100 jaar Lumumba
“‘Krijgt Hasselt binnenkort een Lumumbaplein?’

Een deel van het Hasseltse Dusartplein wordt omgedoopt tot Lumumbaplein.
© Ivan Godfroid

Een deel van het Hasseltse Dusartplein wordt omgedoopt tot Lumumbaplein.
© Ivan Godfroid
Het was een uitgelezen dag: de honderdste geboortedag van Patrice Lumumba begon met een loodzware tropenzon. Maar dat belette niet dat een veertigtal Hasselaren op 2 juli 2025 een deel van het Dusartplein, vlakbij het monument van Leopold II, omdoopten tot het Lumumbaplein.
Het zit nog altijd heel scherp in mijn geheugen. Ik moet een jaar of dertig zijn geweest wanneer ik op een onbewaakt moment voor het eerst de beelden van de redevoering van de eerste Eerste Minister van de onafhankelijke republiek Congo, Patrice Lumumba, op 30 juni 1960, op TV zag verschijnen. Ik luisterde met stijgende verbazing.
Nadien voelde ik me bekocht. Hoe was het in godsnaam mogelijk dat ik als Belg drie decennia lang nooit iets had gehoord van deze speech? Dat niet alleen het feit maar ook de inhoud me al die tijd werd verzwegen, terwijl ik mijn hele schoolcarrière in dit land heb doorlopen? Het voelde aan als een manipulatie van de geschiedenis en van ons collectief bewustzijn, en ook als een onrecht aangedaan aan de man die zijn leven gaf voor zijn land en zijn volk.
Omwenteling
Tot vandaag wordt Lumumba nog steeds door velen verkeerd begrepen. Dat komt in de eerste plaats omdat hij in het jaar van de Congolese onafhankelijkheid werd afgeschilderd als een communistische demon en blankenhater. Dat was niet zozeer omwille van zijn onverwachte redevoering op 30 juni, waarin hij, als tegenreactie op de redevoering van Koning Boudewijn die het kolonialisme verheerlijkte, de emoties van zijn volk wilde vertolken door glashelder te omschrijven wat het betekent om gekoloniseerd te worden, en hoe fnuikend en vernederend dat aanvoelt. Maar wel omdat hij een toekomstvisie uitstraalde die een ware komaf zou maken met de diep gesegregeerde koloniale samenleving, elke vorm van onderscheid tussen wit en zwart zou uitwissen, met gelijke rechten en gelijke plichten voor iedereen.
Dat betekende niet minder dan een omwenteling die onvermijdelijk de belangen van het grootkapitaal en hun vermenging met het politieke bestel zou ongedaan maken. De toekenning van de onafhankelijkheid aan Congo was niet onderbouwd door een goed voorbereid plan, maar was een onvermijdelijk gevolg van de heersende tijdsgeest.
Het onafhankelijke Congo werd van bij het begin gesaboteerd door diegenen wiens belangen werden doorkruist door een echte onafhankelijkheid.
Lumumba wilde eerst een duidelijk politiek signaal geven en krijgen. Eenmaal de politieke beslissing genomen, zou iedereen, Belgen en Congolezen samen, zich inzetten om het land te helpen de juiste weg in te slaan van een inclusieve samenleving. Daar ging Lumumba van uit, daar riep hij ook toe op. Hoe lelijk heeft hij zich vergist! ‘Voor de afhankelijkheid = na de onafhankelijkheid’, schreef generaal Emile Janssens op een bord op 5 juli, en al bedoelde hij daarmee wellicht alleen maar het leger, dat is niet hoe het is overgekomen.
Het muitende leger stak daarop het vuur aan de lont dat tot chaos leidde en het land onbestuurbaar maakte. Enkele dagen later riep de provincie Katanga, waar het zwaartepunt van de bodemschatten ligt, zich uit tot een onafhankelijke staat, met de steun van België. Zo werd het wel snel helemaal duidelijk hoe ver uit elkaar de toekomstvisies van Lumumba en de Belgen lagen.
De schuld van de mislukte dekolonisering werd in de schoenen van Lumumba geschoven, die daarom als een demon werd afgeschilderd, terwijl het tegenovergestelde zich had voorgedaan: het onafhankelijke Congo werd van bij het begin gesaboteerd door diegenen wiens belangen werden doorkruist door een echte onafhankelijkheid.
Wie zich vandaag nog steeds laat leiden door die valse beschuldigingen aan het adres van Lumumba moet dringend het nieuwe boek van Sibo Kanobana lezen: Lumumba’s droom. Dat er vandaag, 64 jaar later, dan toch uiteindelijk nog een rechtszaak wordt aangespannen tegen tien Belgen die betrokken waren bij de aanhouding van en moord op Lumumba, is een goede zaak, ook al is Etienne Davignon de enige nog levende beschuldigde.
(Lees verder onder de leestip)
Wereldnieuws uit Hasselt ?
De Kermtse Steungroep Goma vindt dat het hoog tijd is dat ook Hasselaren tot dat inzicht komen. Ze dienden daarom een aanvraag in bij het gemeentebestuur om een deel van het Kolonel Dusartplein om te dopen tot het Lumumbaplein, en kozen de honderdste verjaardag van Lumumba uit om die vraag kracht bij te zetten. Een officieel antwoord was er tot nu toe nog niet gekomen, maar de actie heeft haar doel niet gemist. De bevoegde schepen gaf de dag zelf nog te kennen via de VRT dat ze de aanvraag zal voorleggen aan de dienst cultuur en nadien op de agenda van het schepencollege zal plaatsen.
Stel je voor dat tegenover het monument van Leopold II en zijn Limburgse medewerkers een standbeeld van Lumumba zou worden geplaatst, met in zijn handen de brief die hij op 30 juni 1960 voorlas voor de verbaasde ogen van de achter-achterneef van de bebaarde vorst. Enkele jaren terug had het gemeentebestuur al beslist om op de site een verduidelijkende tekst aan te brengen, maar iemand had dat bordje omgedraaid, zodat de bezoeker niet eens merkt dat die tekst er staat. Door dat beeld van Lumumba erbij te plaatsen, zou een artistieke spanningsboog tussen beide monumenten ontstaan, die veel verder gaat dan een onooglijk tekstje. Een permanente dialoog tussen beide historische figuren zou zich voor de ogen van de bezoekers ontspinnen. Hasselt zou wereldnieuws worden, mochten ze die moed kunnen opbrengen.
Hulp uit Parijs
De Kermtse Steungroep Goma onderhoudt al een vijftal jaren een samenwerkingsband met de organisatie Africa Reconciled in de grensstad Goma. Diverse projecten die streven naar vrede en bijstand verlenen aan vrouwen om hen te helpen hun leven weer in eigen handen te nemen na de ontwrichting door de oorlog, krijgen steun van de KSG, die als vierde pijlerorganisatie staat geregistreerd bij 11.11.11.
Voor deze actie hadden ze de hulp ingeroepen van een man die van zijn strijd voor de erkenning van de visie en de impact van Lumumba zijn levenswerk heeft gemaakt: Jean-Paul Kasende. Maar je mag ook JPK zeggen (zjie-pee-kaa). Pauline Opango, de echtgenote van Patrice Lumumba, was zijn tante.
De kinderen van Lumumba hebben de Stichting Patrice Lumumba opgericht om het levenswerk van hun vader voort te zetten. Zij spelen op hoog niveau en in politieke sferen, terwijl JPK een uitnodiging voor de viering van de Indépendance van de ambassade van Congo in Parijs, waar hij woont, heeft afgeslagen om naar Hasselt te kunnen reizen en deelgenoot te worden in wat hij een wereldwijd unicum noemt: de herdenking van de 100ste geboortedag van Patrice Lumumba in een niet-Congolese stad via een pleidooi om zijn naam te geven aan een publiek plein.
Hij wou dit dan ook graag extra in de verf zetten door elementen van de Congolese cultuur in te brengen in de publieke plechtigheid. Afrikaanse palmwijn die hij meebracht werd gebruikt om de goede afloop van de actie te beklinken met Martien Bortels, woordvoerder van de KSG, zonder te vergeten Lumumba zelf en de andere voorouders erbij te betrekken door de iconische drank breed rond te sprenkelen.

Jean-Paul Kasende (JPK) plengt palmwijn om het Lumumbaplein in te zegenen.
© Ivan Godfroid
Getekend door het leven
De man kent het levensverhaal van Lumumba rats uit het hoofd. De hele reis van Brussel naar Hasselt door legt hij me alles haarfijn uit. Om zichzelf beter te situeren vertelt hij eerst zijn eigen verhaal, dat begint in 1952. De laatste jaren van de kolonie heeft hij zo nog kunnen meemaken als kind, en de verwachtingen die de nakende onafhankelijkheid voorspiegelden hebben ook zijn verbeelding nog gevoed. Na de onafhankelijkheid en wegens strubbelingen in zijn gezin, belandt hij als kindsoldaat in een rebellengroep. Tot zijn grote verwondering vindt hij daar zijn oudere broer terug die doodverklaard was. Die wil niet dat zijn jongere broer dezelfde risico’s loopt als hij, en vraagt hem met aandrang terug te keren naar het burgerleven.
Hij gaat daarop in en werkt enige tijd in een klerenwinkel van zijn oom in Kinshasa. Wanneer ook daar onvrede ontstaat, kan hij aan de slag in die van een Libanees die hem had leren kennen in de textielsector. Maar hij vindt niet echt meer zijn plaats in zijn leefomgeving waar iedereen weet dat hij een korte tijd rebel is geweest, ook al nam hij nooit deel aan gewelddaden, en dat weegt op hem. De Libanees begrijpt het probleem en betaalt hem een vliegtuigreis naar Genève, van waaruit hij in 1971 Parijs bereikt om er zijn nieuwe leven uit te bouwen.
Overtuigd lumumbist
Enige tijd later zou hij vernemen dat Pauline Opango, de weduwe van Lumumba, en haar kinderen, ook in Parijs zijn beland, nadat ze jarenlang onderdak hadden gekregen in Egypte, onder de hoede van president Nasser. Op 1 januari 1988 gaat hij op bezoek bij zijn tante – om nieuwjaar te vieren maar het is ook haar verjaardag – en treft haar moederziel alleen en verdrietig aan. Prompt neemt hij daar het besluit om haar op te beuren door een herdenking te organiseren van haar zoon Patrice voor familie en vrienden, en op 17 januari 1988, 27 jaar na de moord, komen 300 mensen samen op zijn initiatief.
Dat zou het begin worden van een lange reeks herdenkingen waar JPK telkens het initiatief toe nam. In zijn hoofd zitten alle datums van het korte leven van zijn held Patrice Lumumba, en steeds blijft hij alert om opportuniteiten tot herdenking te vatten. Zo kon hij bijvoorbeeld op 10 oktober 2020, de 62ste verjaardag van de oprichting van de partij Mouvement national congolais aangrijpen om een eerbetoon aan Lumumba te brengen in het Panthéon in Parijs.
Honderden herdenkingen, grote en kleine, heeft hij op die manier al georganiseerd. Via internet geeft hij daar dan steevast ruchtbaarheid aan. Hij maakte er zijn persoonlijk levensdoel van. Nu hij op pensioen is, blijft dit zijn leven vullen, meer dan ooit. Omdat er de laatste jaren steeds meer aandacht gaat naar Lumumba, heeft hij dus vast en zeker nog een intense periode voor de boeg.
Thuis lopen de discussies met zijn vrouw steevast over alle geld dat hij uitgeeft aan acties ter nagedachtenis van Lumumba. ‘Ze vraagt me vaak wat ik heb met die man dat hij voor mij een prioriteit is’. Vooroverbuigend, alsof zijn echtgenote op het treinzitje achter ons meereist, zegt hij, haast fluisterend: ‘als ik alles optel, kom ik uit op de prijs van een huis’.
De (erfge)naam van Lumumba
De jeugdjaren van Elias Okit’Asombo blijken ook doorspekt te zijn met ruzies met zijn vader François Tolenga. Eerst werd hij van een protestantse school weggestuurd, daarna van een katholieke, wegens onhandelbaar gedrag. Zijn vader was het zo beu dat hij hem verstootte. De jongeling trok dan in bij een neef van zijn moeder, Jérôme Lumumba, een presbyteriaanse pastor. Hij nam zijn naam over alsof hij zijn zoon was. Later zou hij deze naam ook geven aan zijn jongere broer wanneer hij hem adopteerde. Voor zijn nieuwe voornamen Patrice Emery zou hij inspiratie hebben gevonden bij missionarissen of koloniale ambtenaren.
In 1952 keerde de man die voortaan Patrice Lumumba heet, na vele omzwervingen terug naar zijn dorp, om aan zijn vader te tonen wie hij intussen was geworden. Uit eerbetoon aan hem hebben toen alle familieleden besloten om de naam Lumumba aan te nemen, als teken van hun hereniging. Merkwaardig verhaal.
Urenlang kan de man vertellen over zijn held, vaak met trillende stem. Hij raadt aan om een boek uit 1987 te zoeken, geschreven door Marie Nicolaï, met als titel: Ici Radio Katanga. ‘Daarin vind je meer onthullingen dan in het boek van Ludo Dewitte’, zegt hij knikkend. Hij heeft ook Jean Van Lierde, een raadgever van Lumumba, kunnen ontmoeten kort voor hij overleed. Hij kreeg een gesigneerd boek van hem, met de opdracht: ‘Aan de geestelijke erfgenaam van Lumumba’. Hij kijkt me aan met vochtige ogen terwijl hij het zegt.
En wat doet de stichting?
Uiteraard ben ik ook benieuwd hoe de Stichting Patrice Lumumba de honderdste verjaardag gedenkt. Ik bel hen op.
De SPL wil van de honderdste geboortedag van Patrice Lumumba een jaar van commemoratie maken, niet gewoon zomaar een dag. Dat doen ze zowel in België als in Congo.
In België werken ze aan een film, die het leven van PL wil belichten doorheen de ogen van zijn kleinkinderen. De film die in 2022 door de RTBf werd gemaakt, droeg te veel de stempel van de terugkeer van de tand naar Congo in een reportageformaat. Deze nieuwe film wil het woord geven aan 8 van de 12 kleinkinderen van Lumumba (tussen 19 en 36 jaar oud) om zo, in 90 minuten in de volledige versie en een video van 26 minuten voor de social media, een intimistisch portret van hun grootvader te schetsen en de plaats die hij in hun levens inneemt. Arte, TV5 Monde en het AfricaMuseum van Tervuren werken hieraan mee.
In het Congolees Cultureel Centrum (Poincarélaan 77, 1000 Brussel) wordt tot 30 juli een tentoonstelling met schilderijen over Lumumba opgesteld en op 2 juli ging de aandacht naar het erfgoed van de oud-premier voor de nieuwe generaties.

De 100-jarige Lumumba kijkt meewarig naar wat de jonge generatie bezielt.
© Ivan Godfroid
Lumumba’s gedachtengoed levend houden
Met de Lumumba Academy willen ze de kennis over Patrice Lumumba doorgeven, door de orale informatie te transformeren naar digitale, die voor de jonge generaties veel toegankelijker is. Zo willen ze ertoe bijdragen dat bredere lagen van de bevolking zich het narratief over Lumumba weer eigen kunnen maken.
In Congo onderhandelt SPL-voorzitter Roland Lumumba met de regering over hoe de honderdste verjaardag van Lumumba zal worden herdacht. In de loop van het jaar hopen ze toch minstens een tentoonstelling en enkele conferenties te kunnen opzetten. Tot nu toe was er nog niet veel aandacht voor, omwille van de gespannen politieke toestand door de bezetting van een deel van het Congolese grondgebied, onder meer de steden Goma en Bukavu, door de M23-rebellen, met de steun van Rwanda. Sinds de ondertekening op 27 juni van het door Amerika afgedwongen vredesakkoord is er hoop dat er na de zomermaanden weer aandacht kan gaan naar andere zaken.

JPK kijkt naar de 100-jarige Lumumba, een werk van Mbeng Art’s.
© Ivan Godfroid
Lumumbaville
Naar Lumumbaville bijvoorbeeld. Ook al is dit een hoogst gepolitiseerd dossier geworden.
De officiële aankondiging van de creatie van deze nieuwe stad in de geboortestreek van Patrice Lumumba dateert van 2013, onder president Joseph Kabila. Ik schrok toen van die naam. Hoe komen ze erbij om de naam van Lumumba te gebruiken om een stadsnaam te bedenken volgens het typisch koloniale patroon door ville achter een persoonsnaam naam te plakken, zoals Leopoldville, Albertville, Stanleyville? Is dat geen belediging voor de man die de kolonie heeft afgeschaft?
Jarenlang circuleren er foto’s van een dorp in totale staat van verval. Het is pas in 2020 dat er werk wordt gemaakt van een begin van realisatie. Tshisekedi ziet hierin blijkbaar een kans om zich te onderscheiden van zijn voorganger. De stadsburgemeester en de twee burgemeesters van de deelgemeenten van Lumumbaville werden door Tshisekedi aangesteld op 25 augustus 2020, maar hun aanstellingsceremonie zou pas op 6 januari 2022 plaats vinden, net op tijd om nog het onthaal van de stoffelijke resten van Lumumba naar zijn geboortegrond te organiseren in juni 2022.
De eerste stadsburgemeester van Lumumbaville, Micheline Ayaki Anzilani, is erg gedreven, verzekert me Marc Hootelé, de communicatie-verantwoordelijke van de SPL. Onder haar leiding werd een stedelijk ontwikkelingsplan uitgewerkt en goedgekeurd, voor de kunstmatige stad die de herinneringen aan Lumumba zal moeten levend houden. Een openbare aanbesteding werd uitgeschreven, en een Turkse aannemer werd geselecteerd.
Omdat Lumumbaville een moderne stad moet worden, met veel aandacht voor vorming en educatie van de jongeren en ook een aandachtstrekker voor toerisme moet zijn, belooft het prijskaartje wel erg hoog te worden. Als dit project maar niet hetzelfde lot moet ondergaan als zovele andere overheidsinitiatieven waarvan grote delen van het budget werden verduisterd voor privédoeleinden. Dat zou zowat de slechtst denkbare manier zijn om Lumumba eer te betonen.
Lees ook
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in