Wordt Cuba biobrandstofgigant onder Raul?
Joren Gettemans
22 februari 2008
Fidel Castro was geen fan van biobrandstof. Hij vond het beter om voedsel voor de armen te produceren dan brandstof voor de rijken. Maar zijn broer Raul denkt daar heel anders over. Nu hij waarschijnlijk aan de macht komt, zou Cuba wel eens een belangrijke nieuwe speler op de wereldmarkt kunnen worden.
Voor Fidel Castro in 1959 aan de macht kwam, was Cuba de grootste suikerproducent ter wereld. Vandaag produceert het land amper een tiende van toen, en een groot deel van de verwerkende industrie is in verval. Maar intussen in er op de wereldmarkt heel wat veranderd en is suikerriet een nieuwe goudmijn geworden als grondstof voor biobrandstof.
Uit een studie van de Amerikaanse “Association for the Study of the Cuban Economy” blijkt dat Cuba in optimale omstandigheden elf miljard liter ethanol zou kunnen produceren. Daarmee zou het eiland de derde producent ter wereld worden, na de Verenigde Staten en Brazilië.
Om dat cijfer te bereiken, zou er wel heel wat moeten veranderen. Cuba moet buitenlandse investeerders met open armen ontvangen, heeft een vrije toegang tot de Amerikaanse markt nodig en moet zijn economie grondig hervormen.
Het is erg onwaarschijnlijk dat Cuba op korte termijn dergelijke ingrijpende veranderingen zal meemaken, maar de regering plant wel al de modernisering van elf van de zeventien ethanolraffinaderijen in het land. Volgens de Amerikaanse krant The Wall Street Journal probeerde de Amerikaanse landbouwmultinational Archer Daniels Midland in de jaren negentig in Cuba ethanolproductie op te starten, maar stak Fidel Castro daar toen een stokje voor.