Koffiebrander Ray & Jules: ‘Wij willen de koffiesector tegen 2050 CO2-neutraal maken’
Deze start-up toont de weg naar een duurzamere én eerlijkere koffieketen
Axelle Van Collie
24 mei 2020
Ray & Jules is een opvallende speler in de koffie-industrie. Het zet volledig in op koffiebranden via zonne-energie en wil zijn technieken over de hele wereld verspreiden. ‘Fairtrade is de basis, het is abnormaal als je dat niet bent.’
Duurzame oplossingen voor structurele problemen in de koffiesector
In 2018 werd slechts 350 miljoen dollar, of 0,2 procent van de mondiale omzet, geïnvesteerd in een duurzamere koffieketen. Dat blijkt uit de Koffiebarometer van 2018, een onderzoek van Conservation International, COSA, Hivos, Oxfam-Wereldwinkels en Solidaridad. In vergelijking met de Koffiebarometer van 2014, is er weinig veranderd, besloot Oxfam-Wereldwinkels. Terwijl er volgens de organisatie grote nood is aan verandering. En die moet van koffiegiganten komen, met minder aandacht voor en winst op korte termijn, en meer voor het klimaat en sociaaleconomische aspecten.
Volgens Charles Snoeck van Fairtrade België is Ray & Jules daarom een welgekomen speler in het koffielandschap. In die sector is de impact van duurzaamheidsinitiatieven nu nog veel te laag en om te kunnen spreken van een duurzame koffie-industrie, is er nog veel werk aan de winkel, stelt hij. ‘In dat opzicht heeft Ray & Jules de capaciteit om grenzen te verleggen en te innoveren. Het bedrijf toont aan dat duurzaamheid en omzet wel hand in hand kunnen gaan.’
Dat doet Ray & Jules door koffie te branden op zonne-energie. Het wil daarmee de CO2-uitstoot van het brandproces zoveel mogelijk terugdringen. De koffie-industrie stoot jaarlijks zo’n 80 tot 90 miljoen ton CO2 uit, klinkt het bij Ray & Jules. 15 miljoen daarvan is toe te schrijven aan het brandproces. Maar ook bij het produceren, drogen en transporteren van koffie wordt CO2 geproduceerd.
Die hoge CO2-uitstoot is niet alleen een probleem voor het klimaat op zich, maar ook voor de industrie zelf. Want als de temperatuur met gemiddeld een graad Celsius stijgt, kan dat voor de productie van koffiebonen een verlies van 25 procent betekenen. Uit een studie van het wetenschappelijke Amerikaanse magazine ‘PNAS’ uit 2017 blijkt dat de oppervlakte die gebruikt wordt voor het telen van koffie tegen 2050 tussen de 73 en 88 procent zal verkleinen onder invloed van de opwarming van de aarde.
Als de grote spelers niet mee willen? Dan doe je het zelf
Het idee om koffie op zonne-energie te branden via een start-up, was aanvankelijk niet het plan, vertelt Koen Bosmans, mede-oprichter van Ray & Jules. Als oprichter van het bedrijf CEE (Creative, Economical, Environmental) zet hij in op industriële energie-efficiëntie. CEE ontwikkelt technieken voor andere bedrijven om energie-intensieve productieprocessen te verduurzamen. Maar aan de klassieke koffiebedrijven kreeg CEE de koffiebrander op zonne-energie niet verkocht.
Nochtans zijn koffiebedrijven zich volgens Bosmans wel bewust van de nood aan duurzaamheid. Toch blijft verandering uit. ‘De bedrijven vervaardigen goede producten met hun bestaande middelen en zijn economisch rendabel. Daarnaast kijken ze naar elkaar en willen ze met gelijke wapens strijden’, verklaart Bosmans het uitblijven van die verandering.
Bovendien zijn grote bedrijven complex, weet Bosmans uit ervaring met CEE. Het beslissingsproces binnen zo’n bedrijf verloopt niet makkelijk. ‘Soms is er van twintig afdelingen goedkeuring nodig voor het tot een beslissing komt.’
‘We willen de grote spelers tonen dat ons model wel degelijk rendabel is.’
Maar CEE gelooft wél in de technologie, zelfs al blijken de grote bedrijven terughoudend. ‘We besloten daarom ons eigen bedrijf op te richten om aan te tonen dat ons model wel degelijk rendabel is’, verklaart Bosmans het ontstaan van Ray & Jules. Zelfs in een minder zonnig land als België, waar de machines niet altijd volledig op zonne-energie kunnen draaien. ‘We hebben een afstandsleverancier die ons groene stroom levert als we niet voldoende stroom halen uit de zonnepanelen’, vertelt Bosmans.
Maar ook ‘s nachts blijft het bedrijf productief. Overdag vangen de zonnepanelen honderd eenheden energie op. Vijftig eenheden worden onmiddellijk gebruikt om de brander aan te sturen en de andere vijftig eenheden worden opgeslagen in een batterij om die dan ‘s nachts de benutten.
Door de koffiebrander van Ray & Jules wereldwijd in te zetten, kan de koffiesector heel wat minde CO2 uitstoten. Maar ook in andere stappen van het productieproces streeft Ray & Jules CO2-neutraliteit na. Koffiebonen moeten gepeld, gewassen en gedroogd worden voor ze gebrand worden. Dat gebeurt in de productielanden. ‘Het droogproces is een vervuilend proces, want het gebeurt door hout te verbranden. Dat hout haalt men uit boskap, maar wij weten dat dat op een andere manier kan’, vertelt Bosmans.
Ook daar is zonne-energie een oplossing. Het gebeurt al op kleine schaal, in bijvoorbeeld Latijns-Amerika, maar de technologie is nog niet wijdverspreid. ‘Je kan een techniek hebben, maar dat is niet voldoende. Zonder logistiek kom je niet ver, want je hebt een netwerk en ervaring nodig’, zo verklaart Bosmans.
Zonnegeroosterde koffiebonen van Ray & Jules
Niet alleen duurzamere, maar ook eerlijkere koffie
Maar Charles Snoeck van Fairtrade België ziet ook potentieel in de technieken van Ray & Jules om bij te dragen aan eerlijke handel. Terwijl de koffie-industrie jaarlijks 200 miljard dollar opbrengt, zien de boeren in het Zuiden daar weinig van terugvloeien. Per verkochte kop koffie van 2,75 euro, ontvangen de boeren maar 1 cent. De toegevoegde waarde van koffie blijft vooral in de rijke regio’s zoals de Verenigde Staten en Europa. Dat komt vooral omdat de koffie daar verwerkt wordt.
Per verkochte kop koffie van 2,75 euro, ontvangen de boeren maar 1 cent.
Zowel Charles Snoeck als Koen Bosmans geloven dat de koffiebrander op zonne-energie een opportuniteit is om de koffie-industrie opnieuw in evenwicht te brengen. ‘Want die innovatie kan ook toegepast worden door boeren in het Zuiden’, aldus Snoeck. Bosmans hoopt binnen twee jaar koffiebranders naar het Zuiden te brengen. Het doel is om ongeveer vijftig procent van de bonen te roosteren in het land van herkomst, at volgens hem tal van voordelen brengt. ‘Je creëert een lokale economie, maar beperkt ook indirect het CO2-verbruik’, vertelt Bosmans. Dat kan door ook een droogtechniek op zonne-energie te introduceren in die productielanden, maar ook door het brandproces lokaal te houden. Bij het branden verliezen koffiebonen vijftien procent van hun gewicht, waardoor er bij het transport van gebrande bonen ook minder CO2 uitstoot is.
Toch zijn er kanttekeningen te plaatsen bij het roosteren in productielanden. Volgens een rapport van Oxfam-Wereldwinkels verliest koffie haar kwaliteit vanaf drie maanden na het branden. De bootreis die verwerkte koffiebonen afleggen van het productieland naar de afzetmarkt duurt volgens Oxfam-Wereldwinkels enkele weken tot enkele maanden. Met het risico dat de koffie een deel van zijn smaak kan verliezen. Bovendien heffen landen hogere invoertaksen op verwerkte koffie dan op niet verwerkte koffie, waardoor branden in de productielanden momenteel niet even aantrekkelijk is.
Bosmans gelooft dat koffie tot twaalf maanden na het branden geconsumeerd kan worden en dat een bootreis van bijvoorbeeld Congo naar Antwerpen maar zes weken beslaat. Bovendien wil hij niet alle koffie in het land van herkomst branden. ‘Het is de bedoeling dat we alleen dat deel van de koffie in de productielanden roosteren dat op een aanvaardbare afstand van de branderij geconsumeerd zal worden.’
De basis van het probleem: de prijs
Voor een duurzamere koffiesector moet volgens Charles Snoeck niet alleen ingezet worden op minder CO2-uitstoot en een eerlijkere handel. ‘Alle duurzaamheidsinitiatieven en -middelen zijn uiteindelijk gedoemd om te falen als er niet op de prijs wordt ingezet. Tijdens het oogstseizoen van 2018-2019 moest meer dan de helft van de boeren wereldwijd hun productie verkopen aan een prijs die de kosten niet dekt.’ Dat de basis van het probleem bij de prijs ligt, weet ook Bosmans. ‘Fairtrade is de basis, het is voor ons abnormaal als je dat niet bent.’
‘Alle duurzaamheidsinitiatieven en middelen zijn gedoemd om te falen als er niet op de prijs wordt ingezet.’
Vandaag probeert Ray & Jules de koffiebrander op zonne-energie opnieuw aan grote koffiebedrijven te verkopen. Maar bij die aankoop hangt wel een licentieovereenkomst met Ray & Jules vast. ‘Wij willen fijne, zongeroosterde koffie tot bij de consument brengen. Als een andere speler dat ook wil doen, zal die daarom ook fairtrade moeten zijn’, vertelt Bosmans. Dat sommige bedrijven daarom zouden terugkrabbelen, schrikt Bosmans niet af. ‘Dat nemen we erbij, het is niet zo dat geen enkele speler erop in zal gaan. Waar we nu op rekenen zijn early adopters.’
Toch kan een kleine start-up alleen de koffiesector niet verbeteren. Daarvoor moeten de verschillende stakeholders in de industrie samenwerken. ‘Bedrijven, boeren, handelaars, supermarkten en consumenten moeten allemaal hun steentje bijdragen. Alleen zo komen we tot een win-winsituatie waarbij ook boeren ondersteund worden om veranderingen aan te brengen’, verduidelijkt Charles Snoeck.
Ook de overheid heeft volgens Snoeck een rol te spelen. Wim Claes, voorzitter van het Koninklijk Verbond van Koffiebranders (KVK) en Oxfam-Wereldwinkels vroegen al om een structurele aanpak vanuit de overheid. Snoeck wijst op het concept van een gelijk speelveld waarbij de overheid dezelfde duurzaamheidsregels oplegt voor alle koffiebedrijven. Zo kunnen bedrijven stappen nemen richting duurzaamheid zonder zichzelf uit de markt te prijzen ten opzichte van de concurrentie. Claes duidt de nood aan internationaal initiatief aan, waarbij sluitende contracten worden aangegaan en controles worden uitgeoefend. Op die manier kan de overheid volgens hem garanderen dat de koffieboeren correct betaald worden.
Bosmans ziet wel initiatieven vanuit de overheid, zeker wat betreft CO2-uitstoot. ‘De overheid stimuleert de verbetering van bestaande industriële productieprocessen. Het moedigt bedrijven aan om de CO2-uitstoot van hun huidige middelen de verlagen.’
‘Zijn we er al? Natuurlijk niet. Alle goede dingen vragen tijd’, klinkt het bij Ray & Jules.