Gedwongen onteigening drijft Chinese boeren tot wanhoopsdaden
Griet Ryckeboer
30 mei 2012
Zelfdodingen en een zelfmoordaanslag: gedwongen onteigeningen dreven Chinese boeren deze maand al tot extreme daden. De oorzaak ligt in de honger naar grond bij de lokale overheden en projectontwikkelaars, die plaats nodig hebben voor hun grootschalige bouwprojecten.
Yangjicun, een dorpje in de Zuid-Chinese provincie Guangdong, besloot een drietal jaar geleden een bouwproject te ontwikkelen. Daarvoor zou de woning van Li Jie’e, een veertigjarige dorpelinge, moeten wijken. Maar Li Jie’e weigerde haar woning te verlaten. Dat was duidelijk niet naar de zin van de lokale overheid: eind maart werd Li Jie’e meegenomen door enkele mannen en opgesloten in een ziekenhuis. Toen ze na drie dagen werd vrijgelaten, was haar huis al gesloopt.
Gedreven door het onrecht dat haar was aangedaan, diende Li Jie’e klacht in bij alle mogelijke instanties. Toen ze nergens gehoor vond, ondernam ze begin mei een drastische daad: vanaf de vijfde verdieping van haar flatgebouw sprong ze de dood tegemoet. Het Franse weekblad Courier International verwoordt het treffend als de tragedie van mevrouw Li Jie’e.
Van protest tot zelfmoordaanslag
De groeiende economie in China vereist grond om bedrijven en woningcomplexen neer te poten. Gedwongen onteigeningen zijn dan ook sinds meerdere jaren schering en inslag. Protesten tegen die onteigeningen zijn legio, maar de voorbije weken leidden ze tot enkele extreme wanhoopsdaden. Het verhaal van Li Jie’e is geen alleenstaand geval.
‘De macht van de lokale overheden is op zich groot genoeg om mensen te onteigenen. Ze hebben er geen wettelijke gronden voor nodig’
Eerder deze maand volgde een inwoonster van Tanghui, een dorpje in Centraal-China, het voorbeeld van Li Jie’e en sprong van een flatgebouw. Ze ging akkoord met de onteigening van haar woning, maar niet met de lage compensatie. In Baihetang, zuidwest-China, leidden gevoelens van onrechtvaardigheid en wanhoop tot een nog extremere daad. Een vrouw blies er zichzelf op, net voordat ze het onteigeningscontract zou tekenen. Vier doden en zestien gewonden waren het gevolg.
Juridische achterpoortjes
Ondanks de tragische verhalen van Chinese plattelandsbewoners, bestaat er sinds 2011 een wetgeving die hen zou moeten beschermen. Juridisch gezien mogen lokale overheden geen woonhuizen onteigenen voordat een gerechtelijke uitspraak dat zo beslist. Bovendien is geweld of dwang bij onteigening wettelijk verboden. Het probleem is echter dat de lokale overheden de wet simpelweg naast zich neerleggen. Vorig jaar werden tientallen ambtenaren om die reden veroordeeld.
Sommigen zoeken nu net hun toevlucht in de wet om hun controversiële onteigeningspraktijken verder te zetten. Zo worden huizen waarvoor vroeger geen bouwvergunning was vereist, nu onteigend op basis van een wet die wel een vergunning voorschrijft. Dang Guoying, professor aan de Chinese Academy of Social Sciences noemt die handeling onwettig. Als een woning vroeger gebouwd is volgens alle wettelijke verplichtingen, dan kan men het niet als illegaal classificeren op grond van een latere wet.
Volgens Guoying hoeven de lokale overheden echter geen juridische achterpoortjes te zoeken om gedwongen onteigeningen door te voeren: ‘De macht van de lokale overheden is op zich groot genoeg om mensen te onteigenen. Ze hebben er geen wettelijke gronden voor nodig’.