg blij toen het kleine meisje me nieuwsgierig aankeek en het jongetje rechtop zat te eten in bed.

Het malariaseizoen was dit jaar bijzonder zwaar, en onze hulp maakt echt het verschil voor de gezinnen die door de ziekte getroffen worden. Op veel plaatsen in Congo is Artsen Zonder Grenzen de enige organisatie die gratis zorg verleent. In het land behandelen we elke dag kinderen als dit jongetje. Binnenkort word ik tante. De verhalen van de patiënten die de ziekte hebben overwonnen, raken me dus des te meer.

Malaria is een tropische ziekte die vooral in Afrika vaak voorkomt. De ziekte wordt veroorzaakt door malariaparasieten die worden overgedragen door een bepaald soort mug. De parasieten tasten de rode bloedcellen aan die zuurstof aanvoeren in het hele lichaam. Onbehandeld kunnen de gevolgen van de ziekte dramatisch zijn: er treedt bloedarmoede op bij de patiënten en de vitale organen krijgen onvoldoende zuurstof. Artsen Zonder Grenzen behandelt malaria met een op artemisinine gebaseerde combinatietherapie.