“‘Klaar voor een wandeling van vijftien uur’
Ferry Schippers werkt als terreincoördinator voor Artsen Zonder Grenzen en vertelt over zijn ervaring in in Hauts Plateaux in de Congolese provincie Zuid-Kivu.
Het is vijf uur ‘s ochtends. Na een paar dagen rust bereid ik me voor op onze tocht naar Itombwe Forest. Dat is twee dagen te voet over de meest oostelijke bergen van de Hauts Plateaux. Gisteren hebben we de lokale gemeenschap en de omliggende dorpen gezegd dat we dragers nodig hebben. En veel – 34 deze keer! Ik heb zeker 30 minuten nodig eer ik de moed vind om mijn toch al ouder wordende lichaam naar de kant van het bed te rollen. Maar me in minder dan vijf minuten aankleden, dat vind ik een persoonlijke overwinning en dat moet gevierd worden. Ik zal er aan denken wanneer ik terug ben, volgende week…
De eerste dragers zijn al op post als ik naar het toilet ga, een putlatrine met als bescherming wat bamboe en gras op het dak. Bijna romantisch! De vallei hangt vol lage wolken die de rivier aan het gezicht onttrekken. Helemaal aan de andere kant ligt de markt van Magunda. Ik denk dat dit een prachtige, zonovergoten dag wordt en ik stop even om de rust in te ademen.
Achter het kantoor zie ik een lange rij materiaal, netjes ingepakt, beschermd tegen de regen en klaar voor vervoer. Vouwbare tafels en stoelen, consultatietenten, stapels plastic zeilen, dozen met vaccins, een grote blauwe koelbox waar vier dragers voor nodig zijn, plastic zakken met rijst, bonen, gedroogde en gezouten vis, babula’s (traditionele houtskoolkachels) en natuurlijk houtskool, slaapzakken en persoonlijke slaaptenten. Kortom, alles wat we nodig hebben voor onze mobiele kliniek.
Ik wil binnen twee dagen in Itombwe Forest zijn. Eerst een wandeling van zes uur tot in de vallei aan de rand van de Hauts Plateaux, waar we in een klein maar zeer gastvrij dorp zullen overnachten. Dan de volgende dag de berg op richting het westen, tot we uiteindelijk afdalen naar het tropische regenwoud, nog eens negen uur. En ik zal er snel achter komen waarom het een ‘regen’-woud is.
Er zijn meerdere etnische groepen in Hauts Plateaux: de Babembe, Bafuliro, Banyamulenge, etc. De bevolking van Kihuha (en van Marungu) zijn Banyamulenge (ze worden ook Congolese Tutsi’s genoemd). Deze mensen kwamen twee eeuwen geleden uit Rwanda en er was sindsdien nog een paar keer een instroom. De naam Banyamulenge werd in de vroege jaren 1970 gekozen om geen Banyarwanda (mensen uit Rwanda) genoemd te worden en als buitenlanders gezien te worden. Aan het eind van de koloniale periode stegen de etnische spanningen tegen de Tutsi’s, en nog eens toen in 1972 massaal Hutu’s werden vermoord in Burundi. Als reactie daarop hebben de Tutsi’s een zekere afstand proberen te nemen van hun etniciteit als Rwandezen door hun naam te linken aan Mulenge, een dorp in Moyen Plateaux. Nu staan ze dus bekend als Banyamulenge, mensen uit Mulenge…
Net voor we vertrekken, kom ik een vrouw tegen met een stapel stenen op haar hoofd. Ik heb me altijd al afgevraagd hoe de vrouwen hier dingen op hun hoofd kunnen dragen, rechtop lopen en de bergen op en af lopen met elegantie, en met een zekere trots. Fantastisch! Ik heb het ooit geprobeerd en had het zo druk met mijn evenwicht bewaren dat ik over een boomstam struikelde en bijna mijn nek brak…
Wordt vervolgd…