Oeganda moet 325 miljoen dollar aan herstelbetalingen voor Congo ophoesten

Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag legt Oeganda 325 miljoen dollar aan herstelbetalingen op aan Congo, voor de wreedheden die het Oegandese leger beging tijdens het gewelddadig conflict tussen beide landen van 1998 tot 2003.

De uitspraak komt 23 jaar nadat de Democratische Republiek Congo (DRC) een aanklacht indiende in Den Haag. Op dat moment bezette het leger van Oegandees president Museveni een deel van het Congolees grondgebied. Museveni was met steun van huidig Rwandees president Paul Kagame - toen nog een rebellenleider - Congo binnengevallen om Laurent-Desiré Kabila van de troon te stoten.

Kabila werd nochtans gesteund door Museveni en Kagame tijdens zijn opstand tegen Mobutu, maar de drie raakten in onmin nadat Kabila de macht in Congo had overgenomen. Rwandese en Oegandese milities speelden in op de onvrede bij dat deel van de Congolese bevolking, dat vond dat Kabila een dictator was van het kaliber van Mobutu.

Natuurlijke rijkdommen

De International Crisis Group noemde het destijds ‘een pan-Afrikaans conflict van grote proporties waarbij een burgeroorlog in DRC centraal stond’. Op het hoogtepunt van de oorlog raakten meer dan negen Afrikaanse landen betrokken bij de gevechten.

Tijdens het bloedig conflict raakten bijna een half miljoen mensen ontheemd.

Tijdens het bloedig conflict raakten bijna een half miljoen mensen ontheemd. Congo eiste aanvankelijk 11 miljard dollar, maar de rechters van de hoogste VN-rechtbank kenden uiteindelijk 225 miljoen dollar toe voor het leed dat berokkend werd aan de bevolking, 40 miljoen euro voor schade aan bezittingen en infrastructuur en 60 miljoen voor verlies aan grondstoffen.

Het conflict speelde zich deels af in de provincie Ituri, die barstensvol natuurlijke rijkdommen zit. Het werd gekenmerkt door plundering van goud, diamanten en hardhout door de binnenvallende militairen. Het vonnis van het Internationaal Gerechtshof is bindend en er is geen mogelijkheid tot beroep.