Verdriet, trauma's en hartverwarmende glimlachen

Blog

Verdriet, trauma's en hartverwarmende glimlachen

Verdriet, trauma's en hartverwarmende glimlachen
Verdriet, trauma's en hartverwarmende glimlachen

Klinisch psychologe Charlotte Yence werkte vijf maanden in het Koerdische deel van Irak. Daar geeft Artsen Zonder Grenzen sinds 2013 hulp in vluchtelingenkampen voor Syriërs die de oorlog in hun thuisland ontvluchtten. Charlotte zette er programma’s op voor geestelijke gezondheidszorg en vertelt over haar ervaringen en haar patiënten.

‘De winter is streng in dit deel van Irak. Maar de warmte van de mensen helpt tegen de kou en ijzige wind in de vluchtelingenkampen.’

Vooral de ochtenden waren zwaar. Het kostte me elke dag moeite om op te staan terwijl de kou door de kampen blies. Ik durf me nauwelijks voor te stellen hoe dat voor de vluchtelingen moest zijn, in de tenten, na de gedwongen vlucht uit het land waar ze geboren zijn. Velen moesten bovendien meerdere malen vluchten. Eerst uit Damascus. Vervolgens uit Aleppo. En tot slot uit het Koerdische deel van Syrië. De bommen haalden hen steeds weer in. Tot ze alleen nog maar de grens over konden, naar Irak.

Alles kwijt

Ze zijn alles kwijtgeraakt. Families zijn uit elkaar gehaald. Dierbaren zijn verloren. Hun toekomst is nu onzeker en ze leven onder zeer moeilijke omstandigheden. Velen voelen zich niet welkom in dit land – ze spreken de taal niet en hebben geen werk en inkomen. Het verdriet onder de mensen is voelbaar en hun verlangen naar een beter leven is volkomen begrijpelijk; toch leven ze ook vooral in het moment en zijn ze gefocust op overleven tussen de regen, sneeuw en modder. En als ze hun pijn niet in woorden kunnen uitdrukken, doet hun lichaam dat voor ze.

Emotie sterker dan woorden

Patiënten begroetten me vaak met een hartverwarmende glimlach. En hun kalme, stralende gezichten na een sessie waren de grootste aanmoedigingen om mijn werk goed te doen. Mannen schudden vaak verlegen mijn hand. Vrouwen knepen me zachtjes, gaven me een kus op mijn linkerwang en sloegen een arm om mij heen. Ik hield ze vast als ze huilden en praatte tegen ze in mijn steenkolenarabisch – maar ze begrepen me, want de kracht van emotie is soms sterker dan woorden. En we lachten veel. Want er was vertrouwen en een gevoel van eendracht.

De rennende moeder

Ik noemde een van mijn patiënten ‘de rennende moeder’, omdat ze elke week naar me toe rende om met me te praten. Ze moest altijd vreselijk lachen om die naam. Ze is 47 jaar, maar ze oogt al 60 jaar door alles wat ze meegemaakt heeft. Behalve als ze lacht. Dan ziet ze er weer uit als een schoolmeisje. Ze praatte veel en graag, over haar elf kinderen, haar twee kleinkinderen en over haar man die in Syrië is achtergebleven. Na onze sessies voelde ze zich lichter en ik voelde dat we een sterke relatie opbouwden. Het was een hartverscheurend moment toen ik haar moest vertellen dat ik weg zou gaan. Het voelde voor haar als een nieuw verlies. Met dikke tranen op haar wangen vroeg ze wat er van haar zou komen. De enige soelaas die ik kon bieden, was dat iemand mijn plek over zou nemen en dat ze over haar problemen kon blijven vertellen.

Selma

Selma* is pas tien jaar oud. Ze overleefde een bombardement op haar dorp, maar haar neef niet. Selma zag het hoofd van haar neef over straat rollen. Op Selma’s hoofd zat een kale plek, daar waar ze het haar eruit heeft getrokken. Met tranen in haar ogen vertelde ze me dapper dat ze helemaal niet met mij hoefde te praten. Ze tekende vooral. Eerst alleen in zwart-wit, daarna steeds meer in kleur, tot ze een hele regenboog op papier had getoverd. Selma’s haar groeide gelukkig ook weer aan.

Mustafa

Twee jaar geleden werd Mustafa* (27) weken achter elkaar gemarteld in een gevangenis. Hij is nu vanaf zijn middel verlamd. Tijdens onze gesprekken vertelde hij dat hij droomde van vrijheid, over zijn eerste liefde, over de eindeloze oefeningen die hij moest doen in het kader van zijn fysiotherapie en over zijn mooie zangstem, die er steeds weer voor zorgt dat mensen hem vragen om op treden op hun bruiloft. Maar hij praat ook over zijn gedachten aan zelfmoord. ‘Want heeft het voor nut om zo door te gaan? Alles is voorgoed veranderd.’ Hij heeft het dan niet alleen over zijn benen. Hij heeft het vooral over zijn thuisland. Gelukkig lachte hij breeduit als ik aan het einde van onze sessies zei ik hem graag volgende keer weer zag. Heel geleidelijk hervond hij inderdaad weer hoop. En hij zei op een dag dat hij weer verliefd was geworden, op een meisje in het kamp. Hij wilde met haar trouwen. En hij was zelfs bijna zijn woede om zijn verlamde benen vergeten.

Vertrouwen in de kinderen

Ze waren allemaal tussen de negen en twaalf jaar oud en kwamen graag naar de groepssessies die ik na schooltijd organiseerde. Hun leraar bracht me in contact met de kinderen en hij dacht – terecht – dat enkelen van hen psychologische trauma’s hadden. Deze kinderen zijn allemaal ooggetuigen van de oorlog in Syrië. Ze hebben familie verloren, ze moesten op de vlucht slaan, ze hebben nachtmerries en vechten tegen het verdriet. Ik stond steeds weer versteld van de precisie waarmee ze Kalasjnikovs, vallende bommen, tanken en bloedende lichamen tekenden… Tijdens de sessies leerden ze om hun gevoelens te delen en maakten ze vrienden met leeftijdsgenootjes. Door samen tekenen, kwamen ze erachter dat ze dezelfde dingen hebben meegemaakt en dat ze elkaar ook kunnen helpen om de ellende achter zich te laten. Dat zal niet makkelijk worden. Maar deze Syrische kinderen zijn de volwassenen van de toekomst. En ik heb vertrouwen in ze.

* De namen van de patiënten zijn veranderd omwille van privacyredenen.

www.azg.be