Oorlogsvluchteling vindt meestal onderdak in arm land
IPS
01 maart 2017
Het grootste deel van de 3,2 miljoen mensen die begin 2016 moesten vluchten, is terechtgekomen in lage- of middeninkomenlanden. Dat staat in een nieuw rapport van de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR.
‘De armste gemeenschappen bieden het vaakst onderdak aan ontheemden’, zei Filippo Grandi, de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen bij de presentatie van het rapport.
‘De armste gemeenschappen bieden het vaakst onderdak aan ontheemden’
Meer dan de helft van de nieuwe vluchtelingen die Syrië ontvluchtten in de eerste helft van 2016, bleef in de directe omgeving: Turkije, Jordanië, Libanon en Egypte.
Andere relatief grote groepen ontvluchtten Irak, Burundi, de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo, Eritrea, Somalië, Zuid-Soedan en Soedan.
In verhouding tot hun bevolking, tellen Libanon en Jordanië het grootste aantal vluchtelingen. Als gekeken wordt naar de economische prestaties van een land, dragen Zuid-Soedan en Tsjaad de grootste last.
Solidariteit in crisis
‘Er is momenteel niet zozeer sprake van een crisis in aantallen, maar een crisis in solidariteit en samenwerking’, zei Grandi.
‘Dit zijn mensen die vluchten voor gevaar, ze zijn zelf niet gevaarlijk’
Van alle landen telt Turkije het hoogste aantal vluchtelingen. Halverwege 2016 telde het land 2,8 miljoen vluchtelingen.
Daarna volgen Pakistan met 1,6 miljoen, Libanon met 1 miljoen, Iran met 978.000, Ethiopië met 742.700, Jordanië met 691.800, Kenia met 523.500, Oeganda met 512.600, Duitsland met 478.600 en Tsjaad met 386.100 vluchtelingen.
Eerder deze maand bekritiseerde Grandi de politisering van het vluchtelingenprobleem in Europa, de Verenigde Staten en andere geïndustrialiseerde landen en regio’s. ‘Dit zijn mensen die vluchten voor gevaar, ze zijn zelf niet gevaarlijk’, zei hij.