Tussen afval, geweld en hoop

Blog

Tussen afval, geweld en hoop

Tussen afval, geweld en hoop
Tussen afval, geweld en hoop

Kelly Khabala vertelt over zijn werk in het programma van Artsen Zonder Grenzen in Kibera, een van de sloppenwijken van de Keniaanse hoofdstad Nairobi.

Toen ik voor het eerst naar Kibera kwam, werd ik stil van wat ik zag. Ik kon me moeilijk voorstellen dat mensen in zulke omstandigheden kunnen leven: in Kibera leven naar schatting 250.000 mensen op een oppervlakte van vijf vierkante kilometer. Ze wonen in piepkleine huizen, gemaakt uit modder of ijzerplaten. Stof, rook, stank, afval, rioolwater en watertekorten zijn alomtegenwoordig en dat heeft een behoorlijke impact op het dagelijkse leven. Er zijn niet genoeg latrines, en wie naar het toilet wil, moet daar vijf shilling voor betalen. Sommige families kunnen dat niet en gebruiken daarom plastic zakken, die dan op de smalle paden van de sloppenwijk terechtkomen.

Ik ben sinds 2004 voor Artsen Zonder Grenzen aan de slag in Kibera. Ik ben Clinical Officer, een clinicus die opgeleid is om veel voorkomende ziektes te behandelen. Ik sta in voor het toezicht over patiënten met hiv/aids en tuberculose, en voor doorverwijzing. Toen ik in 2001 mijn diploma geneeskunde behaalde, wilde ik in een groot ziekenhuis werken om zo veel mogelijk levens te redden. Na een functie bij een christelijk missieziekenhuis kwam ik in 2004 bij Artsen Zonder Grenzen in Kibera terecht.

In die tijd hing er een stigma over mensen met hiv/aids, en patiënten werden vaak pas bij ons binnengebracht wanneer ze al op sterven lagen. Vaak waren ze zonder succes door traditionele genezers behandeld. Doordat ze pas laat toegang tot zorg hebben, is er vaak ernstige comorbiditeit in het spel, zoals kaposicarcoma (een vorm van kanker die vaak gelinkt wordt aan hiv/aids), cryptococcen-meningitis (hersenvliesontsteking), ernstige ondervoeding of extrapumonale tuberculose. Artsen Zonder Grenzen bood als enige gratis aidsremmers en behandeling van de bijkomende problemen. Het antwoord van de overheid op hiv/aids was nog niet op gang gekomen, en privéziekenhuizen vroegen astronomisch veel geld voor een behandeling.

In de twee jaar die volgden, merkten we dat meer en meer patiënten met hiv/aids ook tuberculose opliepen. Voordien moesten we die patiënten naar andere ziekenhuizen doorverwijzen, maar gezien de afstand en de vaak ontoereikende behandeling was dat niet de beste oplossing. Daarom namen we de beslissing om de behandeling van tuberculose in ons programma op te nemen. Vandaag maakt de behandeling van tuberculose deel uit van onze consultaties, naast onderzoek, medicatie, gezinsplanning en psychosociale begeleiding.

Aan de dood ontsnappen

Het leven in Kibera is bijzonder hard. Veel tieners werken als klantenlokkers voor de matatus, minibussen die in Nairobi als openbaar vervoer worden gebruikt. Andere raken betrokken bij diefstal, overvallen en prostitutie. Alcohol- en druggebruik zijn schering en inslag. Tieners die gepakt worden bij een overval worden vaak gelyncht. In een van de laatste incidenten van die soort werden vijf van een reeks overvallen beschuldigde jonge mannen zwaar in elkaar geslagen en voor dood achtergelaten. We probeerden hen medische zorgen toe te dienen, maar het was een delicate situatie. De menigte van zowat 200 mensen en de politie wilden niet dat we de jongens zouden behandelen. Veel mensen waren verrast dat we hen wilden redden. We gaven natuurlijk niet op tot we toegang kregen, en na de eerste hulp konden we hen naar een ziekenhuis laten overbrengen. Later werden we benaderd door een bendelid dat ons bedankte voor onze hulp en beloofde om zijn netwerk erover te vertellen. Dat helpt ons om aanvaard te worden in Kibera, wat heel belangrijk is, zeker in crisissituaties wanneer we snel toegang tot de bevolking moeten kunnen hebben.

Vooral met het oog op de komende verkiezingen wordt het erg belangrijk dat we in Kibera geaccepteerd worden. In 2008 waren er in de nasleep van de verkiezingen in Kenia rellen en geweld, met meer dan 1000 doden en een half miljoen vluchtelingen tot gevolg. Kibera werd zwaar getroffen, bepaalde etnische groepen werden door andere groepen uit de wijk verdreven. Alle andere gezondheidsfaciliteiten waren gesloten, alleen Artsen Zonder Grenzen bleef nog over om de gewonden te verzorgen en onze patiënten van medicatie te voorzien. We verdeelden ook hulpgoederen en installeerden een geïmproviseerde kliniek buiten de wijk voor mensen die gevlucht waren. In zulke situaties wordt het gauw duidelijk hoe belangrijk het is om onafhankelijk en neutraal te zijn, en door alle groepen aanvaard te worden. Ik heb heel wat waardering gekregen voor Artsen Zonder Grenzen, want de organisatie past zich echt aan de behoeften van de bevolking aan.

Een succesvol concept

Terwijl Artsen Zonder Grenzen in Kibera met succes hiv/aids behandelde, was het algemeen gebrek aan medische zorg een grote uitdaging. Zo was het bijvoorbeeld mogelijk dat een vader gratis hiv/aids-behandeling kon krijgen bij Artsen Zonder Grenzen, en dat zijn seronegatieve dochter aan een longontsteking kon sterven, omdat er geen gratis behandeling voorhanden was. Daarom ontwikkelden we een geïntegreerd model voor gratis gezondheidszorg, inclusief basisgezondheidszorg, behandeling van chronische ziektes en zorg voor slachtoffers van seksueel geweld. Het programma van Artsen Zonder Grenzen in Kibera is het enige in Kenia dat zo een uitgebreid gratis zorgpakket biedt.

Ons concept is zo’n succes - en zo broodnodig - dat we naast de bevolking van de sloppenwijk ook patiënten zien uit andere buurten van Nairobi, en zelfs uit andere delen van Kenia. Dit is een nieuwe uitdaging, want het is belangrijk om de kwaliteit van de zorg die we bieden, hoog te houden. Daarom nemen we nu maatregelen om de doorstroming van patiënten te optimaliseren. We worden nu ook ondersteund door het Keniaanse ministerie van Volksgezondheid, dat personeel en materiaal levert. Onze methodes evolueren misschien, maar het doel blijft steeds hetzelfde: ervoor zorgen dat de bevolking van Kibera toegang heeft tot essentiële medische zorgen.