Strafhof buigt zich over Darfoer
Lien De Coster
11 juli 2008
Maandag maakt hoofdaanklager Luis Moreno-Ocampo van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag de namen bekend van de beklaagden in de zaak-Darfoer. Verwacht wordt dat een aantal hooggeplaatste Soedanezen op het lijstje zullen voorkomen.
Aanstaande maandag zal Luis Moreno-Ocampo bij de rechters van het Strafhof de bewijzen indienen van de misdaden die de voorbije vijf jaar in Darfoer begaan zijn. Dat maakte het ICC donderdag bekend. Intussen wordt druk gespeculeerd over de vraag of de Soedanese president Omar Hasan Ahmad al-Bashir op Moreno-Ocampo’s lijstje van beklaagden voorkomt. Buitenlandse hulporganisaties in Soedan reageren bezorgd op de speculaties. Ze hebben de veiligheidsmaatregelen aangescherpt en voorbereidingen getroffen om een deel van hun personeel terug te trekken.
Veiligheidsraad
Het ICC klaagde eerder al hooggeplaatste Soedanezen aan omwille van hun rol in de oorlog in Darfoer. In april 2007 werd een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen voormalig Soedanees minister van Binnenlandse Zaken Ahmed Haroun en tegen Ali Kushayb, een leider van de Janjaweed-militie. Moreno-Ocampo toonde aan hoe Haroun samenwerkte met de Janjaweed om de burgerbevolking van Darfoer aan te vallen.
Vorige maand verklaarde Moreno-Ocampo voor de VN-Veiligheidsraad dat ‘het hele staatsapparaat betrokken is bij geweld in de westelijke regio’. Het was de Veiligheidsraad die Moreno-Ocampo in 2005 vroeg om onderzoek te doen naar oorlogsmisdaden in Darfoer.
Milities
Sinds 2003 zijn bij het geweld in Darfoer naar schatting 300.000 mensen omgekomen. Arabische Janjaweed-milities voeren regelmatig aanvallen uit op de zwarte burgerbevolking. Volgens veel waarnemers worden de milities gesteund door de regering in Khartoem.