Angst als politiek wingewest

Tine Destrooper volgt voor MO* de Amerikaanse verkiezingen vanuit New York, maar op dinsdag 22 maart werd ze heen en weer geslingerd tussen de Belgische gruwel en de Amerikaanse horror.

  • CC M.A.R.C. (CC BY-SA 2.0) CC M.A.R.C. (CC BY-SA 2.0)

De dag na de novemberaanslagen in Parijs vloog ik van New York naar Brussel. Of ik dat wel zou doen, vroegen bezorgde vrienden in België me. De suggestie dat ik mijn vlucht uit schrik voor verdere aanslagen zou afgelasten, leek me op dat moment absurd. De media in de VS rapporteerden weliswaar op hun gebruikelijk groteske manier over Molenbeek, maar ik kon de situatie vanop afstand moeilijk inschatten.

Toen ik landde in België begreep ik de vraag van mijn vrienden iets beter. De sfeer was niet zo dramatisch veranderd als sommige beelden in buitenlandse – en binnenlandse – media suggereerden, maar bijna onvoelbaar, onmerkbaar en vooral onderhuids, was er in die dagen na de aanslagen een spanning die ongesproken hing te hangen, in de lucht, in de huizen en in onze hoofden. Een onbestemde spanning. Misschien het gevolg van de sensationalistische berichtgeving en de politieke grootspraak. Misschien de voedinsbodem ervan.

Met een grote mond – zoals gebruikelijk – bagatelliseerde ik de angst die sommigen beschreven, en declareerde resoluut het belang van precies alles te doen wat we normaal zouden doen, alsof er niks aan de hand was. Tot ik, een week later, terug op Zaventem, alweer onderweg naar New York, moest erkennen dat ook mijn zenuwen op scherp stonden, moest toegeven dat het discours van de grote media (over ongeziene terreur, verschrikkelijke bloedbaden, onvoorspelbaarheid en haat tegen alles wat westers is) ook mij een onbehaaglijk gevoel had gegeven, zonder dat ik me ervan bewust was geweest.

Tijdens het inchecken hoorde ik een jonge man naast me half binnensmonds en erg zenuwachtig melden aan de persoon achter de balie dat hij hoopte dat het geen probleem was dat hij motoronderdelen vervoerde in zijn koffer, dat dat er misschien een beetje verdacht kon uitzien. Motoronderdelen? Op een vliegtuig? Waarom is die gast zo zenuwachtig? Mijn conclusie was binnen een fractie van een seconde gemaakt: dit is het dan, een aanslag! Heb ik iedereen voor mijn vertrek gezegd dat ik van hen hou?

Dit soort onrust is instinctief, menselijk, perfect begrijpelijk, en, zoals Bart Eeckhout vandaag schreef in De Morgen, gewoon gezond.

Onrust als politiek wingewest

Na de aanslagen van dinsdagmorgen 22 maart zullen de spanning, angst, kwaadheid en het verdriet waarschijnlijk veel meer uitgesproken en tastbaarder zijn dan in november. Laten we misschien maar hopen dat dat het geval is. Dat we onze angst, kwaadheid, verdriet – en liefde? – kunnen benoemen en verwerken op een gezonde manier. Laten we hopen dat politici en media voldoende ruimte laten hiervoor.

De dikke, zware gevoelens die nu in de lucht hangen worden namelijk pas een probleem als ze geen gezonde aandacht krijgen, als strategen primaire emotie gaan uitbuiten voor politiek gewin.

De bezorgde berichtjes en telefoontjes van collegas die ik deze morgen mocht ontvangen in een anders zo zakelijke omgeving deden me heel even hopen dat er effectgief op een gezonde manier gereageerd zou worden. De steun, de bezorgdheid, de warmte en de menselijkheid, zowel tussen personen als vanwege politieke leiders, ook hier in de VS, was voedend.

In volle voorverkiezingsstrijd leken de commentaren aan weerszijden van het politieke spectrum heel even gelijklopend te zijn. Belangrijke leiders, inclusief president Obama, riepen op tot eenheid en rechtvaardigheid ongeacht nationaliteit, etnie of geloof.

Maar tegen 8 uur, lokale tijd, kreeg ik een bericht van een collega, dat ik wellicht best het Fox interview met Donals Trump niet zou bekijken. Dat deed ik – uiteraard - prompt wel. Het feit alleen al dat naar zijn mening omtrent dit onderwerp werd gevraagd, leek me compleet zinloos, als ware hij van enig wezenlijk belang in de buitenland beslissingen van de VS. Als ware er enig wezenlijk of verrassend inzicht te verwachten .

It was a beautiful place with zero crime, and now it’s a disaster city, it’s a total disaster, and we have to be very careful in the United States, we have to be very vigilant about who we allow into this country. I would close up our borders to people.”

Ja zeg! Kom nu, meneer Trump! Echt?! Brussel als een verschrikking portretteren gewoon omdat u niet wenst te zien welke fantastische burgerinitiatieven en bruisende buurten er zijn, en de laffe en verschrikkelijke acties van deze morgen representatief vindt de inwoners van die stad? De complete nonsense over zero crime maar blijven herhalen om een punt te maken over, ja, waarover eigenlijk? Het uitzoeken van een zondebok – uiteraard moslims in de breedste zin van het woord – zonder rekening te houden met de walging van de meerderheid van de islamitische gelovingen? En dan ook nog uw valse rouwbetuiging gebruiken als stapsteen om uw eigen xenofobe, onrealistische en haatdragende beleidsvoorstellen (of wat daar moet voor doorgaan) nogmaals in de kijker te zetten?

Ik ben niet enkel bang als ik dat hoor. Ik ben woedend! Woedend om zoveel gebrek aan respect van politici voor het leed van burgers, woedend om zoveel blinde machtslust, uren nadat mensen het leven laten, families uit elkaar gerukt worden en een land in diepe rouw is.

Hoe we daders – niet – tijdig kunnen identificeren

Ik volg vandaag de berichtgeving over de aanslagen vanop afstand. Ik volg ze meerbepaald stiekem op het kleine scherm van mijn telefoon, tijdens een conferentie omtrent ‘de tirannie van het algoritme’, waar spekers twee dagen lang waarschuwen voor de impact van ‘predictive analytics’ op mensenrechten, voor hoeveel macht we geven aan algoritmes die kunnen helpen in het screenen en identificeren van potentiële daders maar die zelf erg oncontroleerbaar zijn.

Informatie- en communicatie-technologie en de “dataficering” van een toenemend aantal domeinen van ons leven, hebben geleid tot ongeëvenaarde hoeveelheden kwantitatieve data over individuen en groepen, data die nu wereldwijd gebruikt worden door overheden om risico’s in te schatten. In welke buurten zijn drugsdelicten meer waarschijnlijk? Waarheen sturen we politie-teams  tijdens betogingen? Hoe kan voorspellende statistiek ons helpen bij het bestrijden van gewelddadig extremisme en terrorisme?

Dat deze modellen niet onfeilbaar zijn is vandaag gebleken. Maar wat belangrijker is, is de mate waarin ze bepaalde groepen stigmatiseren en profileren als potentieel gevaarlijk. Het simpele feit dat iemand moslim is bijvoorbeeld, leidt volgens deze modellen tot een hogere dreigingsscore, en dus – in bijna alle gevallen – een hogere mate van surveillantie.

Terug naar de jonge man die bij het inchecken motor-onderdelen declareerde. Uiteraard was hij onrustig! Hoe had het ook anders gekund, hij was een jonge man met een huid iets donkerder dan die van mij, die kon aanzien worden voor een “moslim”, en die de dag na de aanslagen in Parijs mechanische onderdelen in zijn bagage declareeerde op de luchthaven in Brussel, dat plots uitgeroepen was tot epicentrum van de wereldwijde jihad. Ook als we niet snappen wat algorithmic profiling precies betekent, weten we verdomd goed wanneer we als verdachten zullen worden gezien, en gaan we ons gedrag daar ook aan aanpassen.

Als ik dan deze ochtend - tijdens een discussie omtrent het gebrek aan regulering in het domein van data-verzameling, omtrent de macht van private bedrijven in het verzamelen en verwerken van data, en omtrent de gebrekige transparantie van de algoritmes en modellen - het standpunt van minister-president Geert Bourgeois zie binnenlopen, dat ‘privacy moet kunnen wijken voor veiligheid’, gaat mijn haar rechtop staan.

We riskeren elke waarde en elke instelling waarop onze maatschappij gebouwd is te ondermijnen. De balans tussen burger en overheid gaat als eerste op de brandstapel, want voorstellen als deze maken de overheid alziend en almachtig, en maken de burger ‘verdacht tot het tegendeel bewezen is’.

En dan merk ik dat mijn angst voor dat kruipend gif onbeschrijflijk veel groter is dan het moment van onbehagen aan die incheckbalie. Dit is angst voor een dystopische, Orwelliaanse toekomst; een nachtmerrie waarin onze eigen politici en media een prominente rol in spelen.

De angst om te verliezen wat ons –allemaal- dierbaar is

Ook vanop afstand voel ik die angst, angst voor het verloren gaan van een maatschappij waar ik me goed in voel - niet als gevolg van terrorisme, of toch niet in de eerste plaats, maar wel van blind populisme, van politiek geïnspireerd angstzaaien, van ongegronde en opruiende meningen, van het blinde geloof dat de oplossing zou kunnen liggen in een verdeel-en-heers politiek.
En, als ik heel eerlijk ben – en ik weet het, het hoort niet – voel ik die angst veel dieper wanneer het gaat over Brussel dan wanneer het gaat over eender welke andere aanslag die we de laatste tijd hebben moeten verwerken. Waarom toch?

Omdat mijn wortels in België liggen, omdat mijn geliefden in België wonen, omdat mijn waarden gevormd zijn door de Belgische samenleving en omdat ik me diep verbonden voel met die plek…

… Net zoals de burgers en groepen die nu reeds, uren na de aanslagen, geviseerd worden, en voor wie dit moment weer dreigt te leiden tot een zoveelste opflakkering van xenofobie.

En ik voel me machteloos hier aan de andere kant van de oceaan, maar kijk er nu al naar uit om morgen mijn assistente – met hoofddoek – weer op kantoor te zien toekomen met haar standaard ochtendbegroeting: ‘It’s gonna be a rough day, but remember, united we stand, divided we fall.’

Tine Destrooper (Dr.) is Uitvoerend Directeur van het Centrum voor Mensenrechten aan New York University in de Verenigde Staten. Ze schrijft dit stuk in eigen naam.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • onderzoeker CHRGJ en Wissenschaftskolleg

    Tine Destrooper is onderzoeker aan het Centrum voor Mensenrechten aan New York University (CHRGJ) en aan het Wissenschaftskolleg Berlijn.

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.