‘Aanvallen op medisch personeel nemen schrikbarend toe’

De Amerikaanse bombardementen op een ziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen in Kunduz (Afghanistan) in oktober vorig jaar en de aanvallen van het Syrische regeringsleger op artsen en medische instellingen zijn slechts twee voorbeelden van de gevaarlijke situaties waarin medisch personeel vaak moet werken.

De aanvallen zorgen er ook voor dat de medici niet kunnen doen wat ze moeten doen: hulp verlenen aan burgerslachtoffers.

Toenemende onveiligheid

Als artsen en verplegers worden gedood, brengt dat ook het leven van vele anderen in gevaar die door hun zorgen hadden kunnen worden gered, zeggen deskundigen van Artsen voor Mensenrechten (PHR), Artsen Zonder Grenzen, en de Stichting Open Society.

‘Het conflict in Syrië wordt gekenmerkt door regeringstroepen die een bewuste campagne orkestreren om medische infrastructuur te vernietigen en medisch personeel in de door de oppositie gecontroleerde gebieden aan te vallen’, zegt Elise Baker, programmamedewerker van Artsen voor Mensenrechten.

‘Het is slechts een onderdeel van een campagne die gericht is tegen burgers, en een directe schending van een belangrijk principe in het oorlogsrecht. Het is altijd onwettig om burgers of burgerdoelen zoals ziekenhuizen en scholen te raken.’

Interactieve map

Volgens Baker is het feit dat medisch materiaal en geneesmiddelen grotendeels via Damascus worden verspreid, een bijkomend bewijs voor de stelling dat er een doelgerichte campagne tegen burgers wordt gevoerd. De regeringstroepen laten belangrijke leveringen van medisch materiaal niet door of verlenen enkel doorgang aan de konvooien nadat zaken zoals geneesmiddelen zijn verwijderd.

Geen van de ziekhuizen lag in de buurt van een militaire site.

PHR, dat momenteel vooral bezorgd is om de vele aanvallen op ziekenhuizen in Jemen, maakte een interactieve kaart om de bombardementen op medische instellingen te illustreren. Zeven grote aanvallen op ziekenhuizen in Syrië die ze documenteren, vonden plaats op 10 kilometer van het dichtstbijzijnde front. Geen van de ziekhuizen lag in de buurt van een militaire site. Aanvallen waarvan wordt aangenomen dat ze accidenteel gebeurden of te wijten zijn aan schade, zijn niet mee in kaart gebracht.

2015 recordjaar

Volgens gegevens van PHR werd er in 2015 een recordaantal medische voorzieningen in Syrië gebombardeerd. De regeringstroepen worden verantwoordelijk geacht voor de meeste van de meer dan 100 aanvallen.

Tussen maart 2011 en november 2015 vonden 336 aanvallen plaats op 240 medische voorzieningen in Syrië, 90 procent daarvan werd uitgevoerd door Syrië en zijn geallieerden.

Syrië en zijn bondgenoten zijn verantwoordelijk voor 95 procent van de doden.

In dezelfde periode werden 697 medische hulpverleners gedood. Syrië en zijn bondgenoten zijn verantwoordelijk voor 95 procent van de doden.

‘De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties moet deze aanvallen streng veroordelen’, zegt Baker. ‘De VN-Veiligheidsraad heeft de bevoegdheid om situaties zoals deze naar het Internationaal Strafhof door te verwijzen, maar zoals we weten, zijn de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad tevreden met een patstelling.’

In het geval van Syrië, zo benadrukt ze, weigeren Rusland en China om een krachtiger optreden mogelijk te maken. In het geval van Jemen steunen de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk de door Saoedi-Arabië geleide coalitie.

‘Als gevolg daarvan heeft de VN-Veiligheidsraad, belast met de handhaving van de internationale vrede en veiligheid, jammerlijk gefaald. Het zijn de burgers in Syrië, Jemen en elders die een hoge prijs hiervoor betalen, vaak die van hun leven.’