Syrisch journalist Rami Jarrah op onbekende Turkse locatie in de cel

Rami Jarrah werd op 17 februari opgepakt en op een onbekende plaats opgesloten in Turkije. Het Committee to Protect Journalists (CPJ) publiceerde al een oproep aan de Turkse autoriteiten.

Turkse immigratieambtenaren hielden Jarrah vast toen hij een verblijfsvergunning probeerde aan te vragen in Gaziantep. Ze ondervroegen hem over zijn werk als journalist. CPJ eist dat Syrische journalisten als Jarrah vrij en zonder angst voor arrestatie kunnen werken vanuit Turkije.

Jarrah had dit een week geleden in het interview zelf voorspeld: ‘In Turkije ben ik een illegale vluchteling zonder werkvergunning, zoals alle andere vluchtelingen. Als de Turkse politie me tegenhoudt, kan ik worden opgesloten. Wat ik nu doe, sluit nochtans aan bij de Turkse belangen. Dat heb ik ook gezegd toen ik de Turkse president Erdogan ontmoette met een groep Syrische journalisten. We vroegen aandacht voor de slechte behandeling aan de grens met Syrië. Ik vertelde hem dat hij een apart statuut en meer vrijheid moest voorzien voor Syrische journalisten.’

Jarrah voorspelde zijn eigen arrestatie.

Omdat hij Erdogan ontmoette met een groep Syrische journalisten om hiervoor aandacht te vragen, beschuldigden sommigen hem van partijdigheid, ook al had Jarrah zelf gezegd dat hij niet zou zwichten voor Turkse druk.

Ook CPJ herhaalt dat Jarrah bekend staat om zijn onafhankelijke berichtgeving over de oorlog in Syrië. En dat vele Syrische journalisten zoals Jarrah in Turkije een veilige uitvalsbasis zochten. Ze moeten daar beschermd worden, in plaats van vastgehouden en geïntimideerd.

Dit is het zoveelste bewijs dat Turkije geen veilig land is voor Syrische vluchtelingen en al zeker niet voor vluchtelingen die journalist zijn. Toch wil Europa Turkije tot “veilig” verklaren. ‘Ik zeg al langer dat Turkije, bondgenoot van de Syrische revolutie, de grootste vijand zal worden van de mensen die aan de basis van de revolutie lagen’, zegt Jarrah zelf.

In de weken voor zijn arrestatie reisde Jarrah meermaals vanuit Turkije naar Syrië om verslag uit te brengen over de Russische bombardementen op Aleppo. Telkens moest hij de Turks-Syrische grens illegaal oversteken omwille van beperkingen opgelegd door Turkse ambtenaren.

Sommige lezers van het interview op MO.be beschuldigden Jarrah van banden met al-Qaeda. Volgens CPJ is Jarrah net één van de weinige Syrische journalisten die niet gezwicht zijn voor de druk om zich aan te sluiten bij of zich te laten beschermen door een gewapende groep. Daarom wordt hij net geviseerd door zowel Assad als jihadisten. En nu ook steeds meer door Turkije. Een indicatie van het moeilijke labyrint waarin Syrische journalisten moeten navigeren.

Ondertussen loopt er ook al een petitie die de vrijlating van Jarrah vraagt.