Zuid-Sudan: Kala azar en de lange weg terug naar Bentiu

Blog

Zuid-Sudan: Kala azar en de lange weg terug naar Bentiu

Zuid-Sudan: Kala azar en de lange weg terug naar Bentiu
Zuid-Sudan: Kala azar en de lange weg terug naar Bentiu

Vanuit de lucht lijkt het alsof Zuid-Sudan er rustig, vreedzaam, bijna verlaten bijligt. Zelfs nu het regenseizoen voorbij is, kleurt het platteland weelderig groen en wordt het ingepalmd door het uitgestrekte moerasgebied van de Sudd. Weinig doet vermoeden dat deze streek bewoond is, deels omdat de daken van de tukuls, de traditionele hutjes, zelfs van op lage hoogte moeilijk te onderscheiden zijn vanuit de kleine vliegtuigjes waarmee de hulpverleners af en aan worden gevlogen tussen hoofdstad Juba en het binnenland.

Naast de vele uren die ik dagelijks in de voedingskliniek in Bentiu doorbreng, heb ik na zes maanden nog maar amper iets van het land gezien: een vage indruk vanuit het vliegtuig, en enkele korte verblijven in de hoofdstad Juba (een bedrijvig stadje dat koortsachtig tracht uit te groeien tot een hoofdstad en overspoeld wordt door de vele ambtenaren, VN-agentschappen, ngo’s en ondernemers die zich in het nieuwe land willen vestigen). Na een welverdiende vakantie in Ethiopië, op de terugweg naar Bentiu, vroeg ik dus om nog enkele dagen in Leer te mogen verblijven, waar Artsen Zonder Grenzen ook een project heeft lopen.

Bij mijn aankomst in Leer vroeg het AZG-team me of ik niet wat langer kon blijven. Eén van hun dokters was immers ziek. Die paar dagen werden al snel twee weken. Het dorpje Leer ligt zo’n 125 km ten zuiden van Bentiu. Artsen Zonder Grenzen beheert er een ziekenhuis met een brede waaier aan diensten, zoals medische zorg (poliklinisch en opnames), prenatale zorg en materniteit, tuberculosebehandelingen en er zijn ook een voedingscentrum en een afdeling spoedchirurgie. Er is heel wat bedrijvigheid. Er zijn maar weinig andere zorgverleners actief in de regio en het is de enige zorginstelling in de staat Unity waar patiënten met tuberculose terecht kunnen voor een behandeling. Bijgevolg komen ze van heinde en verre naar het ziekenhuis, sommigen zelfs van Bentiu of verder. Tijdens mijn korte verblijf in Leer behandelden we op één week meer dan 2.000 poliklinische patiënten.

Ik worstelde nogal met de werkdruk in de medische afdeling en probeerde zoveel mogelijk patiënten te behandelen. Dagelijks kwamen er zo’n 60 tot 70 mensen langs. Onder hen ook baby’s, kinderen, adolescenten en ouderen, met een longontsteking, malaria, kala azar, tuberculose en vele andere, soms erg complexe, aandoeningen. De behandeling van kala azar vormt zowat de grootste uitdaging voor het team in Leer.

Net als malaria, is kala azar een parasitaire infectie. De ziekte verspreidt zich via de beet van de zandmug, waardoor mensen die in de buurt van beboste gebieden leven (zoals de bevolking in het zuiden van de staat Unity) erg kwetsbaar zijn. Die zandmugjes zijn zo klein dat een standaard muskietennet ze niet kan tegenhouden. Wereldwijd worden elk jaar meer dan 400.000 mensen door kala azar getroffen. In 10% van de gevallen sterft de patiënt zelfs aan de ziekte. Het gaat hier om een ‘vergeten ziekte’. Artsen Zonder Grenzen is dan ook één van de weinige organisaties die daarvoor een behandeling biedt en oproept tot een meer wijdverspreide behandeling. Tijdens onze opleiding tot arts werd overigens geen woord gerept over kala azar.

De eerste symptomen van de ziekte zijn koorts, gezwollen klieren en een vergrootte milt. Vele patiënten kloppen pas aan bij het ziekenhuis in Leer als de ziekte al in een gevorderd stadium zit, met symptomen als ernstig vermageren, bloedarmoede en vaak ook andere infecties door een verzwakt immuunsysteem. Zonder behandeling is kala azar meestal dodelijk.

Die behandeling is overigens lang niet eenvoudig. De medicijnen zijn erg duur en kunnen ernstige nevenwerkingen met zich meebrengen. Voor sommige van die geneesmiddelen mag de koudeketen (tussen 2 en 8 graden Celcius) ook niet verbroken worden, wat een hele uitdaging is in een land als Zuid-Sudan. Een behandeling duurt minstens twee weken, maar  soms ook langer dan een maand. Daarbij moet de patiënt elke dag, of om de andere dag, intraveneuze of intramusculaire inspuitingen krijgen. Bovendien worden vele patiënten ook nog voor andere infecties behandeld en hebben sommigen bloedtransfusies nodig omwille van ernstige bloedarmoede. Bovendien heeft elk van hen ook voedselsteun nodig. Tijdens mijn verblijf in Leer kregen bijna honderd ziekenhuispatiënten een behandeling voor kala azar.

Hoewel ik de uitdaging in Leer met plezier ben aangegaan, was ik na die twee weken hard labeur (en het bezoek van een duif die zo nodig haar ei in mijn tukul kwijt moest) blij dat ik opnieuw naar Bentiu kon vertrekken. Vreemd genoeg keek ik ernaar uit terug te keren en mijn collega’s, die ik een maand had moeten missen, terug te zien.

De terugreis was mijn kans om het land van dichterbij te leren kennen en om een idee te krijgen van de weg die sommige mensen en patiënten moeten afleggen om vanuit Bentiu naar Leer te komen voor een tuberculosebehandeling. Tijdens het regenseizoen en tot enkele weken geleden was de aardeweg ten noorden van Leer nagenoeg onbegaanbaar. Nu die is opgedroogd, ligt het hobbelige en gebarsten wegdek vol kraters van soms wel een meter diep, veroorzaakt door vrachtwagens die de weg door de regen probeerden af te leggen. Op enkele dorpjes in de buurt van Leer na, is de streek maar erg dun bevolkt. We reden ook door een moerasgebied, waar de verhoogde weg inmiddels zijn beste tijd heeft gehad en al flink wat van zijn oorspronkelijke hoogte aan het moeras heeft moeten afstaan. Onderweg kwamen we enkele voertuigen tegen: een paar vrachtwagens (waarvan één in panne) en het ‘openbaar vervoer’ vanuit Bentiu (een aftandse pick-uptruck met verscheidene blutsen, een gebarsten voorruit en veel te veel mensen achterop).

Zowat halverwege kwamen we de Land Cruiser van Artsen Zonder Grenzen uit Bentiu tegen. Ik stapte over in de andere auto terwijl drie kinderen met tuberculose en een ernstige vorm van kala azar naar het voertuig met bestemming Leer werden overgeplaatst. De rest van de rit reden we over een bredere weg die met grint bedekt was en een stuk minder hobbelig. Aan een aardige 40 km/u rijden we verder richting Bentiu. Het landschap ziet er almaar droger en schraler uit.

Eenmaal aangekomen ben ik erg blij terug in Bentiu te zijn. We legden de 125 km lange rit af in 4,5 uur. Het ‘openbaar vervoer’ waar de bevolking het mee moet stellen, doet er ongetwijfeld een pak langer over.

Cormac Donnelly werkt als arts voor Artsen Zonder Grenzen in Bentiu, Zuid-Sudan. Het is zijn eerste missie met Artsen Zonder Grenzen.