Matthieu Aikins, Pieter Stockmans en Toon Lambrechts over journalistiek op de vluchtelingenroute
‘Soms moet je beslissingen nemen als mens, niet als journalist’
Hoe kan journalistiek recht doen aan de waardigheid en de ervaring van mensen op de vlucht? Een gesprek met drie journalisten die door de ogen van vluchtelingen keken naar grenzen, smokkelaars en keuzes.
Matthieu Aikins: ‘Grenzen zorgen ervoor dat gewone mensen plots opgejaagd en vervolgd worden, dat vluchtelingen voortvluchtigen worden.’
Sandor Csudai (CC BY-NC-ND 4.0)
Hoe kan journalistiek recht doen aan de waardigheid en de ervaring van mensen op de vlucht? Een gesprek met drie journalisten die door de ogen van vluchtelingen naar grenzen, keuzes en smokkelaars keken. ‘Je wint aan betrokkenheid en levert in op afstandelijkheid.’
Er is geen toekomst meer in Afghanistan. Tot die harde vaststelling kwam Omar in 2015, de tolk met wie de Canadese journalist Matthieu Aikins jarenlang had samengewerkt in Afghanistan. Aikins besliste op dat moment om zijn vriend en medewerker te vergezellen op de vluchtroute van Kaboel naar Europa.
Aikins sprak voldoende Dari om geloofwaardig te klinken als vluchtende Afghaan, kende voldoende van de stad en het land om de vragen van migratieambtenaren te beantwoorden. Zijn Canadees-Japanse afkomst gaf hem bovendien een voorkomen dat gelezen kon worden als Hazara (een minderheidsgroep in Afghanistan, red.). Matthieu Aikins werd Habib, de journalist een vluchteling.
Hij schreef hun gezamenlijke vluchtervaring neer in De Tolk van Kabul. Het verhaal deed me meteen denken aan artikels die we in 2015 bij MO* publiceerden. Journalist Toon Lambrechts, die als een van de eersten over de Balkanroute berichtte, dook toen onder bij een groep vluchtelingen en deelde hun nachtelijke onzekerheden en tochten door grensbossen.
MO*journalist Pieter Stockmans voegde zich bij een familie van Koerdische Syriërs die hij een jaar eerder bij hen thuis had leren kennen. Hij wachtte met hen in Turkije op de kans om naar de Griekse eilanden over te steken en vergezelde hen door de Balkan, op weg naar veiligheid in België.
Matthieu Aikins was in Amsterdam voor een rondje interviews naar aanleiding van de publicatie van De tolk van Kabul. Toon Lambrechts voegde zich bij het interview vanuit zijn vaste thuisbasis Thessaloniki, in Griekenland. Pieter Stockmans bevond zich die dag op de Roemeens-Oekraïense grens. Door late wijzigingen in de agenda van Aikins lukte het niet om Stockmans mee aan de digitale tafel te krijgen. Ik belde hem na zijn terugkeer uit oorlogsgebied.
Onderdompelingsjournalistiek
Het was een radicale beslissing: Matthieu Aikins zou zijn paspoort achterlaten en afstand doen van het privilege om te kunnen reizen naar alle landen waar Omar probeerde binnen te raken. Hij wou de kwetsbaarheid van de vluchtelingen niet alleen beschrijven maar ook ervaren en dus delen.
Van privilege raak je niet zo makkelijk af, blijkt uit zijn verhaal. Aikins schortte ook de journalistieke afstand op – ook al vinden we die in de regel noodzakelijk om betrouwbaar werk te kunnen leveren.
‘Undercoverjournalistiek betekent dat je er weloverwogen voor kiest mensen en instanties te misleiden, om betere informatie te vinden.’
Matthieu Aikins
Dat was een heel bewuste keuze, zegt hij: ‘De manier waarop vlucht- of migratieverhalen meestal gebracht worden, legt de klemtoon bijna uitsluitend op de ellende, het lijden en de gevaren.’
‘Die donkere kant is heel reëel, maar het leven van vluchtelingen blijft ook onderweg veel ruimer en rijker, met momenten van opwindend avontuur, andere van ontspanning en humor, vele van verveling en wachten.’
Door deel te worden van de reis als Habib, als medevluchteling, kreeg Aikins ook toegang tot die andere kant van het vluchtelingenleven.
Wat ik in het gesprek immersive journalism of onderdompelingsjournalistiek noem, beschouwt Aikins gewoon als een vorm van undercoverjournalistiek. ‘Dat betekent dat je er weloverwogen voor kiest om mensen en instanties te misleiden, omdat je gelooft daardoor betere informatie te vinden en te kunnen doorgeven.’
Pieter Stockmans zegt dat hij er altijd heel goed over gewaakt heeft dat hij zelf géén deel werd van het verhaal, maar zijn positie als observator maximaal behield. ‘Zelfs als je mee aanschuift bij de onderhandelingen met smokkelaars ben je niet echt deelnemer. Je doet alsof.’
Dat klinkt afstandelijker dan het in werkelijkheid was. Stockmans zat dagenlang in de woonkamer waar vader, moeder en kinderen de ene lege dag aan de andere breiden. Hij stond aan het bestelbusje dat het gezin naar de stormachtige Turkse kust voerde, waar ze die avond in een rubberen bootje zouden stappen. Hij deelde de uitputtende tocht door Europa en mocht mee als er met smokkelaars onderhandeld werd.
De rationele vluchteling
‘Wat ik geleerd heb door die onderdompeling,’ zegt Stockmans, ‘ is dat vluchten een zaak is van voortdurende twijfel, uitstel, overleg, afwachten en afwegen van pro’s en contra’s. En als de knoop uiteindelijk doorgehakt wordt, is dat een rationele keuze.’
Dat onderstreept ook Aikins: vluchtelingen maken weloverwogen keuzes en behouden meestal zelf de controle over wat ze wel of niet doen, ondanks alle verhalen over mensensmokkelaars als de nieuwe slavenhandelaars. ‘We moeten loskomen van de emotionele benadering die vluchtelingen ziet als hulpeloze slachtoffers en smokkelaars als geboefte.’
‘Zonder gesloten grenzen is er geen markt voor smokkelaars.’
Journalist Matthieu Aikins
Het is veel nuttiger, zegt hij, om beide groepen te beschouwen als de rationele actoren die ze in werkelijkheid zijn. ‘Smokkelaars zijn handige zondebokken, natuurlijk. Vooral voor politici die pleiten voor strengere grenscontroles.’
‘Maar eigenlijk worden de zaken omgekeerd: smokkelaars en hun handel in mobiliteit vormen niet de oorzaak van migratie. Ze zijn het gevolg van overheidsbeleid dat legale migratie onmogelijk maakt. Zonder gesloten grenzen is er geen markt voor smokkelaars. En hoe strenger de grenscontroles worden, hoe hoger de prijzen die smokkelaars kunnen rekenen voor hun diensten.’
Stockmans: ‘Wat mensensmokkel echt betekent, hoe die functioneert en hoe mensen ermee omgaan kan je pas beginnen te beschrijven als je aanwezig was tijdens de gesprekken. En voordat je aanwezig kan zijn, moet je het vertrouwen van de mensen op de vlucht krijgen.’
Bij Aikins ontstond dat vertrouwen gedurende zijn jarenlange samenwerking met Omar. Bij Stockmans begon het verhaal een jaar eerder in het Syrische Afrin. Hij bouwde vertrouwen op dankzij blijvende contacten. Bij Toon Lambrechts was het een kwestie van kortere contacten en een onverwacht aanbod om mee te trekken.
Grenzen zien er anders uit
‘Vervolgens moet je van de redactie de tijd krijgen om tijd te verdoen’, lacht Pieter Stockmans. ‘Want vluchten is vaak wachten. Uitstel. Overleggen en twijfelen. Nietsdoen.’
Vaak dagenlang zat hij in een woonkamer terwijl er niets gebeurde. ‘Maar net in die “verloren tijd” ontstaan gesprekken binnen het gezin. Bijvoorbeeld over de twijfels die maar niet willen wijken, over de olijfbomen die niet achtergelaten kunnen worden, over de kinderen die onderwijskansen moeten krijgen.’
‘Grenzen zorgen ervoor dat gewone mensen plots opgejaagd en vervolgd worden, dat vluchtelingen voortvluchtigen worden.’
Matthieu Aikins
‘Mensen kunnen je dat achteraf in een interview wel vertellen, maar het gewicht ervan ervaar je toch maar echt door bij hen aanwezig te zijn. De undercoveraanpak, die je toelaat om aanwezig te zijn in de schaduwwereld van vluchten, asiel en migratie, is noodzakelijk om letterlijk te zien en te ervaren wat vluchten doet met mensen.’
Aikins: ‘Door deel te worden van het leven van vluchtelingen begreep ik hoe de wereld eruitziet als je door de andere kant van de telescoop kijkt. Dan zie je grenzen niet langer als wettelijke constructies die bedoeld zijn om naties of inwoners te beschermen, maar als hindernissen voor mensen die bescherming zoeken.’
‘Grenzen zorgen ervoor dat gewone mensen plots opgejaagd en vervolgd worden, dat vluchtelingen voortvluchtigen worden. Je krijgt op die manier ook een andere kijk op de wet en op het breken van wetten, op de moraliteit van “illegaliteit”.’
De journalist is ook maar een mens
‘Op sommige momenten val je uit de rol van journalist en reageer je als betrokken mens’, geeft Pieter Stockmans toe. Omdat hij zag hoe smokkelaars beloften deden die onwaarschijnlijk waren, bracht hij het vluchtelingengezin in contact met een Griekse mensenrechtenorganisatie.
Toon Lambrechts heeft sowieso geen petjes die hij makkelijk kan wisselen, reageert hij: ‘Nu ben ik een journalist, straks ben ik een mens, zo werkt dat niet voor mij. Ik ben altijd mijn menselijke, empathische zelf. En dus besteed ik op reportage vaak meer tijd aan het bijstaan van mensen dan aan het verzamelen van informatie. Toen ik in 2015 berichtte vanop de Balkanroute, logeerden er op een bepaald moment negen mensen in mijn huis die hier, in Thessaloniki, op straat waren komen te staan.’
Als ik Aikins vraag welke journalistieke basisprincipes je niet mag loslaten, hoe diep je ook in een verhaal duikt, antwoordt hij: do no harm. ‘Dat geldt voor je omgang met anderen, maar uiteindelijk ook voor jezelf. Het klinkt eenvoudig, maar op een bepaald moment werd mij de zorg toevertrouwd voor een Afghaanse minderjarige op Lesbos. Dat is niet waar je als journalist op voorbereid bent. Op dat moment moet je beslissingen nemen als mens, niet als journalist.’
Toon Lambrechts is het eens met Aikins, zowel wat betreft het vermijden van schade als de complexiteit daarvan: ‘Alleen al jouw aanwezigheid kan mensen ertoe aanzetten om zaken te doen die ze in andere omstandigheden misschien niet zouden doen. Verder moet je je strikt houden aan wat er gebeurt en niet zwichten voor de verleiding om ervaringen van anderen toe te voegen aan je eigen verhaal om het zo sterker en spannender, of gewoon vollediger te maken.’
Eén perspectief is niet eenzijdig
‘Jezelf onderdompelen in de realiteit van vluchten zorgt ervoor dat je wint aan betrokkenheid en dus inlevert aan afstandelijkheid. In het verhaal dat je brengt, staan de ervaringen van de mensen met wie je op pad was uiteraard centraal’, zegt Pieter Stockmans.
Maar wat dan met andere perspectieven: de kijk van de wet of van een bevolking die zich wil afschermen van mondiale migratiebewegingen? Is het nodig om alle visies weer te geven in berichtgeving over migratie? En lukt dat nog als je zelf zo betrokken geraakt bent?
‘Een inleefverhaal is bijna noodzakelijk “eenzijdig”. Daarom moeten zulke verhalen geflankeerd worden met duidende stukken.’
Pieter Stockmans
Matthieu Aikins vindt dat niet onmogelijk, maar heeft het niet geprobeerd in De tolk van Kabul, ‘omdat het perspectief van Europa al meer dan voldoende aandacht krijgt. Ik geef dus één perspectief. Daarin probeer ik zo echt en eerlijk mogelijk te zijn, zonder te vervallen in het romantiseren van mensen of hun vlucht.’
Toon Lambrechts nuanceert: ‘Tussen de staat en de vluchtelingen zijn er nog wel wat meer perspectieven te geven. Neem de ervaringen van de inwoners van Lesbos, Chios en Samos. Hun leven is gewoon niet meer hetzelfde. Vooral omdat ze, samen met de opgesloten vluchtelingen, aan hun lot worden overgelaten door de verdedigers van wet en orde, van grenzen en bewaking. Hun ervaring verdient meer zichtbaarheid in onze verhalen.’
Stockmans benadert de vraag op zijn eigen, naar volledigheid strevende manier: ‘Om in zo’n verhalend artikel in te breken met de mening van beleidsverantwoordelijken of experts, vind ik heel moeilijk. Zo’n inleefverhaal is dus bijna noodzakelijk “eenzijdig”.’
‘Daarom vind ik het wel belangrijk om zulke verhalen te flankeren met duidende artikels. Daarin kunnen die andere stemmen wel op een evidente manier aan bod komen. Als journalist moet je de lezer zo veel mogelijk het hele beeld tonen, maar je hoeft of kunt dat zelfs niet altijd binnen één stuk doen. Daarvoor zijn dossiers interessant, of gewoon volgehouden berichtgeving over een thema.’
Journalistiek, geen voyeurisme
Journalisten kijken altijd naar buiten, zelden in de spiegel. Toch vraag ik me af wat ze over zichzelf geleerd hebben door bijvoorbeeld maandenlang Habib te zijn op de vluchtroute naar Europa, of door stukken van de vluchtroute te delen met een vluchtelingengezin?
Matthieu Aikins zegt dat hij een beter inzicht gekregen heeft in zijn relatie tot de mensen over wie hij bericht. ‘Voorheen had ik toch vaak het gevoel een voyeur te zijn in het bestaan van andere, kwetsbare mensen. Door deel te worden van dat bestaan, zijn die afstand en die last grotendeels weggevallen.’
‘Ik maak blijkbaar gebruik van de journalistieke opdracht als een harnas dat me beschermt tegen onmenselijkheid of uitzichtloosheid.’
Pieter Stockmans
Voor Toon Lambrechts was deze ervaring een verhevigde vorm van de journalistiek die hij anders bedrijft, en die heeft hem al vaker ‘confronteerde met wat we wel weten, maar nauwelijks beseffen: hoe makkelijk en comfortabel onze levens in het Westen wel zijn, hoeveel zaken we vanzelfsprekend vinden terwijl ze dat voor de meerderheid van de mensheid helemaal niet zijn. Reizen, bijvoorbeeld. Ik heb hier in Griekenland heel goede vrienden, maar zij zitten vast in dit land terwijl ik elke grens over kan telkens als ik dat wil.’
En Pieter Stockmans leerde dat hij blijkbaar gedurende lange tijd heel betrokken en aanwezig kan zijn bij mensen in heel kwetsbare situaties, zonder zelf onderuit gehaald te worden. ‘Het besef dat je dingen ziet, hoort en meemaakt die van groot belang zijn voor de bredere samenleving houdt mij dan recht en gefocust.’
‘Ik weet dat ik op zulke momenten de verantwoordelijkheid heb om letterlijk het medium te zijn: de brug tussen de ervaringen van vluchtelingen en de Belgische burgers die zich geen voorstelling kunnen maken van wat “vluchten” werkelijk is. Om dat te kunnen doen, maak ik blijkbaar gebruik van de journalistieke opdracht als een harnas dat me beschermt tegen de onmenselijkheid of uitzichtloosheid waarin ik me dan bevind.’
Tijdens de lange reis van het gezin via Turkije, Griekenland en de Balkan begon Stockmans’ harnas in Oostenrijk barsten te vertonen. ‘We kwamen alweer in een massa wachtende mensen terecht en plots trof de uitzichtloosheid van de tocht voor zoveel mensen me zo hard, dat ik brak en begon te wenen. Het is belangrijk dat die menselijkheid zo nu en dan de afstandelijkheid doorbreekt. Maar het is ook belangrijk dat de afstand het meestal haalt, want anders wordt journalistiek werk onmogelijk.’
Aan Mattieu Aikins vraag ik ten slotte of hij, na de tocht en het schrijven van zijn boek, een boodschap heeft voor Europese politici en beleidsverantwoordelijken.
Daar moet hij niet lang over denken: ‘Ik weet dat er geen makkelijke antwoorden zijn, maar politici en beleidsverantwoordelijken zouden toch echt een einde moeten stellen aan de toenemende militarisering van de Europese buitengrenzen en het geweld dat daarmee samenhangt. Daarnaast hoop ik dat ze beseffen dat de migratie- en vluchtelingencrisis niet zal ophouden of verminderen zolang de extreme ongelijkheid op de wereld niet aangepakt wordt.’
De artikels van Pieter Stockmans en Toon Lambrechts zijn na te lezen op MO.be
De tolk van Kabul door Matthieu Aikins
is uitgegeven door Alfabet Uitgevers
368 blzn. ISBN 978 90 2134 120 0