‘De Congolezen zijn ontgoocheld in de democratie’

Interview

Congolese Kerk blijft kritisch na één jaar president Tshisekedi

‘De Congolezen zijn ontgoocheld in de democratie’

 ‘De Congolezen zijn ontgoocheld in de democratie’
 ‘De Congolezen zijn ontgoocheld in de democratie’

Félix Tshisekedi is één jaar president van Congo. Daarover sprak MO* met een bijzonder kritische delegatie van de katholieke Kerk in Congo. Ze wijst erop dat effectief bestuur moeilijk is voor een president zonder meerderheid, dat de corruptie niet verminderd is en dat de bevolking ontgoocheld is over de democratie.

© Reuters / Kenny-Katombe Butunka

Een protest tegen voormalig president Joseph Kabila in 2018, vóór de verkiezingen in Congo. De Congolese Kerk voerde mee de druk op om de verkiezingen te laten doorgaan zonder Kabila, omdat de wet dat niet toeliet.

© Reuters / Kenny-Katombe Butunka

Een hoge delegatie van de Congolese Kerk was deze week in Brussel. Ze vestigde de aandacht op de toenemende onveiligheid in het oosten van Congo en stelde de vraag welke rol de buurlanden Rwanda en Oeganda daarin spelen. De kerkleiders pleiten voor meer Europese betrokkenheid in de regio van de Grote Meren.

MO* sprak met aartsbisschop Marcel Utembi, tevens voorzitter van de bisschoppenconferentie CENCO, abbé Donatien Nshole, secretaris-generaal en doorgaans woordvoerder van de CENCO, en père Clément Makiobo, de secretaris van de Commissie Rechtvaardigheid en Vrede.

Public Domain / CJPB

Delegatie Congolese Kerk

Public Domain / CJPB

In de Democratische Republiek Congo is de katholieke Kerk, na de staat, de organisatie met veruit het sterkste nationale netwerk. Ze heeft afdelingen tot in de kleinste dorpen. Daardoor kan de Kerk informatie uit het hele land kan bijeenbrengen, maar ze kan er ook haar boodschappen mee verspreiden. De Kerk heeft in Congo ook een zeker moreel gezag.

Het is een goede gelegenheid om met de drie bezoekers terug te blikken op één jaar Félix Tshisekedi, de nieuwe Congolese president.

In Congo weegt het oordeel van de Kerk in deze kwestie zwaar door. De Congolese Kerk is niet alleen het sterkste netwerk van Congo voor het verzamelen (en uitsturen) van informatie, met dank aan afdelingen in heel het land, ze speelde ook een cruciale rol in de saga van de laatste verkiezingen in Congo. Ze voerde mee de druk op om de verkiezingen effectief te laten doorgaan, zonder de voormalige president Joseph Kabila als kandidaat (omdat hij volgens de grondwet ook niet meer mocht deelnemen).

Wat er vervolgens gebeurde: oppositiekandidaat Martin Fayulu won de verkiezingen met een straatlengte voorsprong, en de kandidaat van Kabila haalde zo weinig stemmen dat dat zelfs met fraude niet te remediëren viel. Waarop Kabila de andere oppositiekandidaat, Félix Tshisekedi, als overwinnaar uit zijn hoed toverde. Ook de aan Kabila schatplichtige verkiezingscommissie en Grondwettelijk Hof waren bereid de frauduleuze overwinnaar te bekrachtigen.

Maar de Kerk, die over meer dan 40.000 observatoren in 21.000 stembureaus overal in het land beschikte, wist dat de realiteit heel anders was. Fayulu had een ruime voorsprong op Tshisekedi.

Bedreigd na kritiek op de resultaten

‘Zodra de verkiezingscommissie besefte dat wij overal observatoren hadden, besliste men beslist om alle sporen van de echte verkiezing uit te wissen.

Het netwerk van observatoren werd aangestuurd door de Congolese Commissie voor Rechtvaardigheid en Vrede, onder leiding van zijn secretaris, père Clément Makiobo.

‘De kieswet legt op dat bij de sluiting van de kiesbureaus een proces-verbaal wordt opgemaakt met het verkiezingsresultaat van dat bureau’, vertelt Makiobo daarover. ‘Het wordt getekend door alle leden van het bureau en vervolgens geafficheerd. Onze observatoren hebben met hun gsm’s een foto genomen van die uitgehangen proces-verbalen en die naar ons verwerkingscentrum in Kinshasa gestuurd. Zo hadden we de avond zelf al de resultaten.’

De Kerk wist dus met grote zekerheid hoe de vork in de steel zat.

‘We hebben dat ook luidop gezegd’, aldus aartsbisschop Marcel Utembi, voorzitter van de bisschoppenconferentie CENCO. ‘En dat werd ons niet in dank afgenomen. We werden fysiek bedreigd, per telefoon, met sms’en of per brief. Door de politieke familie van mijnheer Kabila, maar ook door de UDPS, de partij van de nieuwe president.’

De kerkverantwoordelijken waren ook getuige van de vervalsing van de parlementsverkiezingen. Père Clement Makiobo: ‘Zodra de CENI, de nationale verkiezingscommissie, besefte dat wij overal observatoren hadden op de kiesbureaus, heeft men beslist om alle sporen van de echte verkiezing uit te wissen. Het werd dus een pure vervalsing. Wij waren natuurlijk onthutst. Maar wat zou er gebeurd zijn indien we daar op terug bleven komen?’

We hadden de val die Kabila had opgezet, samen met Félix Tshisekedi, niet zien aankomen.

Aartsbisschop Utembi licht de houding van de Kerk verder toe. ‘De ethische dimensie is dat we de waarheid hebben verteld, op alle niveaus. Maar er was natuurlijk ook een wettelijk aspect. Eenmaal het Grondwettelijk Hof het resultaat had bekrachtigd, moesten wij ons daarbij neerleggen. Wij moeten de wet aanvaarden.’

‘We hebben ons vervolgens ook pragmatisch opgesteld,’ vervolgt Utembi, ‘om te zien of er niet toch iets positief kon ontstaan uit het feit dat er een nieuwe president was. Blijven oproepen tot verzet kon leiden tot een bloedbad, en als herders van het volk is dat niet iets dat we mogen riskeren. Tenslotte zijn wij ook geen politici, die politieke keuzes moeten maken.’

Abbé Donatien Nshole, secretaris-generaal van de bisschoppenconferentie, vult aan: ‘Iedereen was gefixeerd op het vertrek van mijnheer Kabila. Dat was de grote overwinning. We zagen de val niet aankomen die mijnheer Kabila had opgezet, samen met de heer Félix Tshisekedi en zijn rechters van het Grondwettelijk Hof. De bevolking is ontgoocheld in de democratie. We zullen de burgers moeten overtuigen dat het een volgende keer anders zal verlopen. Dat wordt een grote opdracht.’

Lessen na de verkiezingen

Père Clément Makiobo trekt lessen uit de gebeurtenissen. ‘Al die jongeren die zich vrijwillig hadden geëngageerd om het verkiezingsproces te observeren en erop toe te zien, waren ontredderd door de gebeurtenissen. Voor ons is de les dan ook: dit nooit meer! In de toekomst moet de civiele samenleving, moeten de burgers het proces controleren.’

‘We moeten onze rol van tegenmacht versterken. Terug naar verkiezingen gaan met een partijpolitieke verkiezingscommissie en een partijpolitiek grondwettelijk hof heeft geen zin. We nodigen de donoren uit om ons te steunen in dat proces van burgerlijke opvoeding. Mensen moeten weten dat ze rechten hebben en moeten die ook opeisen.’

Aartsbisschop Utembi vult aan: ‘We maken als Kerk deel uit van de civiele samenleving. Wij moeten de stem van het volk laten horen. Wij kunnen en willen samenwerken met de civiele samenleving in andere landen, zoals België, als we dezelfde doelstellingen delen. ’

Abbé Nshole trekt nog een andere les: ‘Het volstaat niet om een president te verkiezen. Je moet ook zorgen voor de voorwaarden waarin die president kan werken door hem een meerderheid te geven.’

Heeft het pragmatisch aanvaarden van de situatie effectief geleid tot positieve resultaten?

Abbé Nshole: De politieke situatie is minder gespannen. Verbannen opposanten konden terugkeren. Het nieuwe staatshoofd toont zich aan het volk. Hij is zichtbaar, is aanwezig als er natuurrampen gebeuren. Dat is positief. Hij formuleert interessante doelstellingen zoals het gratis onderwijs. Ook diplomatiek is ons land terug in Europa, Azië en de Afrikaanse Unie.

Maar er zijn ook grote uitdagingen. De corruptie gaat gewoon door, ze is niet verminderd. Publieke middelen worden verduisterd. Natuurlijke rijkdommen worden nog altijd illegaal uitgebaat. Het justitieapparaat blijft wat het was: de rechters die de verkiezingsfraude mogelijk hebben gemaakt, zitten er nog altijd.

Uw missie naar Brussel is ook specifiek gericht op de aanhoudende problemen in het oosten van Congo?

‘Er dreigt een balkanisering van Oost-Congo. Wij willen graag een internationale onderzoekscommissie.’

Abbé Nshole: Er blijft grote onveiligheid bestaan in het oosten. Allerlei gewapende groepen zaaien dood en terreur. In Noord-Kivu, aan de grens met Rwanda en Oeganda, doden bepaalde groepen zonder eisen te stellen. Dat roept vragen op. Ongecontroleerde bewegingen van Congolezen die Kinyarwanda spreken, roepen de verdenking op van infiltratie door Rwandezen. Een deel van onze mineralen worden onze buurlanden uitgebaat en verhandeld. Dat overtuigt heel wat van onze burgers dat er een balkanisering bezig is van een deel van Oost-Congo. Wij zouden graag zien dat een internationale onderzoekscommissie dit komt onderzoeken. Er is tevens nood aan humanitaire hulp en regionale dialoog. De VN-troepenmacht Monusco moet effectiever worden zodat hij de mensen veel beter kan beschermen tegen het geweld.

Geen volkstelling, wel gratis basisonderwijs

De beweging van groepen mensen zou makkelijker ingeschat worden kunnen als er een bevolkingsregister zou zijn, maar dat is er niet. Een oud zeer in Congo.

Père Makiobo: De volkstelling is een terugkerend verhaal dat politiek misbruikt wordt. In 2015 wilde toenmalig president Kabila een volkstelling organiseren voor de verkiezingen, wel wetend dat dit drie jaar tijd zou vergen en dus zou leiden tot het uitstellen van de verkiezingen.

Nu er wel de tijd en ruimte is om zo’n volkstelling te doen, praat men er niet over. Straks als de verkiezingen naderen, wordt de volkstelling misschien weer gebruikt als argument om de verkiezingen uit te stellen.

Het paradoxale is dat de verkiezingsregisters al een grote stap naar een bevolkingsregister zijn, maar dat men die gegevens telkens weer in brand steekt, waardoor men weer van nul af aan moet beginnen.

De hamvraag is natuurlijk: wat kan de regering Tshisekedi realiseren voor de mensen?

Abbé Nshole: De president heeft weinig speelruimte. Hij is de president, maar slechts dertig procent van zijn ministers behoort tot zijn politieke familie. In het parlement heeft hij na de verkiezingsfraude maar twintig procent van de parlementairen aan zijn kant. En als hij zes van de 26 gouverneurs heeft, zal het veel zijn. Ook de provinciale assemblees worden gedomineerd door de mensen van Kabila.

Félix Tshisekedi mag dan van goede wil zijn, die mooie intenties in beleid omzetten is iets heel anders. Zijn noodgedwongen cohabitatie (wanneer een regeringsleider en staatshoofd uit tegengestelde politieke hoek samenwerken, red.) met de andere partijen heeft moeite om van de grond te komen.

Gratis basisonderwijs was een krachtige slogan, maar wat is er intussen van die slogan geworden?

Abbé Nshole: De bisschoppenconferentie heeft meteen na de aankondiging van die maatregel contact gezocht met de president, en hem op het hart gedrukt dat hij de N-P’s of de non-payés (de niet-betaalden, jv) moest uitbetalen. Dat zijn de vele duizenden leerkrachten die niet in het systeem van de overheid zitten en dus ook geen salaris kregen. Ze hingen volledig af van de bijdragen van de ouders. Vele scholen zijn overigens in hun geheel niet eens gebudgetteerd.

Tshisekedi zegde ons toe om daar rekening mee te houden. Na drie maanden maakten we een evaluatie waaruit bleek dat alleen al in het katholiek onderwijs 66.000 leerkrachten niet betaald werden. Wij vroegen een oplossing tegen januari 2020. De secretaris-generaal van het ministerie van Onderwijs beloofde ons dat het in orde zou komen. De Wereldbank zegde voor drie jaar 500 miljoen dollar per jaar toe. De vraag is natuurlijk of dat een duurzame oplossing is. En of het om een lening dan wel om een gift gaat.

Aartsbisschop Utembi: De kwaliteit van het onderwijs kan hier onder lijden. Wat gebeurt er als leerkrachten niet betaald worden? Dat tast hun motivatie aan als ze voor de klas staan. Ze staan dan ook onder druk om andere dingen te doen en niet voor de klas te staan.

Er is ook een overbevolking van de klassen sinds het onderwijs gratis is. In sommige klassen zitten 150 leerlingen. De kinderen zitten op de grond met hun schriftje op hun schoot. Zo kan je niet goed werken. We zullen nieuwe klassen moeten bouwen.

Werk voor de internationale gemeenschap

Wat kan de buitenwereld doen?

Père Clément Makiobo: Druk uitoefenen opdat de voorwaarden voor eerlijke verkiezingen vervuld zijn tegen een volgende stembusgang. En ja, de buitenwereld mag zijn internationale samenwerking afstemmen op het vervullen van die voorwaarden.

De internationale gemeenschap kan er ook mee voor zorgen dat de inmenging vanuit de buurlanden beperkt blijft. Het is een zaak die we bepleit hebben bij de vertegenwoordigers van de EU en België hier in Brussel.

Aartsbisschop Utembi: Wij hebben ondervonden dat de regeringen van de wereld hun eigen belangen hebben. Ze zijn bereid om het Congolese volk daar voor op te offeren.

Namens de bisschoppenconferentie heb ik tot in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties gevochten om de resultaten van de verkiezingen te doen respecteren. Ik heb er klaar en duidelijk verkondigd dat de verkiezingsresultaten vervalst waren. Dat we de zaken bureau per bureau hadden geverifieerd.

De Veiligheidsraad overwoog om een sterke resolutie op te stellen, die de fraude zwaar zou veroordelen en een Afrikaanse onderzoekscommissie zou uitsturen. Maar door de oppositie van sommigen is dat niet gelukt. België, dat ook in de Veiligheidsraad zetelt, had in feite een van de zuiverste posities. Het steunde onze benadering, ik wil dat graag benadrukken.

Père Clément Makiobo: Als je bij Russische en Chinese vertegenwoordigers over de verkiezingen begon, gaven ze je het gevoel dat die voor hen niet zo belangrijk waren. Ze benadrukten dat voor hen ontwikkeling prioritair is. Ze gaan daarbij voorbij aan de realiteit dat een legitieme regering zorgt voor de stabiliteit die nodig is voor ontwikkeling. Maar de realiteit is dus tevens dat de internationale gemeenschap niet aan één zeel trekt.