“‘We moeten verder na het verlies van onze collega's’
Emma Pedley ging in Nepal aan de slag na de aardbeving in april. Terug thuis, verneemt ze het vreselijke nieuws dat drie van onze collega's in Nepal om het leven kwamen in een helikopterongeval.
Na amper vier weken zat mijn missie in Nepal erop.
Met gemengde gevoelens stapte ik op het vliegtuig naar huis, blij met het verrichte werk, maar ook droevig omdat ik afscheid moest nemen van het prachtige land en het geweldige team van Artsen Zonder Grenzen (AZG).
Malaria
De gebruikelijke vermoeidheid na een missie, waar ik doorgaans enkele dagen last van heb, kwam deze keer harder aan dan gewoonlijk. De lichte koorts schreef ik toe aan de buikpijn die ik had, en ik dacht bij mezelf dat ik maar eens probiotische yoghurt op mijn boodschappenlijstje moest zetten.
In het licht van het nieuws dat ik te horen kreeg, leek mijn ellendige toestand volstrekt onbeduidend.
Nu blijkt echter dat geneeskundigen barslecht zijn in het stellen van een diagnose voor zichzelf. Na iets meer dan een week werd ik in het ziekenhuis opgenomen met malaria, zij het een variant die ik niet in Nepal heb opgelopen, maar eerder tijdens een van mijn missies in Afrika. Al die tijd sluimerde de ziekte in mijn lever.
Na enkele bijzonder ongemakkelijke dagen van medicatie, misselijkheid, een afnemend hemoglobinegehalte, een gezwollen en gevoelige buik, en meer naalden dan me lief is, kreeg ik telefoon van het Amsterdamse AZG-kantoor.
In het licht van het nieuws dat ik te horen kreeg, leek mijn ellendige toestand volstrekt onbeduidend.
Tragische helikoptercrash
Nepal. Een ongeluk. Een helikoptercrash. De drie namen die volgden, deden me naar adem snakken.
Raj – onze verantwoordelijke voor geestelijke gezondheid had ik slechts één keer ontmoet in de laatste dagen voor mijn vertrek. Hij was mateloos enthousiast over zijn werk voor AZG, voor de bevolking en voor zijn land.
Sandeep – die aan het hoofd stond van ons medisch team, wist met zijn zeemzoete stem, zijn humor, zijn zachte aanpak en beheerste diplomatie altijd voor evenwicht te zorgen tegenover ons eigenzinnige team van verpleegkundigen.
En Jessica – die ik waarschijnlijk nog het best kende, en toch nog niet genoeg. Een Nederlandse dokter, ongeveer even oud als ik – groot, knap, zorgvuldig, vastberaden, onmiskenbaar briljant, bijzonder aardig en nog grappig ook.
Hoe aardig en lief mijn vrienden en familie ook waren – en zijn –, toch slaagde ik er de dagen na het ongeval niet in met hen over mijn verlies en verdriet te praten. Omdat ze de teamleden niet kenden? Omdat ik me schuldig voelde dat ik dezelfde risico’s – over die bergen vliegen – wel heb overleefd?
Opgekropt verdriet
Volgende week vlieg ik – ondanks een aangetaste lever, dan wel een ijzertekort – naar Nederland om Jessica’s begrafenis bij te wonen. Misschien zal ik daar met enkele collega’s uit Nepal over dit opgekropte verdriet kunnen praten en mijn hart kunnen luchten.
We kunnen de herinnering aan jullie slechts levendig houden door ons eigen leven zo goed en zo dapper mogelijk verder te zetten.
Raj, Sandeep en vooral ook Jessica – Ik heb jullie maar enkele weken gekend, maar jullie verlies zal ik nog lang met me meedragen. Ik ben blij dat ik jullie heb gekend en met jullie heb mogen samenwerken. Ik hoop dat jullie nu in alle rust en vrede leven, intenser en inniger gelukkig dan wij ons kunnen voorstellen.
We kunnen de herinnering aan jullie slechts levendig houden door ons eigen leven zo goed en zo dapper mogelijk verder te zetten, en door ons te blijven inzetten voor wat jullie zo na aan het hart lag.
Ik bid dat jullie vrienden en familie steun vinden bij elkaar en dat ze elkaar zo door deze moeilijke periode kunnen helpen.
Wij, degenen die achterblijven, moeten verder en hopen op een blij en warm weerzien aan het eind van onze reis. Vandaag lijkt de afstand tussen ons echter groter dan ooit tevoren.
Het ga jullie goed!