Eén derde van Zimbabwanen zal voedselhulp nodig hebben
Nele Vandersteen
06 juni 2007
Door de slechte Zimbabwaanse oogst en de steeds achteruitgaande economische situatie, zal meer dan een derde van de Zimbabwaanse bevolking aan het begin van 2008 voedselhulp nodig hebben. Dat meldt een gezamenlijk rapport van de Voedsel- en Agricultuurorganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en het Voedselprogramma van de VN (WFP).
De mislukte oogst in de zuidelijke provincies door de droogte en de snelle verlaging van inkomens door het hoge inflatiepercentage van Zimbabwe, hebben de armoede in zowel stedelijke als landelijke gebieden doen toenemen.
Critici beschuldigen de Zimbabwaanse president, Robert Mugabe, ervan de voortdurend achteruitgaande economie slecht te beheren, waardoor 80 procent van de Zimbabwanen werkloos is en zijn of haar gezin niet van eten kan voorzien.
Volgens het rapport van FAO en WFP zullen meer dan twee miljoen Zimbabwanen in het derde trimester van 2007 een beroep moeten doen op voedselhulp. Dat getal zou aan het begin van 2008 tot meer dan vier miljoen oplopen, en dat is meer dan één derde van de totale Zimbabwaanse bevolking, waarvan het aantal op 11,8 miljoen geschat wordt.
352 000 ton granen
De twee VN-agentschappen, die van 25 april tot 18 mei in Zimbabwe waren, schatten dat 352 000 ton granen en 90.000 ton andere voedselhulp nodig is om tegemoet te komen aan de basisvoedselbehoeften van de Zimbabwaanse bevolking.
‘Terwijl de droogte op verschillende plaatsen de oogst vernielde, werd de algemene productie ook getemperd door het gebruik van te weinig meststoffen, brandstoffen en tractoren en door het afbrokkelende irrigatiesysteem van het land’, zegt Henri Josserand van FAO.
‘Daarenboven hebben de lage graanprijzen, die door de regering opgelegd waren, veel boeren ontmoedigd om meer granen voor verkoop te produceren’, zegt Josserand. Daardoor verminderde het aantal beplante hectaren met zes procent, waardoor de opbrengst van de Zimbabwaanse oogst op 799 000 ton graan en 126 000 ton gierst geschat wordt, een daling van 44 procent in vergelijking met 2006.
Voedselhulp welkom
Om het grote voedseltekort te dichten, heeft de Zimbabwaanse regering al contacten gelegd met Malawi en Zuid-Afrika om graan en ander voedsel in te voeren. De regering is ook bereid voedselhulp van andere landen te aanvaarden, op voorwaarde dat er geen ‘politieke voorwaarden aan vasthangen’, meldde het VN-nieuwsagentschap IRIN vorige week.
Toch blijkt het aanvaarden van internationale hulp een gevoelig punt voor de regering. ‘De regering praat niet graag over internationale hulp, omdat ze beseft dat ze daarmee toegeeft dat het beleid gefaald heeft’, zegt Cees Wittebrood, hoofd van het Ontwikkelingsbureau van de Europese Commissie (ECHO) voor Afrika, de Caraïben en de gebieden rond de Stille Oceaan.
Chaotische landhervormingen
De laatste zeven jaren kende Zimbabwe verschillende voedseltekorten, die deels te wijten waren aan de steeds terugkerende droogtes, maar vooral aan de chaotische landhervormingen die de regering doorvoerde. Het rapport van FAO en WFP geeft aan dat het hervormingsprogramma van 2000, waarbij de regering blanke boeren onteigende en hun boerderijen aan landloze zwarten gaf, ‘de landbouwactiviteiten ernstig verstoord heeft omdat verschillende “nieuwe” boeren weinig toegang tot kapitaal en andere toevoerkanalen hebben’.
Volgens het rapport zal de oogst van volgend jaar, en daarbij aansluitend de voedselvoorziening, toenemen als ‘de boeren tijdig en genoeg zaden en meststoffen van goede kwaliteit kunnen krijgen voor het nieuwe oogstseizoen.’ Daarnaast roept het rapport de internationale gemeenschap op om ‘samen te werken aan de verhoging van voedselzekerheid door te investeren in landbouwmechanisatie en -infrastructuur.’