‘Mijn oom amputeerde mijn been op de keukentafel zonder verdoving’

Interview

Ahed Bseiso, tienermeisje uit Gaza-Stad

‘Mijn oom amputeerde mijn been op de keukentafel zonder verdoving’

portret van Hani Bseiso
portret van Hani Bseiso

Ahed Bseiso was een vrolijk, verlegen tienermeisje vol plannen. Tot een Israëlische tank samen met haar been haar geloof in de mensheid aan flarden schoot. Vandaag spreekt ze als een vrouw die al vele levens heeft doorworsteld. MO* zocht haar op in een fermette in Alken.

‘Toen mijn oom besefte wat hij moest doen, barstte hij in tranen uit. Ik zei dat hij moest bidden en voortdoen. Terwijl buiten de tanks bleven schieten, nam hij het keukenmes en begon hij mijn been eraf te snijden. Mijn slagader bond hij af met naald en draad uit de keukenlade. Het Al Shifa-ziekenhuis lag op wandelafstand en was tegelijk eindeloos ver weg. De Koranverzen die mijn neef reciteerde waren mijn enige anesthesie.’

Ahed vertelt het kalm, voor het eerst zonder tranen, omdat het gesprek in het Engels verliep. ‘Ik moest me concentreren op de woorden, niet de herinnering.’

Het leven vóór 7 oktober

De amputatie gebeurde op 19 december 2023, meer dan twee maanden na het begin van Israëls vernietigingsoorlog in Gaza. Enkele maanden eerder was ze een gewone laatstejaarsstudente die uitkeek naar haar eindexamens en het afstudeerfeest met haar vrienden. ‘Ik was enthousiast in die periode’, herinnert ze zich. ‘Alles voelde alsof het eindelijk een beetje beter werd: de gebouwen, de cafés, de universiteiten… Gaza begon stilaan te lijken op andere steden.’

In het weekend trok ze met haar vrienden naar Rimal om koffie te drinken en rond te hangen. De hippe wijk was lang het kroonjuweel van de belegerde kuststrook, een symbool van trots en veerkracht. Vandaag is het een massagraf. Toen was haar wereld klein maar warm. Elke vrijdag kwam de hele familie samen. ‘We woonden met vijf broers in dezelfde buurt’, vertelt haar vader Taha.

‘We kookten om beurten, de kinderen speelden op het balkon.’ De gepassioneerde kok woont al zeven jaar in België. Na drie bombardementen op zijn restaurant verliet hij Gaza.

Ondanks haar optimisme was Ahed niet blind voor de ontberingen. Naast de periodieke bombardementen, ‘het gras maaien’ in Israëlisch jargon, had zij vooral last van de muren om haar leefwereld.

‘Buiten Gaza reizen was een bureaucratische nachtmerrie. Als je naar Egypte of Jeruzalem wilde, moest je maanden op voorhand plannen. En vaak werd je alsnog tegengehouden.’

‘Mijn oom bond mijn slagader af met naald en draad uit de keukenlade. Het Al Shifa-ziekenhuis lag op wandelafstand en was tegelijk eindeloos ver weg.’

Zelf had ze Gaza nog nooit verlaten. ‘Waarom mogen enkel Palestijnen niet gaan en staan waar ze willen? Waarom mogen wij niet in veiligheid leven?’ Op haar telefoon zag ze leeftijdgenoten wél vrij leven. ‘Wij kenden enkel het leven in Gaza. Er leek wel een cirkel rond ons getrokken, waar we niet buiten mochten. Het was verstikkend.’

Het begin van het einde

Toen Ahed op 7 oktober wakker werd met het nieuws over de inval door Hamas, was ze aanvankelijk geschokt en bang voor de reactie van Israël. ‘Maar er was ook blijdschap. Voor het eerst hadden Palestijnen hun ketenen afgeworpen. Heel even voelden we ons vrij.’ Maar haar vader in België was vooral bang voor zijn familie. ‘Ik wist meteen dat ze iedereen zouden doden’, zegt hij verbeten.

Tien dagen later werd zijn vrees werkelijkheid. Taha verloor zijn tante. Na een Israëlisch bombardement bleef er van de zwangere moeder van drie nauwelijks iets over om te begraven.

‘We vonden enkel kleine stukjes van haar terug’, zegt Ahed. Voor het eerst breekt haar stem. Kort daarna werd haar eigen woning geraakt. ‘We kregen vijf minuten om te vertrekken, onmiddellijk daarna vielen de bommen. Mijn kamer was volledig weggevaagd. In de weken nadien besefte ik dat dit geen oorlog meer was, maar een vernietiging.’

Volgens de VN hebben op dit moment ruim 9200 kinderen in Gaza een arm of been verloren. Een onderschatting, volgens artsen op het terrein.

De tanks rolden hun wijk binnen. Ze moesten vluchten onder zware beschietingen. Ze vonden tijdelijk onderdak en keerden terug bij het eerste staakt-het-vuren, eind november. Maar het beleg begon, Israël sloot water en elektriciteit af. Na enkele dagen waren de tanks terug. ‘We hoorden de soldaten praten door het raam. Als we naar buiten keken, schoten ze.’

Wekenlang verscholen ze zich, het voedsel raakte op. Toen een sluipschutter hun watertank lek schoot, moesten ze weken overleven op zout water.

Haar moeder kreeg nierfalen en kon amper lopen. De laatste watertank stond op het terras, midden in de vuurlinie. ‘Ik wou water voor haar halen, maar mocht niet’, vertelt Ahed. ‘Toen ze brood ging bakken, sloop ik er stiekem naartoe.’

Ahed kon water bemachtigen. Toen haar moeder zag wat ze geriskeerd had, raakte ze in paniek. Zoals elke dag wilde Ahed daarop naar de vijfde verdieping gaan, bereik zoeken om haar vader te bellen, haar dagelijkse ochtendritueel.

‘Ze smeekte me beneden te blijven. Ze voelde dat iets ergs ging gebeuren.’ Het was die dag 19 december.

portretfoto's van Ahed Bseiso

Amputatie

Tien dagen eerder had Ahed een droom. Er was een man omgeven door een wit licht, zo fel dat ze haar ogen niet kon openen. ‘Hij liet mij mijn hele leven zien, als in een film’, vertelt ze. ‘Hij zei: “Er komt iets waardoor dit alles wordt uitgewist. Je zult herbeginnen met een schone lei.”’ Daarna gaf hij haar aardbeiyoghurt, haar lievelingssmaak, met een gouden lepel. ‘Toen ik ervan at, werd ik wakker.’

‘Het was een boodschap van God’, zei ze tegen haar moeder. ‘Er gaat iets gebeuren.’

Op 19 december trok Ahed toch naar boven om haar vader te bellen, tegen haar moeders wil in. Door het raam zag ze een tank. ‘Ik zag de loop van het kanon bewegen.’ Ze stuurde haar zus weg – ‘de eerste keer dat ze naar mij luisterde’ – en liep zelf naar het raam om het gordijn te sluiten. Op dat moment vuurde de tank.

‘Ik hoorde geen knal, voelde niets. Ik dacht eerst dat ik dood was. Alles was wit, zoals in mijn droom. Maar het was stof en rook, geen licht. Toen de rook optrok, was ze bedolven onder de buitengevel en zat haar been klem onder de koelkast.

‘Ik hoorde mijn zus schreeuwen. Ik riep: “Ik leef nog, haal hulp!”’ Haar neef trok haar uit het puin en droeg haar naar beneden, toen ze omlaag keek. ‘Ik riep dat ik mijn been kwijt was. Hij zei: “Niet kijken!”’

Haar rechtervoet hing nog slechts met een reep huid en wat pezen vast aan het bovenbeen. Haar neven legden haar op de keukentafel, waarop haar moeder kort voordien nog brood gebakken had.

‘De Koranverzen die mijn neef reciteerde waren mijn enige anesthesie.’

Ze voelde het bot in haar andere been bewegen en zei tegen haar oom Hani, een arts, dat het gebroken was. Het rechterbeen was zwart, vol metaal en steenpuin. De slagader lag open en spoot bij elke hartslag een dunne straal bloed naar buiten.

De beproeving van oom Hani ‘Mijn nichtje keek me aan en zei: “Snijd mijn been niet af, oom!” Die woorden achtervolgen me’, vertelt oom Hani Bseiso via WhatsApp. ‘Maar toen ze zag dat ik moest huilen, kwam er een rust over haar en knikte ze.’ Eerder aan de telefoon, vanuit Noord-Gaza, waar hij nog altijd is, kon Hani moeilijk praten over de operatie zelf. Te pijnlijk. Dus stuurt hij ons achteraf spraakberichten, om zijn verhaal te doen.

Toen de orthopedist haar aantrof op de keukentafel, schreeuwde haar moeder dat ze een martelares was. Als arts moest Hani kalm blijven. Aheds onderbeen was verbrijzeld en ze bloedde leeg. Haar andere been was op verschillende plaatsen gebroken, maar dat was een zorg voor later. ‘Ze was dichter bij de dood dan bij het leven’, zegt hij.

Hij stond voor een hartverscheurende keuze: niets doen en haar laten sterven, of een aartsmoeilijke en wrede behandeling uitvoeren op het meisje dat hij als een dochter zag. Hij had geen verdoving tot zijn beschikking, geen steriele instrumenten. Alleen een keukenmes, een naald en wat draad. ‘Er was misschien één procent kans om haar te redden, dus moest ik handelen.’

En dus begon hij te snijden. Hij bond de slagader af met keukendraad, reinigde de wond met afwasmiddel en verbond die met ongesteriliseerd verband. ‘Tijdens de operatie bleef ik maar denken aan de dagen daarna. Hoe zou ze de helse pijn doorstaan die ik haar toebracht?’

‘Het deed pijn’, zegt Ahed. ‘Maar God had me gewaarschuwd. Ik wist dat Hij bij mij was.’

Hani liet het hele proces filmen. ‘De situatie was zo mensonterend, dat de hele wereld het moest zien’, legt hij uit aan de telefoon. De video ging viraal. Bij wie hem ongecensureerd bekijkt, zijn de beelden op het netvlies gebrand.

Op een bepaald moment draait de arts zich met bebloede handen en rode ogen naar de camera en roept: ‘We worden al vijftien dagen omsingeld. Ik moest het been van mijn nichtje amputeren zonder verdoving. Waar is de barmhartigheid? Waar is de menselijkheid? Wat hebben we gedaan om dit te verdienen?’

Generatie van geamputeerden

Sinds eind 2024 telt Gaza de meeste kinderamputaties per inwoner ter wereld. Volgens de VN hebben op dit moment ruim 9200 kinderen een arm of been verloren. Een onderschatting, volgens artsen op het terrein.

Hulpverleners stellen dat een aanzienlijk deel van die amputaties zonder verdoving gebeurt, door de totale instorting van het gezondheidssysteem. Officiële cijfers ontbreken, maar veel ledematen hadden met basiszorg gered kunnen worden.

In de chaos van massale bombardementen wordt er geopereerd met wat nog voorhanden is. Dat leidt tot extreem traumatische ervaringen voor de patiënten. Ook dokter Hani voerde de voorbije twee jaar nog twee andere zware chirurgische ingrepen uit zonder verdoving.

Vier helse dagen

Na de traumatische operatie van Ahed moest het ergste nog komen. Er waren geen pijnstillers of verbanden, elke dag werden dezelfde doeken gewassen en weer op de wonde gelegd. De pijn was ondraaglijk, Aheds neven moesten haar mond bedekken om het geschreeuw te dempen. Buiten trok het Israëlische leger nu van van huis tot huis. ‘Als we moeten vluchten, laat mij dan achter’, eiste Ahed. ‘We overleven of we sterven samen’, antwoordde haar oom.

De tiener schipperde tussen leven en dood. De 54-jarige arts wist dat ze zo hooguit nog vier dagen kon overleven. Als het leger bleef, zou hij zijn witte jas aantrekken, die fungeerde als witte vlag, het meisje in zijn armen nemen en de tanks tegemoet lopen. ‘Of ze zouden ons doorlaten, of ik zou haar lot delen’, zegt hij.

Na enkele dagen trokken de militairen weg. Ahed bereikte Al Shifa net op tijd. Haar oom zette het bot terug en sloot de wond, dit keer met verdoving. Daarna volgden nog zestig behandelingen om metaalresten uit Aheds benen te halen, zonder verdoving. ‘De dokters deden wat ze konden om mij levend te houden’, zegt ze. Medicijnen waren toen al schaars. ‘Ik schreeuwde zo hard dat men dacht dat er een baby aan het huilen was.’

twee afbeeldingen naast elkaar met Ahed Bseiso en haar oom die in een zetel zitten, en een foto van drie protheses die Ahed gebruikt

Via de VS naar België

Na twee maanden in Al Shifa beval Israël om het ziekenhuis te ontruimen. Omdat Ahed in Gaza geen zorg meer kon krijgen, zocht haar oom buitenlandse hulp. De video van de amputatie ging intussen de wereld rond, en een Amerikaanse ngo kon haar evacueren.

Israël beloofde veilige doorgang voor het konvooi dat Ahed en andere gewonde kinderen naar Rafah zou brengen. Toch was haar vlucht uit Gaza vol gevaren. Net toen de jonge patiënten op het voorplein van Al Shifa wachtten op de ambulances, werd het ziekenhuis gebombardeerd, met zeven doden tot gevolg. Op weg naar Rafah werd het konvooi nog eens aangevallen. Normaal gezien duurt de tocht naar de grens slechts een halfuur. Ahed bereikte Egypte pas na drie dagen, waarna ze naar de VS kon vliegen. Daar kreeg ze vier operaties en haar eerste prothese.

Een botinfectie dwong haar zware antibiotica te nemen, waardoor ze haar verloor. De Amerikaanse rol in de genocide maakte haar ongemakkelijk. ‘De VS doden iemand en huilen daarna op zijn begrafenis’, aldus Ahed. ‘Maar ik had geen keuze. Zonder die reis was ik gestorven.’

Na een tijdje stopte de Amerikaanse ngo haar steun. Ahed kon niet terug naar Gaza, maar had geen familie in de VS. Met haar Amerikaanse visum boekte ze een transitvlucht naar België, naar haar vader.

Geen blij weerzien

Bij hun aankomst in Zaventem, in juni 2024, vroegen Ahed en haar zus asiel aan. ‘Waarom ben je naar België gekomen? Het is veilig in de VS!’, vroeg de immigratieagent. De zusjes werden naar het transitcentrum Caricole gebracht, waar mensen worden vastgehouden die niet over de juiste papieren beschikken om in België te verblijven.

In het gesloten centrum liep het fout. De medische staf nam de speciale intraveneuze antibiotica in beslag die ze uit de VS had meegekregen voor de zware bacteriële infectie op haar bot. ‘Bewoners mochten geen eigen medicatie hebben’, zegt Ahed. ‘Maar dit was op maat gemaakt. Stoppen was levensgevaarlijk.’

‘Ik haat de wereld. Niet alleen de leiders, ook de mensen die niets doen. Iedereen zegt wel hoe erg het is, maar velen doen niets.’

Twee dagen kreeg ze geen antibiotica en ontwikkelde ze hoge koorts. Door metaalresten in haar been bleef ze extreem infectiegevoelig. ‘Ik lag te trillen in bed’, zegt Ahed. Daarna kreeg ze standaardantibiotica, maar die sloeg niet aan. De koorts hield twee weken aan, daarvoor kreeg ze alleen ibuprofen.

Voor haar herstel had ze een eiwitrijk dieet nodig. Het personeel weigerde volgens Ahed af te wijken van het standaardmenu. Ook haar vader mocht aanvankelijk geen eten brengen. Taha deed alles om zorg af te dwingen. Zijn advocaat toonde de noodzaak van haar medicatie aan met medische attesten, maar niemand luisterde. Na een tijdje mocht hij wel gezonder eten meebrengen.

Een maatschappelijk werker eiste dat ze ‘goedemorgen’ zei terwijl ze huilde en stelde ongepaste vragen over haar privéleven. Na twee weken detentie werd ze overgeplaatst naar een open centrum met moeilijke omstandigheden. Haar kamer lag op de derde verdieping, zonder lift. Ze zat in een rolstoel, zonder prothese. Die was in de VS achtergebleven, opsturen was ‘te duur’.

Ahed moest in die periode dringend geopereerd worden, maar ondanks haar goedgekeurde asielaanvraag was haar ziekteverzekering nog niet in orde. Het ziekenhuis eiste voorafbetaling. Taha verkocht zijn restaurant en enige bron van inkomen. ‘Een moeilijke keuze, maar ik wilde dat mijn dochter bleef leven!’

Trauma en vooruitkijken

De amputatie en alles wat volgde tekenden de hele familie. Dokter Hani wil zijn doktersjas aan de haak hangen zodra het geweld in Gaza stopt. ‘Dan verlaat ik deze plaats, open ik een restaurant met mijn broer en zal ik een simpel leven leiden’, zegt hij aan de telefoon. Wat hij zijn nichtje moest aandoen, weegt zwaar. Te veel patiënten kon hij niet de zorg bieden die ze verdienden. ‘Vandaag zag ik tweehonderd patiënten’, zegt hij gelaten.

‘De meesten moeten dringend geëvacueerd worden voor een kans op herstel.’ Hij blijft uit plichtsbesef.

Zijn Moldavisch paspoort gaf hem al meermaals een uitweg, maar hij weigert wegens het nijpende tekort. ‘Een arts verlaat zijn volk niet wanneer het hem het meest nodig heeft.’

Taha kreeg een beroerte op de autosnelweg toen hij vernam wat zijn dochter meemaakte. Hij worstelt nog steeds met zijn gezondheid en stress. Tot op vandaag blokkeert de bureaucratie Aheds ziekteverzekering. ‘Ik heb hier al zeven jaar gewerkt en belastingen betaald, toch kan ik mijn dochter niet de zorg geven die ze nodig heeft.’ Hij blijft België dankbaar en verwijt niemand persoonlijk iets. ‘Iedereen volgt de regels. Maar het systeem zit fout’, besluit hij.

Zijn dochter verloor met haar been ook haar onschuld. ‘Ik haat de wereld’, zegt ze zonder verpinken. ‘Niet alleen de leiders, ook de mensen die niets doen. Iedereen zegt wel hoe erg het is, maar velen doen niets! Waarom moeten wij altijd als eersten sterven, waarom mogen wapens op ons worden getest?’

Als mensen zeggen dat ze de video van haar amputatie niet kunnen bekijken, haakt ze af. ‘Ze willen dat we in stilte sterven. Dat we lijden zonder hun rust te verstoren. Zij moeten enkel kijken, ik heb het beleefd!’

Taha ziet met lede ogen aan hoe zijn vrolijke tiener bikkelhard is geworden. ‘Morgen wordt ze twintig, ze zou zorgeloos en onbezonnen moeten zijn.’ Haar stem verzacht. ‘Soms huil ik’, zegt ze. ‘Maar God gaf me deze taak, dus ik moet er iets positiefs mee doen.’

Ahed wil anesthesiste worden. ‘Zodat niemand ooit nog geopereerd wordt zonder verdoving.’ Ze wil een vak menselijkheid ontwikkelen, dat op school wordt onderwezen. ‘Zodat mensen leren dat we meer zijn dan cijfers in het nieuws. We hebben dromen en gevoelens, zoals iedereen.’


Gevraagd om uitleg zegt transitcentrum Caricole om privacyredenen geen details te kunnen geven over Aheds dossier, maar het benadrukt dat in algemene zin medische zorg in de centra een absolute prioriteit is. ‘Als gespecialiseerde medicatie of een aangepast dieet medisch noodzakelijk is, wordt dat ook voorzien’, beweert het centrum.

 

Dit portret werd geschreven voor MO*158, het winternummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in