HRW: Cambodja gebruikt coronacrisis om tegenstanders op te sluiten

Politie-agenten controleren een burger in Poipet, Cambodja (beeld uit 2011)

Axel Drainville / Flickr (CC BY-NC 2.0)

Sinds de wereldwijde uitbraak van de pandemie werden in Cambodja minstens dertig mensen gearresteerd, waarvan er twaalf banden hebben met de ontbonden Cambodjaanse partij CNRP. De arrestanten werden onder meer beschuldigd van het verspreiden van nepnieuws.

HRW stelt dat de Cambodjaanse autoriteiten de COVID-19-epidemie aangrijpen om het recht op vrije meningsuiting en vergadering nog verder in te perken. “Premier Hun Sen versterkt zijn macht en zet politieke opposanten en critici vast, terwijl de wereld is afgeleid door COVID-19”, zegt Phil Robertson, plaatsvervangend Azië-directeur bij HRW.

“Vreedzame politieke activiteit en het bekritiseren van de regering zijn geen misdaden, ook niet tijdens een pandemie. De autoriteiten moeten de valse beschuldigingen laten vallen en de arrestanten vrijlaten.”

Geen nieuwe covid-19-gevallen

Tussen eind januari en april werden dertig arbitraire arrestaties verricht, zegt HRW. Veertien van deze mensen zitten nog vast op basis van vage beschuldigingen zoals samenzwering, opruiing en het verspreiden van nepnieuws.

Naast activisten van de oppositie gaat het om een journalist die citeerde uit een toespraak van premier Hun Sen en gewone Cambodjanen die zich kritisch uitlieten over de reactie van de regering op de pandemie.

Op 28 april waren er in Cambodja officieel 122 COVID-19-gevallen gemeld, waarvan er geen dateert van na 16 april. Dat er sinds half april geen nieuwe gevallen bij zijn gekomen, roept de vraag op of er wel getest wordt op het coronavirus. En als dat wel gebeurt, of medische professionals dan misschien bang zijn de resultaten openbaar te maken, zegt HRW.