Christian Kashoba-Ngoie (21) werkt al sinds zijn zestiende op de mijnsite van het staatsbedrijf Gecamines, een van de vele mijngroeves in Kolwezi. Al zijn dans en muziek zijn ware passies.
Kolwezi staat bekend als ‘Le poumon de la RDC’ omdat de mijnindustrie het land financieel zuurstof geeft.
De groeve van Gecamines ligt ‘in de achtertuin’ van Mutoshi, een van de grote mijnkwartieren. Voor de jongeren die er wonen, vormt mijnbouw de belangrijkste weg naar werk.
Toen hij de eerste keer moet afdalen, was Christian wel bang. Op veertien meter durfde hij niet meer.
Maar vandaag zakt hij met enkel een helm, een houweel en koplamp makkelijk tweeëntwintig meter omlaag. Daar gaat hij op zoek naar kobalt. De job van creuseur houdt risico’s in, maar anderzijds betaalt ze ‘niet slecht’.
Christian verdient naar eigen zeggen zo’n 150 dollar per week, zijn aandeel in een ploeg van zeven. Want afdalen in een mijnput kun je niet in je eentje.
Na het werk kan Christian uren bezig zijn met dans en muziek.
Van zijn collega’s kreeg hij – als jongste – de toepasselijke bijnaam le petit. Maar in en rond Mutoshi kent iedereen Christian als Sydney, l’artiste. Na het werk kan hij uren bezig zijn met dans en muziek.
Als getuige van Jehovah wil hij vooral liedjes met een boodschap brengen. Christian hoopt volgend jaar zijn job als creuseur te kunnen opgeven om met het verzamelde geld aan de universiteit sociale psychologie te gaan studeren. Bij elke afdaling denkt hij aan het geld dat hij daarvoor verdient.
Zijn grote droom is om jongeren te omkaderen. Om hen te helpen hun talent te ontwikkelen en iets van hun leven te maken.
En hoe ziet Christian zijn leven binnen twintig jaar?
Terug naar het hoofdartikel ‘Congo, de toekomst aan het woord’
a.hoofdartikel:hover { color: black; text-decoration: none; }
Dit portret kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.