Regering bidt voor hoger inflatiecijfer
Gustavo González
20 maart 2002
De Chileense regering en vooraanstaande economen
in het land zijn blij met de voorspelling dat de index van de
consumptieprijzen (IPC) in Chili deze maand met 0,8 procent zal aantrekken.
De voorbije vier maanden waren de Chileense kleinhandelsprijzen gemiddeld
genomen gestagneerd of licht teruggelopen. Als zo'n periode van deflatie
lang aanhoudt, is dat een zeker teken dat een recessie op komst is.
Chili was de voorbije jaren trots omdat het voorgoed leek te hebben
afgerekend met de hoge inflatiecijfers van de jaren 70 en 80, maar de
voorbije maanden werd de regering geconfronteerd met het tegenovergestelde
probleem: een dalend prijsniveau. Dat verschijnsel geeft aan dat de
consumptie sterk terugloopt.
In november vorig jaar en in februari van dit jaar bleef het gemiddelde
niveau van de consumptieprijzen in Chili ongewijzigd, in november en januari
noteerde de overheid een daling met respectievelijk 0,3 en 0,1 procent. Niet
dramatisch, maar toch verontrustend voor een land dat prat gaat op zijn
economische stabiliteit.
Chili voelt het effect van de economische crisis in buurland Argentinië. Dat
land kampt al sinds 1999 met een recessie. Ook de vertraging van de
wereldeconomie speelt een rol. Maar ook de binnenlandse vraag in Chili is
maar slapjes.
Chili kijkt nu met enigszins andere ogen naar het extreem lage
inflatiecijfer van 2,6 procent dat het voor 2001 deed optekenen.
Gecombineerd met een economische groei van 3 procent was dat een schitterend
cijfer. Maar de Chilenen zouden dit jaar graag vrede nemen met een ietwat
hoger inflatiecijfer als de economische groei maar onaangetast blijft. De
Chileense Nationale Bank heeft haar groeiprognose voor dit jaar al
bijgesteld van 5,5 tot 3,3 procent, en het Internationaal Muntfonds (IMF)
ziet zelfs nog maar 3 procent groei. Dat is wel nog altijd twee
procentpunten beter dan de gemiddelde groei die de regio Latijns-Amerika zou
kennen.
De Chileense minister van Financiën Nicolás Eyzaguirre zegt dat de regering
niet van plan is de overheidsbestedingen fors aan te zwengelen om de
economie snel weer aan de praat te krijgen. Hij verklaarde dat er in de
begroting wel middelen zullen worden verschoven om de werkgelegenheid te
bevorderen in sectoren die het moeilijk hebben. Na lang aandringen heeft de
Nationale Bank op 12 maart ook de basisrentevoet verlaagd van 5,5 naar 4,75
procent - een forse ingreep voor de normaal heel behoedzaam optredende
instelling.