De maand van Wouter Degreve
“‘Wankel in mijn moedertaal’


Door de verhoging van het inschrijvingsgeld in het volwassenenonderwijs moest leerkracht Frans aan anderstaligen en MO*columnist Wouter Degreve het roer omgooien. Dit schooljaar geeft hij Nederlands aan anderstaligen. Hoewel hij zo heel wat nieuwe dingen ontdekt over zijn moedertaal, blijft er toch vooral een wrang gevoel achter.
Mei en juni waren vreemde maanden. Er was geen voorpret, er waren geen uitgelaten gesprekken met collega’s over vakantieplannen. Wat overheerste was een knagend gevoel dat alles binnenkort onherroepelijk zou veranderen.
Met een druk op mijn borst stond ik voor de klas. Ik had vaak zin om te huilen. Bij alles wat ik mijn studenten aanbracht kwam de gedachte op: ‘Is dit nu echt de laatste keer?’
Op Facebook ergerde ik me blauw aan campagnes met politieke oneliners. ‘Leerkrachten moeten zich kunnen focussen op het lesgeven’, las ik.
Het maakte me kwaad. Ik wilde niets liever dan alleen maar lesgeven en me tijdens die laatste weken van het schooljaar voluit kunnen concentreren op mijn fantastische klas Frans 1.1.
“Verplichte reaffectatie”
Het zijn de cursisten die mij en mijn collega’s net voor de zomer op de been houden. We geven les aan anderstalige nieuwkomers omdat we niet aan rijke expats willen lesgeven. Omdat dit publiek kwetsbaarder is, maar daarom ook zoveel mooier. Omdat we geloven in de emancipatorische kracht van onderwijs.
De liefde voor ons vak doet ons doorgaan. Ook al werd dat vak door de politiek tot een hobby verklaard en is het voortbestaan ervan op sterven na dood.
Er wordt gesproken over “verplichte reaffectaties”, de verborgen agenda van de minister van Onderwijs. Ze zou het volwassenenonderwijs willen uitroken en de leerkrachten daar weghalen om hen in te zetten in het leerplichtonderwijs.
De reactie bij al mijn collega’s is dezelfde. Niemand wil naar een middelbare school. We kozen voor deze tak van onderwijs.
Lesgeven aan anderstalige volwassenen vereist een totaal andere methodiek dan het lesgeven aan jongeren.
14 jaar geleden zette ik mijn eerste stappen als leerkracht Frans in een middelbare school in het centrum van Brussel. Ik kwam er al snel achter dat daar lesgeven niet voor mij was weggelegd.
Ik dacht eraan het onderwijs vaarwel te zeggen, maar toen viel mijn oog op een vacature in een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO). Er ging een nieuwe wereld open. Ik voelde meteen een klik met het doelpubliek van anderstalige nieuwkomers.
Ik weet nog dat ik thuiskwam en mijn vriend enthousiast vertelde over wat ik had gezien: de vele oefeningen in groepjes, studenten die rondliepen in de klas en al spelenderwijs de grammatica van het Frans ontdekten. Alles stond zo ver af van hoe ik ooit zelf een vreemde taal had geleerd.
Het is die specifieke didactiek die door het kabinet Demir totaal wordt genegeerd. Leerkrachten zijn pionnen die naar believen kunnen worden verzet. Er wordt op geen enkele manier erkenning gegeven aan de diversiteit van het leraarsvak, aan het feit dat lesgeven aan anderstalige volwassenen een totaal andere methodiek vereist dan het lesgeven aan jongeren.
Via petities en mails proberen we wekenlang duidelijk te maken dat de maatregelen geen oplossing zullen bieden voor het lerarentekort. Verplichte reaffectaties zullen enkel leiden tot een enorm verlies van expertise.
Maar hoe hard we ook roepen, het maakt niks uit.
Paniekaanval
Net voor de algemene personeelsvergadering van 29 augustus kreeg ik een paniekaanval. Ik duwde het nieuwe schooljaar zo lang mogelijk voor me uit, maar plots was er geen ontkomen meer aan.
Het hielp niet dat ik de avond ervoor urenlang vastzat op een TGV op de terugweg van Valence. In plaats van om 21 uur kwam ik om 4 uur ’s nachts thuis en vertrok met slechts een paar uur slaap naar school.
Waar ik anders elk jaar meteen de klik maak en blij ben om na de vakantie mijn collega’s terug te zien, blokkeer ik nu bij de poort. Ik deins terug en loop naar buiten. Ik ben er, zo voel ik, na een lange zomer nog steeds niet klaar voor.
Ineens wordt het duidelijk hoe groot de ravage is. De inschrijvingen voor vreemde talen zijn gekelderd. Veel collega’s zijn er niet meer. Ook onze geliefde coördinator Frans is vertrokken. We voelen ons verdrietig. Mentaal geblokkeerd.
Jarenlang gaven we samen Frans aan nieuwkomers. Jaar na jaar werkten we aan materiaal en een didactiek die heel specifiek is voor die taal.
Nu moeten we binnen drie dagen terug voor de klas staan, maar dan om Nederlands te geven in plaats van Frans. Niemand heeft zich al voorbereid. We weten niet hoe en waar te beginnen. Het voelt een beetje alsof de grond van onder onze voeten is weggeveegd.
‘Het is mogelijk om je, zelfs in je moedertaal, wankel te voelen.’
Een collega stuurde me diezelfde avond dat hij, na 30 jaar in het onderwijs, nooit gedacht had zich opnieuw zo’n groentje te voelen. Ook ik liep het laatste weekend van augustus met een zwaar gemoed door de stad. Ik voelde me onzeker, wist niet hoe ik het voor mekaar ging krijgen. Ik dacht na over stoppen. Die eerste maandag gaf ik meteen ’s ochtends en ’s avonds les. Aan twee verschillende niveaus.
Aan de telefoon zei mijn moeder: ‘Maar Nederlands is toch je moedertaal?’ Dat klopt. Maar het is mogelijk om je, zelfs in je moedertaal, wankel te voelen.
De afgelopen jaren voelde ik me soms onzeker in het Frans, zeker ten overstaan van mijn Franstalige collega’s, of op reis wanneer Franstaligen me vroegen welke taal ik dan precies onderwees.
Ik had dan wel Romaanse talen gestudeerd, maar was mijn Frans wel écht goed genoeg? En zou ik zelf ook niet liever les krijgen van een native speaker? Het waren vragen die door mijn hoofd spookten. Me soms onzeker maakten ook.
Focus op cursisten
Ik geef momenteel een aantal weken Nederlands. Ik heb leuke klassen. Enthousiaste cursisten. Ik weet niet of zij het in de gaten hebben dat het de eerste keer is dat ik dit vak geef. Ik vermoed van niet.
Ik laat hen niets merken maar ik ben wel eerlijk wanneer ik iets niets weet. Het is alsof ik samen met hen de regels van mijn moedertaal ontdek.
Hoe het zit met dat kleine woordje ‘er’ dat te pas en te onpas opduikt?
Wanneer is het ‘niet’ of ‘geen’ in een negatieve zin?
Ik vraag hen wat getrouwd is. En gescheiden.
Of wat ze horen een lange klank is of een korte. We lezen in koor hun eerste woordjes. Man of maan. Zon of zoon.
Ik ontdek dat we ‘veertig’ en ‘vijftig’ en ‘zestig’ en ‘zeventig’ schrijven maar eigenlijk ‘feertig’ en ‘fijftig’ en ‘sestig’ en ‘seventig’ zeggen.
Ik herinner me de afbeeldingen die vroeger in de lagere school boven het bord hingen, hoe de juf er met een lange houten stok naar wees.
Het is mooi om al die accenten die jarenlang het Frans zo exotisch kleurden plots in het Nederlands te horen. Ik herontdek hoe mijn eigen taal klinkt. Kan klinken.
Ik beeld een boze kat uit bij het woord ‘graag’. Niet ‘graag’ zoals koning Filip het zou uitspreken, maar ggggggraag. En weer klauwt de kat haar klauwen. De hele klas lacht.
Ik ontdek dat we ‘veertig’ en ‘vijftig’ en ‘zestig’ en ‘zeventig’ schrijven maar eigenlijk ‘feertig’ en ‘fijftig’ en ‘sestig’ en ‘seventig’ zeggen. Een student vraagt me waarom. Ik antwoord dat ik het niet weet.
Er zijn nog maar welgeteld vijf klassen Frans overgebleven. Wanneer ik in de pauze van mijn avondles naar het toilet ga hoor ik mijn collega ‘Tu viens d’où?’ vragen in haar klas 1.1, het niveau waarvoor ik jarenlang verantwoordelijk was.
Op de grote gele papiercontainers liggen de affiches van “les tables de conversation” van vorig jaar. Thuis puilen mijn kasten uit met materiaal. Het voelt onjuist om al die spreekkaartjes en powerpoints en oefeningen opnieuw te moeten maken in het Nederlands.
Zij die overbleven of toch hun weg naar onze school terugvonden mogen niet de dupe worden van wanbeleid.
Toch probeer ik het los te laten. Ik wil opnieuw doen wat leerkrachten zouden moeten doen: lesgeven. Ondanks mijn voornemen tot minimale inspanning en om gewoon het handboek te volgen, knip ik toch weer volop kaartjes. Ik bereid voor. Ik geef les. Ik focus me op mijn cursisten.
Zij die overbleven of toch hun weg naar onze school terugvonden mogen niet de dupe worden van wanbeleid. Mijn cursisten verdienen een docent die er, ondanks zijn ontgoocheling in de politiek, opnieuw volledig voor gaat.
Ik probeer niet te blijven hangen in de negatieve emoties van vorig jaar, maar ik word toch weer boos wanneer ik Demir zie aanschuiven bij De Ideale Wereld en er nauwelijks weerwoord komt op de misleidende cijfers en framing die zij en haar partij al maanden hanteren.
Ik adem een keer diep in en uit wanneer ik de minister in het nieuws breed zie glimlachen tijdens haar bezoek aan de Brusselse Sint-Gillisschool. Ik hoor mezelf denken: ‘Je zou verdomme beter hier eens komen kijken, zien wat je hebt kapotgemaakt’.
Het blijft absurd dat door politieke onwil een volledig departement van onze school verdwenen is. Hoe expertise die jarenlang zo zorgvuldig werd opgebouwd en gedeeld door één pennenstreek en een oneerlijk debat in het parlement werd weggeveegd.
Ik word nog steeds kwaad wanneer ik denk aan Conner Rousseau die op Facebook in een designerblouse verkondigde dat de Vlaamse socialisten in de regering stapten om mee te hervormen, maar dan op een sociale manier.
Ik weet dat er politieke krachten werkzaam zijn die op dit moment sterker zijn dan petities en opiniestukken in de krant, maar ik voel ook opnieuw dat ze niet alles kapot kunnen maken. Dat waar mensen echt naar mensen luisteren, magie blijft ontstaan.
Lees ook

Ontvang het beste van MO* rechtstreeks in je mailbox
Schrijf je nu in op onze gratis nieuwsbrieven en wij houden je op de hoogte van wat er gaande is in onze mondialiserende en snel veranderende wereld.
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in