Meer van die koek

Meer van die koek

De voornaamste bedenking over het beeld dat de Vlaamse media over het Zuiden, de Noord-Zuidkloof, de migrant, de moslim ... borstelen, is dat er – letterlijk – geen ruimte is voor nuance. En dus alle ruimte voor clichés en simplismen, en al het slechte dat daaruit voortkomt. Voor de populaire media kan je daaraan toevoegen dat er een gebrek aan ernst is. Hoe kan je de problemen van het deel van de mensheid dat wat verder van ons afwoont, totaal ondergeschikt maken aan enter- en infotainment?

Welk beeld bieden de Vlaamse media van ‘het Zuiden’, de Noord-Zuidkloof, de migrant …? Dat is een gevaarlijke vraag, want wat zijn dé media, hét Zuiden, dé migrant …? Er is zoveel verscheidenheid. Desondanks zijn er een aantal grote lijnen te onderkennen.

Buitenland verdwijnt
Hoe groot het Vlaamse buitenland ook is, in de Vlaamse massamedia wordt het aandeel buitenlands nieuws steeds kleiner. Dat geldt zeker voor de populaire kranten, de televisiezenders en in mindere mate de radio. Een blik op populaire kranten als Het Laatste Nieuws, Gazet van Antwerpen, Het Volk en in mindere mate Het Nieuwsblad, leert dat het buitenland doorgaans pas op pagina 10 zijn opwachting maakt. Meestal niet meer dan een paar nieuwtjes en dan soms nog ‘belangwekkende’ items zoals de vraag hoe popster Michael Jackson er wel niet zou hebben uitgezien indien hij nooit zijn gezicht had laten verminken door plastische chirurgie. Zelfs bij de zogenaamde ‘kwaliteitskranten’ staan de ruimte en aandacht voor buitenlands nieuws onder toenemende druk: De Morgen en De Standaard doen het meestal met twee tot drie pagina’s, de Financieel-Economische Tijd met twee. Bij de weekbladen houdt Knack het doorgaans op 10 pagina’s die in de loop der jaren meer naar achter in het blad werden geschoven.

Dictatuur van de kijkcijfers
Het is een merkwaardige vaststelling: in de media krijgt het binnenland steeds meer aandacht hoewel de werkelijkheid in onze globaliserende wereld hoe langer hoe internationaler wordt. Is daar een verklaring voor? De commercialisering van de mediawereld verklaart veel. Waar media voorheen nog een politieke taak hadden, zoals de partijgebonden kranten, of een educatieve opdracht zoals de publieke omroep, zijn de verkoop en het audiovisuele equivalent daarvan – de kijk- en luistercijfers – nu de allesbepalende factor in medialand. Vroeger mocht een blad eventueel wat verlies maken – winst was immers niet het eerste doel, wel politieke overtuiging en/of emancipatie. Nu zijn de media commerciële bedrijven. Winst is een kwestie van leven of dood. Mooie cijfers haal je maar door veel te verkopen en het medium moet zich daar dan ook op richten. Voor kranten en televisie of radio komt het erop neer zoveel mogelijk ‘klanten’ te verwerven. Hoe doe je dat? Door de klant (meer) te geven wat hij graag leest, ziet of hoort. Eens één medium op een nationale markt die weg is ingeslagen, moeten de concurrenten volgen. In België waren ‘Het Laatste Nieuws’ en de commerciële omroep VTM voorlopers op dit pad, en de rest volgde schoorvoetend in die richting.

Meer van die koek
Een publieke omroep is in principe aan een andere logica onderhevig, maar het beheerscontract legt de VRT op elke dag met zijn nieuwsjournaals meer dan één miljoen kijkers te halen. Met een concurrent als VTM heeft dat gevolgen. Als de ervaring leert dat kijkers wegzappen als er iets te veel, te droog, te vroeg over buitenlandse items wordt gesproken op het TV-journaal, dan moet ook de VRT de koning geven wat hem toekomt: méér binnenlands nieuws, liefst met een stevige portie criminaliteit, branden en ongevallen. Zelfs zonder wetenschappelijke studies te maken, lijkt het of de openbare zender TV1 de voorbije maanden – vooral sinds de new look van het journaal – opvallend meer aandacht heeft voor binnenlandse misdaad, branden, verkeersongevallen … Dikwijls vooraan in het journaal gebracht en met de grootst mogelijke gewichtigheid. De tijd dat de journalist paternalistisch bepaalde wat belangrijk is, is voorbij, argumenteert de redactie. Verder wordt verwezen naar Canvas dat inderdaad wel dieper graaft. Dat belet niet dat het journaal – en dus de informatie – infotainment wordt: we geven de mensen meer van de koek die ze graag lusten.

Verder kijken dan eigen navel
Of we daarmee een evenwichtig beeld van de realiteit krijgen? Terwijl de wereld globaliseert, lokaliseert de verslaggeving. Als de verslaggeving en de realiteit in tegengestelde richting evolueren, lijkt er toch een probleempje te zijn. Is dat een vorm van manipulatie? Daarover kan je discussiëren, maar zeker is dat zo’n onderbelichting van het buitenland gevolgen heeft.
Ten eerste maakt het mensen kwetsbaarder voor manipulatie: wie weinig weet, is ook door politici makkelijker in een bepaalde richting te sturen. De ‘noodzaak’ van een oorlog tegen pakweg Irak is makkelijker te verkopen als mensen niet op regelmatige basis worden ingelicht over het Midden-Oosten.
Twee: door de grote gerichtheid op de eigen navel, kan de Vlaming de eigen situatie minder relativeren. De doorsnee Vlaming beseft niet altijd dat hij in een zeer rijke en veilige regio leeft. Natuurlijk worden mensen wel eens het slachtoffer van diefstal, carjacking of ander geweld – en dat is nooit een aangename ervaring – maar toch valt het hier in vergelijking met de meeste plaatsen ter wereld best mee. Diezelfde ‘wereldblik’ kan mensen ook leren dat de gemiddelde levensstandaard in Vlaanderen tot de absolute wereldtop behoort. Mensen hebben van nature de neiging om zich te vergelijken met hun buren en zo ontstaat alras een race naar almaar meer. Dat is niet erg duurzaam – het milieu kan het al slecht verdragen als de hele wereld onze huidige levensstandaard zou hebben, wat als we die nog opdrijven? Het is ook niet per se een goed medicijn tegen verzuring en verbittering. Op persoonlijk vlak kan het bevrijdend werken het vergelijkingspunt iets globaler te nemen dan de eigen buurt. De media kunnen dat niet op hun eentje bewerkstelligen, maar een evenwichtiger beeld van de wereld zou al helpen.

Eigen doden eerst
Niet alle buitenlanden krijgen bovendien een evenwaardige behandeling. Westerse doden wegen meer dan niet-westerse doden. Wat in de EU en de VS gebeurt, krijgt meer aandacht dan wat elders voorvalt. Voorts krijgen in België ook Congo, Rwanda en Burundi vanwege de historische banden meer aandacht dan andere Afrikaanse landen.
Makkelijk filmbare gebeurtenissen krijgen meer media-aandacht dan meer sluipende en structurele evoluties. Dat verklaart waarom we sneller een kapseizende boot in Senegal te zien krijgen, dan de dodelijke gevolgen van de schuldenlast of de structurele aanpassingsprogramma’s van het Internationaal Muntfonds (IMF). Die hebben mogelijks even dodelijke gevolgen. Bovendien hebben we er meer mee te maken en kunnen we eraan verhelpen: het gaat immers om schulden aan rijke landen, zoals België, die mee het IMF-beleid bepalen. Omdat die moeilijk in beelden te vatten zijn, halen ze zelden het TV-nieuws of de populaire kranten. Rest: de kwaliteitskranten en bladen zoals Knack. Dan spreken we voor Vlaanderen wellicht over niet eens één tiende van de bevolking die uitzicht krijgt op die meer structurele, maar zoveel belangrijkere realiteiten.

Het belang van ernst
Slotsom: het Zuiden – als niet-westers buitenland – krijgt relatief weinig aandacht in de media. In de populaire media springt meestal alleen het sensationele eruit: rampen, missverkiezingen … Dat is een gebrek aan ernst: hoe kan je – om commerciële redenen – de ernstige problemen waarmee dat deel van de mensheid worstelt, ondergeschikt maken aan infotainment en verkoop? De tien procent Vlamingen die in contact komen met de kwaliteitskranten- en bladen, Canvas, Radio 1 en Klara, krijgen een ruimer aanbod, al staat ook daar het buitenlandaanbod onder druk om wat meer sexy te zijn.
In zulke omstandigheden is er ruimte voor vooroordelen en clichés: voor nuance ontbreekt gewoon de ruimte. Dat kan parten spelen bij de beeldvorming over islam, Afrika… Het verklaart ook mee waarom bijvoorbeeld over de islam vooral negatieve aspecten – fundamentalisme, geweld, vrouwonvriendelijkheid – aandacht krijgen, zeker na 11 september, terwijl positieve aspecten als gastvrijheid, solidariteit tussen rijk en arm… zelden worden belicht. Voor Afrika geldt min of meer hetzelfde: rampen, oorlogen en epidemies gaan met het leeuwendeel van de aandacht lopen. Zelden komt de enorme kracht en vreugde van het continent aan bod.

Vooroordelen
Wat met de beeldvorming over de vertegenwoordigers van het Zuiden in België, de allochtonen, zowel de pas aangekomen als de ‘anciens’?
De allochtoon leidt alvast minder onder gebrek aan aandacht, al spitst de aandacht zich vooral toe op zijn relatie met ‘onze’ samenleving. Veroorzaakt hij overlast, is hij geïntegreerd, komen er niet te veel? De media zitten op het vinkentouw voor alles wat met verse immigratie te maken heeft. Dat is zo omdat ook de Vlaamse bevolking erg bezig is met de komst van vreemdelingen naar ‘ons nest’. Media spelen daarop in. Dat kan verschillende richtingen uitgaan. De hetzerige aandacht voor de verdwijning van de directeur van het opvangcentrum voor asielzoekers van De Haan – met de onuitgesproken verwachting dat de directeur door asielzoekers was vermoord – speelde in op het vooroordeel van de vreemdeling als bron van onveiligheid. Omgekeerd beschermen de media vreemdelingen soms tegen misbruiken: de uitbundige aandacht voor het trieste lot van Sémira Adamu (Nigeriaanse asielzoekster gestikt tijdens haar gedwongen verwijdering) en anderen die men op brutale wijze het land wilde uitzetten, zet de politiek en de politiediensten onder druk om na te denken waar ze mee bezig zijn.

Veralgemening
Toch is de media-aandacht veeleer kortademig. Zelden krijgt de lezer of kijker een kader aangeboden dat begrijpelijk maakt waar die migratiestromen vandaan komen of hoe groot de omvang van de migratie in België nu effectief is. Wel nemen de meeste media een volgehouden kritische houding aan tegenover het Vlaams Blok.
Wat met de migranten die hier al langer zijn? Ze krijgen vooral aandacht als er ‘problemen’ opduiken. Er wordt relatief weinig ruimte gemaakt voor communicatie over het maatschappelijk leven van deze migrantengroepen. Veel aandacht gaat daarentegen naar de criminaliteit, de schoolse problemen, de taalproblemen,… Dat is begrijpelijk, maar toch wordt ook hier veel veralgemeend. Daarvan kregen we onlangs nog een sterk voorbeeld toen het Vlaamse parlementslid Robert Voorhamme (SP.A) stelde dat “dé cultuur van dé migranten integratie onmogelijk maakt”. Tja, dé cultuur van dé migranten, wat is dat? Voorhamme doelde wellicht op een enge variant van de islam. Deze religie krijgt het na 11 september zwaar te verduren, omdat ze ten onrechte wordt vereenzelvigd met fundamentalistische stromingen. De Vlaamse media doen wel pogingen om van de islamwereld een complexer beeld te borstelen: de koranroute die Rudi Rotthier elke dag in De Morgen volgt, is daarvan een goed voorbeeld. Het legt de onwaarschijnlijke diversiteit en de ontroerende herkenbaarheid van het alledaagse leven in de islamlanden bloot. Maar om dat soort tegengif te bieden, is dus ruimte nodig. Ruimte voor nuance.