'Bendegeweld is een trampoline voor de georganiseerde misdaad'

Kunstenaar Marcin Dudek: 'De taal waarmee ik mijn bestaan uitdrukte, was groepsgeweld'

(c) Marcin Dudek

Zeven jaar nam Marcin Dudek actief deel aan de Poolse hooliganscene. Zeven jonge jaren van geweld. Ontsproten in de massahotels van Krakau. Dat geweld, de energie die ervan afspatte en de groepsmacht zijn moeilijk om los te laten, zegt de kunstenaar die met zijn verschroeide tienerjaren aan de slag ging.

In zijn atelier in Laken hangt een werk dat hij in 2020 maakte, The passage. Duizenden miniscule stukjes medische tape. Sommige stukjes zijn overschilderd en bewerkt, sommige zijn egaal, andere in rijen op elkaar geplakt, een deel is met een zandstraler kapot gemaakt. Het geheel vormt een totempaal van drie oranje bomberjacks waarvan de tweede vervaagt en de derde uit elkaar lijkt te spatten.

Marcin Dudek maakt een reconstructie van emoties, geweld, het machtsgevoel en de destructieve kracht van groepen.

De oranje bomber, ooit deel van een uniform dat het voetbalgeweld aankondigde, symboliseert het individu dat opgaat in een toenemend explosieve menigte. Net zoals in andere werken, maakte Marcin Dudek hier een reconstructie van emoties, geweld, het machtsgevoel en de destructieve kracht van groepen.

Al sinds 2003 werkt de Poolse-Brusselse kunstenaar Marcin Dudek rond het thema geweld en groepen. Zijn materiaal haalt hij rechtstreeks uit zijn eigen turbulente tienergeschiedenis. Zeven jaar was Marcin Dudek actief deel van de hooliganscene van Krakau. Zeven jonge jaren van geweld.

De weg naar het geweld

Dudek werd in 1979 geboren en groeide op in de arbeiderswijken van Krakau. Een kind van de tussengeneratie: hij beleefde nog de uitlopers van het harde communisme terwijl het hyperkapitalisme al voor de deur stond. De pracht van het historische Krakau stond in schril contrast met de buitenwijken van Dudeks kinderjaren. De massahotels waar Dudek opgroeide vormden een grauwe muur voor zijn levenshorizon.

Hij was nauwelijks twaalf jaar wanneer hij de eerste match van Cracovia meemaakte, een derby die in een krantenbericht werd omschreven als ‘de Kleine Heizel in Krakau’. De geweldsituatie was instant. Voor de fanatieke twaalfjarige die hij was, was de toon gezet voor de tienerjaren die zouden volgen.

Courtesy the artist and Harlan Levey Projects.

‘Mijn ouders waren niet afwezig maar ze werkten hard, hadden te weinig tijd om zich met ons bezig te houden. En dus was de harde straat onze huiskamer. De agressie van de straat was onze gemene grond, en via oudere vrienden werd ik aangetrokken tot het voetbalgeweld’, zegt Dudek. ‘Ik kwam terecht in een strak georganiseerde groep, die fungeerde als een paramilitaire groep. Ik had een hang naar toebehoren en vond een groepsidentiteit die de troosteloosheid van de blokkenwijken oversteeg. De enige manier om mijn bestaan aan de wereld te tonen, was de taal van groepsmacht en van geweld.’

De enige manier om mijn bestaan aan de wereld te tonen, was de taal van groepsmacht en van geweld

Getriggerd door de onoverwinnelijkheid van een agressieve groepscultuur nam Dudek deel aan honderden voetbalmatchen in Polen, als hooligan joeg hij staat na straat door.

‘Ik denk dat het een kwestie was om, in dat genegeerde en totaal vergeten deel van Krakau, toch je aanwezigheid in de samenleving te definiëren. Een kwestie van positionering, van je stempel te drukken. Ik droeg sowieso al het stempel van een probleemkind waarvoor de schooldeuren sloten. Ik eindigde in de werkschool die nog uit het communistisch systeem stamde en die letterlijk diende als een werkplaats voor alle probleemgevallen.’ En dus verving Dudek de school door het voetbalstadion, dat zijn belangrijkste opleidingsplek werd.

De zuivering

Het moet een moment geweest zijn op het einde van de jaren negentig, zegt Dudek. In Krakau zelf stond zijn voetbalclub lijnrecht tegen een andere. De strijd werd almaar heftiger en gewelddadiger uitgevochten op de straatstenen. Er kwamen messen boven. Het liep totaal uit de hand en mensen, even jong als Marcin, verloren hun leven. Zijn broer werd aangevallen, verloor bijna een hand. Een vriend werd uit de trein geduwd en werd het zoveelste dodelijke slachtoffer van zinloos geweld.

‘Oudere jongens eindigden in de gevangenis, verbrandden hun levens in verwoestende drugs- en alcoholverslavingen. Ik kon blijven of vooruitgaan.’

‘Ik denk dat toen een overleversstem opdook, om me diets te maken dat ik eruit moest stappen. Ik zag de oudere jongens, die eindigden in de gevangenis, die hun levens verbrandden in verwoestende drugs- en alcoholverslavingen. Ik had twee keuzes: blijven of vooruitgaan.’

Het was op dat moment kwestie van een nieuwe obsessie te vinden die zijn aandacht kon afleiden, vertelt Dudek. Bij Cracovia was hij vaak aan de slag met spuitbussen, bakende hij straten en stadsterritoria af met tags en grafitti. ‘Het had niets met kunst te maken, maar misschien was er iets aanwezig waardoor dat ene vonkje zijn werk deed.’

‘Op een dag ontdekte ik op de route naar mijn werk een klein kunsthistorisch magazine. Wekelijks kwamen daar artiesten en kunststromingen aan bod. Ik begon die kunstboekjes te verzamelen, en startte met het kopiëren van werken: de oude meesters. Ik werd met name aangetrokken door barokke schilders als Tiepolo, was gefascineerd door de manier waarop hij geweld en energie van het doek deed spatten. Een nieuwe fanaticus in mezelf was geboren.’

Dudek kapte met het hooliganisme, verdween uit de straten en de buitenwereld en sloot zichzelf twee jaar op in een verborgen kunstatelier. ‘s Nachts experimenteerde hij, leerde zichzelf schilderen met olieverf.

‘Ik liet mijn identiteit achter op de straat, die me ook niet zomaar losliet’

Het werden zijn jaren van zuivering, zegt hij. ‘Ik kwam mezelf tegen. Ik kon niemand van mijn vrienden zeggen waarmee ik bezig was, het zou op totaal onbegrip zijn gestoten. Ik liet mijn identiteit achter op de straat, die me ook niet zomaar losliet. Ik nam afstand van een hechte broederschap, nam afstand van hulpvragen van vrienden. Het was heel pijnlijk, bijna alsof ik een deel van mezelf moest amputeren.’

Traject van een autodidact

Nadat hij een indrukwekkende portfolio met werken kon voorleggen, werd de autodidact Marcin Dudek aanvaard door een kunstacademie in het Oostenrijkse Salzburg die wel iets zag in de enorme geestdrift van de jonge man. Dudek trok in bij familie, en het rustige en stabiele Salzburg werd de finale breuk met zijn geweldverleden.

In 2005 werd hij aanvaard aan de prestigieuze Londense kunstsschool Central Saint Martins, waar hij de conceptuele kunst leerde begrijpen. Na zes jaar Londen kwam hij via de liefde in het Brusselse Laken terecht.

(c) Marcin Dudek

Marcin Dudek in zijn atelier

De eerste tien jaar na zijn afstuderen, werkte Marcin Dudek rond andere thema’s, maar zeven jaar geleden besloot hij om die donkere periode van zijn jeugd uit de dozen te halen.

‘Ik heb een verleden van mensen pijn te doen. Dat veeg je niet weg, dat gaat mee voor de rest van je leven.’

Marcin Dudek gaat in zijn werken haast obsessief te werk. Maanden werkt hij aan zijn kunstcreaties en installaties, die hij manuscripten noemt, boeken waarin elk stukje tape een verhaal is. Het kan ook moeilijk anders, zegt Dudek. ‘Mijn jeugd was zo turbulent. In die werken zit de onuitputtelijkheid van emoties verwerkt. Ik heb een verleden van mensen pijn te doen. Dat veeg je niet weg, dat gaat mee voor de rest van je leven. Noem het gerust een litteken op mijn ziel. Ik kan niet anders dan mezelf daarmee te confronteren en te proberen begrijpen waarom ik dat deed, wat gebeurde.’

Of hij dat doet? Begrijpt hij het? ‘Ik probeer het. Maar het is heel moeilijk en het klinkt al gauw als een excuus. Soms denk ik dat het ook te maken heeft met de klassieke nood van jongeren om grenzen af te tasten, voor ze echt in staat zijn te begrijpen wat het is om mens te zijn. Maar ik besef dat het een heel simpele verklaring is.’

Elke generatie kent zijn geweldconflict

Dudek noemt zichzelf een kind van de tussengeneratie, wat de zoektocht naar een identiteit mee aanwakkerde. Maar het zinloze geweld, het hooliganisme, bestaat nog altijd, ook in Krakau. Wat zegt dat over geweld als een onvermijdelijk gegeven in de samenleving? ‘Een aantal jaar geleden was ik met een Londense journalist in Krakau en gingen we op zoek naar hoe de huidige generatie omgaat met geweld. Het was verbazend om vast te stellen dat ze zelfs verder gingen in hun gewelduitingen. Dus ik denk dat het onvermijdelijk is: elke generatie heeft zijn eigen conflict.’

‘Bendegeweld is een trampoline voor de georganiseerde misdaad. Wie zich onbevreesd toont, wordt sneller gerecruteerd in het criminele milieu.’

‘Het verschil tussen mijn “tussengeneratie” en de huidige generatie, uitgestoten kinderen van het kapitalisme, is dat de economische drijfveer een grote rol is gaan spelen. Het bendegeweld is een trampoline voor de georganiseerde misdaad. Wie zich inschrijft in dat gratis geweld, wie zich onbevreesd toont, zal sneller worden gerecruteerd in het criminele milieu. Er zijn wel degelijk banden tussen Europese clubs, niet in het kader van pure vriendschappen maar omwille van criminele belangen.’

Natuurlijk gaat het ook om veel meer dan dat, zegt Dudek. De rellen in Blankenberge en in Brussel van de voorbije weken tonen aan dat frustraties een rol spelen. ‘Als ik vanuit mijn eigen levenservaringen denk, begrijp ik die jongeren wel. Zeker in deze versmachtende COVID-19-tijd. De frustraties die ik als opgroeiende tiener had, waren torenhoog. Het leek dat ik zelfs geen toegang had tot de basis van de samenleving. Ik voelde een fundamenteel gebrek.’

‘Je moet je voorstellen dat je dat niet onder woorden kan brengen, dat je argumenten niet gehoord worden. Je ziet jouw al beperkte ruimte nog meer krimpen, je ziet treindeuren dichtgaan, je merkt hoe de toegang tot de zee wordt voorbehouden voor mensen met het juiste profiel dat duidelijk niet het jouwe is. Die exclusie leidt tot zeer explosieve situaties.’

‘Ik herinner me hoe geweld bevrijdde: het aan diggelen slaan van ramen, het neerhalen van bushokjes, de vernieling. En niemand die je stopt.’

Het geweld gebeurt op zo’n momenten met een vingerknip, zegt Dudek. Het is een combinatie van exclusie en de verleiding van de macht van een groep. ‘Zelfs als je maar met dertig personen bent heb je al ongebreidelde macht. Zonder ook maar iets goed te praten, dat is bijzonder aanlokkelijk. Ik herinner me ook hoe het geweld me bevrijdde: het aan diggelen slaan van ramen, het neerhalen van bushokjes, de vernieling. En niemand die je stopt.’

Recepten tegen de obsessie

Dudeks werken zijn uiterst gedetailleerd, wat enorme concentratie en doorzettingsvermogen vergt. Haast monnikenwerk. Daarom is het geen toeval dat zijn atelier op een boogscheut van de Heizel ligt. ‘Vanuit onze bovenste ramen zien we de verlichtingspalen van het Koning Boudewijnstadion. Dat heb ik nodig. Ik offer delen van mijn sociaal leven op aan mijn kunst. Maar ik ben geen kluizenaar, ik moet af en toe ook bijtanken.’

Courtesy the artist and Harlan Levey Projects.

‘Ik bezoek regelmatig sportarena’s, onderzoek en bezoek plaatsen die gelinkt zijn aan voetbalcatastrofen, zoals Hillsborough of Bradford in Engeland, hing vorig jaar een maand rond in de kringen van de oudste ultrabewegingen in het Roemeense Boekarest.’ Het is niet alleen een onderzoek voor zijn werken, het is een kwestie van bijtanken, zegt hij.

Dudek performt ook live. Het is haast niet te vatten dat deze rustige man dan opnieuw in de huid kruipt van de jonge hooligan die hij was. ‘Het is voor mij de enige manier om ten volle die emotie, de energie ervan uit te drukken.’

‘Het gevoel van bevrijding dat samengaat met het gevoel van een verloren identiteit’

Die energie zit in veel van Dudeks werken. ‘Al die kleine stukjes medische tape symboliseren de menigte en de energie die er als een lawine van afrolt. Ik bouw mijn werken bijna op als een oorlogsschets. Wat ik uitdruk is het samengaan van emoties: het gevoel van bevrijding, dat moment waarop je in een stadion zit met 50.000 andere mensen en dat beseft, dat samengaat met dat van een verloren identiteit.’

Het wordt tijd, zegt Dudek, om een andere richting in te slaan. Geweld is een last om dragen maar hij heeft afstand kunnen nemen. ‘Noem dat gerust het helende proces van het creëren.’ Dat en de obsessie van het creëren, zegt hij, is zijn recept geweest tegen het geweld.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.