Nepal viert jaar zonder stroperij
IPS
07 maart 2014
Sinds februari vorig jaar werden in Nepal geen tijgers, neushoorns of olifanten gedood. Dat is een opmerkelijke prestatie gezien de nietsontziende stroperij die de dieren elders in de wereld opjaagt.
Stroperij is de laatste jaren opnieuw uitgegroeid tot een enorm probleem in Azië en Afrika. Jaarlijks worden tienduizenden olifanten, tijgers en neushoorns gedood, en het is het nieuws geworden als er even niet gestroopt wordt.
Nepal haalt al voor de tweede keer, na 2011, een heel jaar zonder stroperij, en dat is een heuse prestatie volgens milieuorganisaties. De Nepalese regering vaardigde strengere wetten uit en versterkte de inspanningen om de diersoorten te beschermen.
Het Wereldnatuurfonds (WWF) spreekt van een “model” voor andere landen. “We feliciteren Nepal omdat het stroperij tot nul heeft kunnen terugbrengen binnen zijn grenzen”, zegt Yolanda Kakabadse, voorzitter van het WWF in een reactie. “Deze verwezenlijking is een model voor onze doelstelling om milieumisdrijven wereldwijd terug te dringen, met een combinatie van moedig beleid, een vastberaden implementatie en een robuust afdwingen op het terrein.”
Internationaal probleem
Vorige maand werd in Londen op een top gepraat over een betere aanpak van stroperij en illegale handel in wilde dieren, die wereldwijd goed is voor een omzet van 7 miljard euro.
Ruim vijftig landen en tien VN-organisaties spraken er af om beter samen te werken. Er komen onderzoeken naar corruptie en georganiseerde misdaad, en lokale gemeenschappen zullen meer worden betrokken bij inspanningen om bedreigde diersoorten een veilig leefgebied te garanderen.