“‘Beste burgemeester (ter wereld): zorgt u ook voor betaalbaar wonen?’
Tine Danckaers kreeg de vraag om een brief te schrijven aan "haar burgemeester", toevallig ook de beste burgemeester ter wereld. 'Ik betaal met plezier belastingen als ik weet dat het leidt tot een beter woonaanbod voor àlle Mechelaars.'
Ben Kerckx CC0
Beste Burgemeester, Beste Bart,
sta me toe dat ik u bij de voornaam noem. Verhaal die vrijpostigheid maar op deze verdomd somerse (jawel, gepikt van een van uw eigen facebookpostjes) dagen. De hitte treft iedereen, denk ik dan, ook burgemeesters die nog slechts drie maanden verwijderd zijn van de gemeenteraadsverkiezingen.
Houdt u het wat koel? Ik neem aan van wel. U weet wellicht dat u gebeiteld zit als “beste burgemeester ter wereld”. U leidt een stadsbestuur dat volgens de Vlaamse Stadsmonitor het best scoort in vertrouwen van de burgers. U slaagde erin de grommige Mechelaar oprecht fier te maken op onze stad. U staat niet alleen bekend als een uitmuntende communicatiestrateeg, u heeft ook naam gekregen als een verbindende burgemeester - een politicus die diversiteit eerder als een prettige uitdaging dan als een bedreiging ziet. Dat dit laatste nog niet is doorgedrongen tot uw politiekorps, vergeeft men u. Tussen ons gezegd, u kwam ook goed weg met de U-turn die u maakte tegenover uw schepen van Burgerzaken en Integratie die weigerde een koppel te huwen omdat hij geen handdruk kreeg. Maar goed, na achttien jaar burgemeesterschap en goede rapporten krijgt u nauwelijks wind tegen. Sta me toe om u toch wat wind op het zeil te geven, al was het bij wijze van verkoeling op deze warme dagen. In het Mechelse bestuursakkoord 2013-2018 lees ik dat de bestuursploeg voluit kiest voor een stad waar iedereen meetelt, ‘een stad die niemand uitsluit en niemand achterlaat’. Dat is letterlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dat blijkt ook uit de Mechelse realiteit anno 2018.
U weet, net zo goed als ik, dat wonen in Mechelen een dure zaak is geworden. En u zou ook moeten weten dat wonen een recht is voor iedereen. Dat kwam namelijk ook aan bod tijdens het voorbije stadsfestival Op.Recht.Mechelen dat u zo graag promootte als een noodzakelijk pleidooi voor recht en rechtvaardigheid.
Onder uw bestuur zette Mechelen vooral in op het aantrekken van bemiddelde tweeverdieners. De minder bemiddelde Mechelaars bleven eerder in de kou, of op hittegolfdagen als deze in te benauwde, overbezette en oververhitte woningen.
Alleen, onder uw bestuur zette Mechelen vooral in op het aantrekken van bemiddelde tweeverdieners. De minder bemiddelde Mechelaars bleven eerder in de kou, of op hittegolfdagen als deze in te benauwde, overbezette en oververhitte woningen.
Een krantenartikel kopt dat betaalbaar wonen in Mechelen steeds moeilijker is geworden. Ik lees dat in tien jaar tijd de gemiddelde prijs van een Mechelse woning met 46,5 procent is gestegen. Waar die woning in 2007 153.000 euro kostte, kost datzelfde huis nu 230.000 euro. Nu hoor ik u meteen argumenteren dat u inzette op het aantrekken van nieuw kapitaal als hefboom voor “opwaartse sociale mobiliteit”, zoals het in dure woorden in uw bestuursakkoord staat. Ik hoor u zeggen dat u pleit voor een sociale mix. Ik vrees echter dat dit verhaal niet klopt. Het speelt namelijk om te beginnen niet in op de reële noden. Die noden zijn er wel degelijk, dat geeft u zelf ook toe. Al in 2013 schreef de Mechelse bestuursploeg dat ‘de welvaartstaat onder druk staat en dat de armoede steeds scherper wordt’. Armoede in Vlaanderen is zes jaar later niet gedaald, integendeel. Uit de recentste kansarmoede-index van Kind en Gezin blijkt dat de kansarmoedecijfers in alle Vlaamse provincies nog maar eens zijn gestegen. Ook in Mechelen steeg het aantal kinderen die in kansarmoede worden geboren. Uit de jaarlijkse rondvraag die het Netwerk tegen Armoede voorlegt aan zestig verenigingen waar armen het woord nemen, springt wonen torenhoog uit als zowat de grootste problematiek.
Volgens armoede-expert Wim Van Lancker (KULeuven) heeft een stad te weinig instrumenten om armoede te tackelen, omdat inkomensbescherming en tewerkstelling op de hogere bestuursniveaus liggen. Maar, vergeef me dat ik blijf putten uit het bestuursakkoord, u zegt zelf dat de antwoorden in de stad en de stedelijkheid liggen. Ik treed u daarin dus graag bij, en vind dat we moeten streven naar een betaalbare stad voor iedereen. Ik verslikte me echter in mijn koffie toen ik hoorde dat de duurste sociale woning - met drie slaapkamers - in het project Ganzendries, waarvan Woonpunt Mechelen de bouwheer is, 272.000 euro kost. Daar zijn niet eens inbegrepen: vloeren, badkamer en keuken plus een maandelijkse geschatte kost van 100 euro, voor onder meer parking en gemeenschappelijk onderhoud.
Maar goed, voor veel kansarmen zijn koopwoningen geen optie. Ze zijn met andere woorden overgeleverd aan de huurmarkt, waar noch privé-woningen noch sociale woningen ruim in aanbieding zijn.
Het Mechelse stadsbestuur verzekerde om tijdens deze legislatuur 300 nieuwe sociale woningen te bouwen. Daarbij beloofden u en uw ploeg ook om verder in te zetten op de renovatie van 1500 bestaande sociale woningen. Ik heb geen zicht op welke projecten zijn uitgevoerd of in uitvoering zijn, maar ik hoorde waaien dat alleen al de renovatie van de Gandhiwijk - zacht uitgedrukt - niet voor volgend jaar is. Mechelen tekende ook een woonbeleidsconvenant met Vlaanderen om 107 extra sociale huurwoningen te bouwen in de komende drie jaren. Mooi zo, maar ik hoor bij armoedeorganisaties dit: het is en blijft te weinig.
Ik wil onze stadsgenoot Pat Donnez toch bijtreden als hij het een schande vindt om als rijke regio aan een armoedepercentage van ongeveer vijftien procent te zitten.
In onze stad staan 2400 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Met een gemiddelde wachttijd van zeven jaar zitten we op dezelfde trieste lijn als de rest van Vlaanderen. Door de renovatie van het bestaande patrimonium krijgen mensen die reeds in een sociale - te renoveren - woning wonen, voorrang om tijdens de renovatieperiode in een vervangwoning te stappen. Dat is logisch, maar het zet de andere gegadigden alweer wat langer in de wachtrij. Wie het echt helemaal kunnen schudden om in een sociale woning te stappen zijn de kwetsbare grote gezinnen. Het beperkte aanbod voor grote woningen is al lang een kwaal. In de Mechelse wijk Arsenaal, een wijk die niet uitblinkt in rijkdom, is bijna 99 procent van de kwetsbare - vaak grote - gezinnen afhankelijk van de private huurmarkt. We weten dat die markt niet vreemd is aan huisjesmelkerij en discriminatie tegenover leefloners en anderstaligen. Ik hoor dat in de wijk Arsenaal gezinnen met drie tot vier kinderen in beschimmelde appartementen met 1 slaapkamer wonen.
Enfin, beste Bart, u begrijpt mijn punt. Ik vind het aangenaam wonen in mijn geboortestad Mechelen. Maar ik wil onze stadsgenoot Pat Donnez toch bijtreden als hij het een schande vindt om als rijke regio aan een armoedepercentage van ongeveer vijftien procent te zitten. Ik betaal met plezier belastingsgeld als ik weet dat het leidt tot een beter woonaanbod voor àlle Mechelaars. En serieus, ik vind dat persoonlijk veel prettiger voor het sociale welbevinden en het zieleheil van onze stad dan die Plopsaqua die vooral gericht is op het aantrekken van toeristen.