“‘It's the people, stupid!’
Vandaag en morgen zal Tine Danckaers blijven verdedigen dat menselijke verhalen de adem zijn van echte nieuwsverhalen. Ook omdat ze net daar, in de voorbije vijftien jaren MO*-tijd, de zuurstof voor haar persoonlijke moraal vandaan haalt.
Meneer al-Kashali, de eigenaar van het Shahbander Café, het mooiste theehuis in al-Muttanabi, de boekenstraat van Bagdad.
© Karim Abraheem
Na vijftien jaar MO* sta ik er nog altijd van te kijken hoe dictatoriale regimes en staatshoofden zichzelf geloven als ze zichzelf pleitbezorgers van het democratische gedachtegoed noemen. Mijn mond valt nog altijd open als ik een staatshoofd van een land, dat notabene op weg was een voorbeeldland te worden, hoor zeggen dat de vrije pers aan banden moet. Want ‘noodzakelijk als veiligheidsmaatregel van de bedreigde samenleving’, een ‘vervelend gevolg van de noodtoestand’. Zoiets.
Ik staar al gedurende vijftien jaar naar regeringen wiens propagandashows volgens mij zó doorprikbaar en van de pot gerukt zijn dat het niet kan werken.
Ik staar al gedurende vijftien jaar naar regeringen van wie de propagandashows volgens mij zó doorprikbaar en van de pot gerukt zijn dat het niet kan werken. Om tot de vaststelling te komen dat het tegendeel waar is.
Neem nu het Bahreinse regime dat zonder twijfel tot die laatste geschifte propagandacategorie behoort. Ik sprak in Bahrein met echte mensen, opposanten die getuigden over de zware regeringsrepressie. Ik sprak met familieleden van demonstranten die, zonder proces, veroordeeld waren tot levenslange gevangenisstraffen, ik praatte met de ouders van een jongen met een verstandelijke beperking die al een jaar in de cel zat – puur omdat hij op het verkeerd moment op de verkeerde plaats was.
Ik hoorde een lange, loodzware getuigenis over folteringen waar u en ik ons in de verste verte niets bij kunnen voorstellen, ik luisterde naar indringende getuigenissen over een gedode tienerzoon, een zwaar verwonde grootmoeder. Ik zag een dokter opnieuw in tranen uitbarsten toen ze over de doden en gewonden praatte die in haar ziekenhuis werden binnengebracht nadat Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten het Parelplein waren opgereden om de vredevolle demonstratie met grof geweld in de kiem te smoren. Het waren teveel getuigenissen apart van elkaar om geen structureel geweldpatroon te zien.
De factchecking zat in de herhaling van de verhalen van mensen met wie ik sprak.
En dan was er tussen die loden verhalen door: Bahrein News, mijn dagelijkse en kleurrijke ochtendkrant. Elke ochtend werd hij ongevraagd onder de deur van mijn hotelkamer naar me toe geschoven - kwestie van mijn dag te beginnen met ‘het nieuws in de versie van het Huis van Khalifa’. Moest het niet zo cynisch geweest zijn, ik zou er pure leeslol aan hebben gehad. Met een waar Mad Max-gehalte werden de opposanten hier dagelijks gepresenteerd als “de sjiitische barbaren” die niet alleen het paleis maar ‘het hele land met bloed en gruwel wilden omverwerpen’.
Het was voer voor een lang gesprek in de terreinwagen met Zainab Alkhawajah, mijn gids en toeverlaat ginder, opposante van het eerste uur, vandaag persona non grata in Bahrein. We kwamen net terug van een gesprek met een jonge kerel in één van de oppositiedorpen. Zijn benen waren derdegraads verbrand nadat hij, samen met twee andere jongens, in een huis was gevlucht dat daarna door de Bahreinse veiligheidsdiensten werd vergrendeld en in brand gestoken. Ondanks zijn zware brandwonden werd hij thuis verzorgd - goed bewaakte ziekenhuizen waren no go areas voor opposanten.
‘Hoe werkt zo’n nepcommunicatie eigenlijk?’, vroegen Zainab en ik ons af. Wie stelt zo’n krant op? Gaat er een brainstorm met thee en koekjes aan vooraf? En hoe communiceer je de propaganda van de dag aan de koning van het land? Ontrolt elke ochtend een communicatieadviseur voor de gouden troon van de koning een perkamenten brief met daarin het nepnieuws van de dag?
Vandaag weten we, net als toen, dat echte mensen vaak het onderspit delven van de leugens van een regime.
Maar we vroegen ons toch vooral af hoe je dat doet: leven met leugens? Het enige antwoord dat we konden bedenken was dat je ze zelf moet geloven om ermee overweg te kunnen.
Leven met leugens blijkt niet zo moeilijk te zijn. We begrijpen het niet maar weten dat echte mensen vaak het onderspit delven voor de leugens van machtshebbers. De Khalifa’s probeerden met het Parelmonument, hèt symbool van de strijd om democratische rechten, de waarheid naar beneden te halen, ze vernietigden de munten van een halve dinar waarop het monument stond afgebeeld. Om de nieuwe munten te laten rollen in hun paleiskamers organiseren ze nog net als vroeger de Grand Prix, waarbij zich jaarlijks de internationale beau monde van de Formule 1 op hun grondgebied verzamelt. Buiten een paar enkelingen in het Europees Parlement heeft niemand het daar over de protesten van echte mensen tegen het echt ondemocratische karakter van hun staatje.
Tegelijk ligt op een rek in mijn woonkamer nog een echte halve dinar, een protestmunt gekregen van een Bahreinse dame, een gekoesterde reminder aan de waarheid: de strijd van echte mensen die zich verzetten tegen foute werelden,
Echt nieuws, het zit in echte, vaak vergeten mensen.
Zo zijn er de Bagdadi’s.
Ze hebben mij letterlijk de adem gegeven die ik nodig had, en letterlijk uit mijn twijfels gehaald. Beroepsmatig sukkelde ik met een soort van mentale whiplash. Ik had het gehad met de ellende van een brandend Midden-Oosten, de situatie in Turkije, de aanslagen in Parijs en ons eigenste Brussel, de gepolariseerde debatten over migratie. ‘Hoe kan een mens daarover blijven berichten en wie wil dat nog lezen?’ Mijn honger naar nieuws ging steeds meer gepaard met misselijkheid en braakneigingen, vervelend voor iemand die van informatie leeft.
Ik vroeg aan Robert Fisk, backstage in de Roma, hoe hij het toch deed: leven in die miserie? Ik vertelde dat ‘ík het al zo moeilijk had’. Fisk trok zijn wenkbrauw ostentatief op en verwees wat ik zei meteen naar de prullenmand. Puur zelfbeklag en dus zever, vond hij. ‘Je waardeert te weinig wat je hebt. Jij hebt de vrijheid om te kiezen wat en waar je naartoe wil in je leven. Zoveel anderen, net zij waarover jij schrijft, kunnen dat niet. Stop met zagen.’
Ik dacht aan dat moment terug toen ik in Bagdad was.
Ik was er exact een jaar geleden, niet om te berichten over de politieke miserie, de sektarische verdeeldheid, laat staan over Daesh. Ik was er om te praten. Met mensen die in deze stad wonen. Ik wilde de realiteiten maar ook de verbeelding zoeken. Hoe over-leven mensen er? Wie zijn de Bagdadi’s? Herken ik hun verhalen? Het waren vragen om mijn te vlakke beeld van Bagdad en zijn bewoners bij te stellen.
Ik heb vervolgens rondgelopen door een stad die de ene krak na de andere vertoonde, waar de bommen gaten hadden gemaakt die waren opgevuld met tonnen vuilnis, waar de armoede in de vergane Ottomaanse huizen letterlijk door de kieren in de vloeren naar beneden droop.
Ik schreef op “automatische piloot” het ontstellende verhaal op over het verlies van zijn vijf zonen bij een bomaanslag, ik noteerde dat zijn vrouw even later gewoon ophield met leven.
Ik praatte met meneer al-Kashali, de eigenaar van het Shahbander Café, het mooiste theehuis in al-Muttanabi, de boekenstraat van Bagdad. Op “automatische piloot” schreef ik het ontstellende verhaal op over het verlies van zijn vijf zonen bij een bomaanslag, ik noteerde dat zijn vrouw even later gewoon ophield met leven.
Maar ik noteerde ook dat hij elke dag opnieuw opstaat om zijn café te openen en thee te schenken. Omwille van de boeken, van de wijsheid en de troost die ze hem bieden, omwille van de mensen die thee met boeken komen consumeren. Omwille van het leven en de ziel ervan.
En met die levensziel gaat het minstens een beetje goed. En ik heb er schaamteloos gebruik van gemaakt. Ik heb Bagdad gebruikt. Ik had de warme bommenstad, de mensen en al-Kashali’s theehuis nodig om mijn geloof in mensen en de maakbare toekomst opnieuw goed bij te stellen.
Over een maand keer ik terug.
Tine Danckaers las deze column voor tijdens de MO*lezing ´Écht nieuws in tijden van conflict’, met Amira Hass (Haaretz) en Laila Ben Allal (CNN) in de Roma in Antwerpen op 5 december.