Airbus wil brandstofcel in vliegtuigen
08 augustus 2012
Vliegtuigbouwer Airbus wil het gebruik van een brandstofcel in een A320-toestel testen. Die moet instaan voor alle elektriciteitsvoorziening aan boord, en kan zo het kerosineverbruik met 15 procent verminderen.
Momenteel leveren de motoren van lijnvliegtuigen niet alleen het vermogen voor de vlucht zelf, maar genereren ze ook alle elektriciteit die aan boord verbruikt wordt voor onder meer verlichting en verwarming, maar ook de hydraulische systemen.
Airbus denkt er nu aan om die stroomvoorziening aan boord over te laten aan een brandstofcel. Een eerste prototype van 90 kilowatt zal getest worden in een A320 die eigendom is van het Duitse Aerospace Center. Als de tests succesvol zijn, wil Airbus in 2015 een eerste commerciële vlucht uitrusten met het nieuwe systeem.
Water
De brandstofcel heeft een aantal belangrijke voordelen. Zo hoeven vliegtuigen niet langer gebouwd te worden met motoren die eigenlijk te groot zijn. De motoren worden immers niet optimaal voor de voorstuwing gebruikt en doen het gewicht van het toestel toenemen.
Bovendien kunnen de motoren veel later gestart worden als het vliegtuig nog aan de grond staat, en kunnen ook de wielen bij het taxiën aangedreven worden door de brandstofcel. De brandstofcel werkt op waterstof en produceert als restproduct water. Daardoor moet op een vlucht minder watervoorraad worden meegenomen.
Airbus schat dat al die voordelen het kerosineverbruik met 15 procent naar beneden kunnen halen. Een flinke besparing op de brandstofrekening dus, maar ook op de klimaattaks die de Europese Commissie eist van de luchtvaartindustrie.