‘Blijft de wereld vasthouden aan een status quo die ongelijkheid vergroot?’

Arjen Sterk

03 november 2025
Opinie

Van financieel rendement naar publieke waarde

‘Blijft de wereld vasthouden aan een status quo die ongelijkheid vergroot?’

Morgen, 4 november, begint in Doha de tweede wereldtop voor Sociale Ontwikkeling. Terwijl miljarden dollars rondcirkelen in schaduwbanken en belastingparadijzen, groeit de bestaansonzekerheid wereldwijd. Het is tijd dat overheden kapitaal opnieuw richten op publieke waarde in plaats van private winst, schrijft econoom Arjen Sterk. De middelen om deze trend te keren zijn er. De vraag is of er politieke wil bestaat om ze in te zetten.

De financiële sector is in veertig jaar van een bijrol in de wereldeconomie uitgegroeid tot spil ervan. Terwijl mondiale financiële activa in 2024 opliepen tot bijna 500 biljoen dollar – vijf keer het wereldwijde bbp – worstelt de helft van de wereldbevolking met bestaansonzekerheid.

Het kapitaal wegtrekken uit productieve en sociale investeringen vergroot de ongelijkheid. Slechts een fractie stroomt naar infrastructuur, innovatie of werkgelegenheid; het grootste deel van het geld circuleert binnen het financiële systeem zelf. Ondertussen zorgen schaduwbanken en offshore-constructies voor systeemrisico’s en wordt publieke investeringskracht ondermijnd.

Hervormingen via eerlijke belastingen, strengere regulering en sterke sociale bescherming zijn dringend nodig om kapitaal opnieuw te injecteren in een economie van publieke waarde. De VN-top over Sociale Ontwikkeling in Doha (november 2025) biedt een nieuwe kans om deze hervormingen concreet te maken. Hier kunnen landen stappen zetten om financiële stromen te heroriënteren naar sociale bescherming en klimaatactie, en zo bestaansonzekerheid wereldwijd te verkleinen.

Waar gaat het geld naartoe?

Het kernprobleem is niet een tekort aan geld, maar waar het naartoe gaat. De financiële sector is geëvolueerd tot een systeem dat geld in haar eigen sector pompt in plaats van waarde te creëren. Slechts 15 % van het wereldwijde financiële kapitaal komt terecht in de reële economie; het grootste deel circuleert binnen het financiële systeem zelf. Daarbovenop is naar schatting 2 % van het mondiale vermogen weggesluisd naar offshore-structuren, buiten bereik van belastingheffing en publieke investeringen. Sinds 2005 is de waarde van mondiale financiële activa verviervoudigd, terwijl publieke schulden en private kwetsbaarheid alleen maar zijn toegenomen.

Het resultaat is toenemende ongelijkheid met een steeds rijker wordende elite, vastlopende publieke voorzieningen zoals ziekenhuizen of scholen en een groeiende kwetsbaarheid van samenlevingen.

De hamvraag is dus hoe kapitaal zich opnieuw kan richten op publieke waarde – klimaat, sociale bescherming en economische veerkracht – in plaats van op private winstmaximalisatie.

Hiervoor is een actieve en strategische rol van de overheid onmisbaar. Alleen staten kunnen de spelregels herdefiniëren, publieke investeringen richting geven en de financiële sector disciplineren zodat kapitaalstromen bijdragen aan brede maatschappelijke doelen. Die rol kan langs drie pijlers worden vormgegeven: fiscale rechtvaardigheid, regulering en transparantie, en versterking van sociale bescherming.

Herverdelen door fiscale rechtvaardigheid

De ervaring van de twintigste eeuw laat zien dat progressieve belastingen een cruciale hefboom zijn voor herverdeling en opbouw van publieke voorzieningen. In de Verenigde Staten lag het hoogste tarief op inkomstenbelasting tussen 1930 en 1980 gemiddeld boven de 80 procent. In Europa liepen toptarieven in dezelfde periode op tot 90 procent. Deze hoge tarieven gingen niet ten koste van economische groei; integendeel, ze vielen samen met een periode van hoge productiviteit en brede welvaartsopbouw.

Vandaag zijn de verhoudingen volledig omgedraaid. De belastingdruk op arbeid blijft hoog, terwijl kapitaal relatief licht wordt belast. Vermogensongelijkheid is daardoor sterk toegenomen. Volgens Oxfam bezit de rijkste 1 procent van de wereldbevolking inmiddels ongeveer twee derde van alle nieuwe rijkdom die wereldwijd wordt gecreëerd. Tussen 2020 en 2021 vergaarden zij ongeveer 26 biljoen dollar van de in totaal 42 biljoen dollar nieuwe rijkdom, wat de extreme concentratie van rijkdom en de groeiende ongelijkheid benadrukt.

Nieuwe voorstellen laten zien dat alternatieven wél voorhanden zijn. De Franse econoom Gabriel Zucman pleit voor een mondiale vermogensbelasting van 2 % op miljardairs. De jaarlijkse opbrengst – naar schatting 250 miljard dollar – zou voldoende zijn om schulden van de armste landen te verlichten en massaal te investeren in klimaatadaptatie en sociale bescherming. Dat dit politiek controversieel is, illustreert vooral de macht van gevestigde belangen. Hier ligt een strategische taak voor overheden: het herontwerpen van belastingstelsels zodat kapitaal opnieuw bijdraagt aan publieke waarde.

Schaduwbanken en belastingparadijzen

Een tweede pijler is strengere regulering van kapitaalstromen. De opkomst van schaduwbanken laat zien hoezeer toezicht tekortschiet. Ze werken als tussenpersonen tussen beleggers en kredietverstrekkers en bieden financiering en baar geld aan de financiële markten. Inmiddels vindt een kwart van de mondiale kredietverlening plaats buiten de gereguleerde bankensector. Deze instellingen opereren vaak ondoorzichtig en vergroten systeemrisico’s, dat werd zichtbaar tijdens de financiële crisis van 2008.

Daarbovenop komt de rol van belastingparadijzen. Naar schatting wordt jaarlijks tussen de 500 en 600 miljard dollar aan belastingopbrengsten wereldwijd misgelopen door winstverschuiving en vermogensverplaatsing. Het Tax Justice Network becijferde dat ontwikkelingslanden hierdoor meer verliezen dan ze ontvangen aan officiële ontwikkelingshulp.

Oplossingen liggen voor de hand: verplichte rapportage van vermogen dat de grens overgaat, beperking van schaduwbankieren en een mondiale financiële transactiebelasting die korte-termijnspeculatie ontmoedigt. Zulke maatregelen zijn technisch haalbaar, maar stuiten op weerstand van landen die financieel voordeel halen uit de status quo. Juist hier is internationale samenwerking en politieke sturing door staten cruciaal – om de financiële sector weer in dienst te stellen van publieke waarde.

Armoede stijgt

De derde pijler is versterking van sociale vangnetten. Terwijl de waarde van financiële activa explodeert, neemt bestaansonzekerheid voor grote groepen toe. In 2023 leefden volgens de Wereldbank 700 miljoen mensen in extreme armoede. Maar ook in rijke landen groeit de kwetsbaarheid: flexibele arbeidscontracten, stijgende woonlasten en ontoereikende pensioenen maken dat werk steeds minder zekerheid biedt.

Sociale bescherming is in die context niet slechts een morele plicht, maar een economische noodzaak. Sterke vangnetten zorgen voor stabiliteit, vergroten de koopkracht en maken samenlevingen weerbaarder tegen schokken. Een universele basiszekerheid voor ouderen, mensen met een beperking en informele zorgverleners is cruciaal. Zonder zulke garanties blijft de belofte van economische ontwikkeling leeg.

Het is opnieuw de overheid die hier een strategische rol speelt: door sociale zekerheid niet te zien als kostenpost, maar als investering in publieke waarde – in veerkracht, productiviteit en sociale cohesie.

Sevilla en Doha in perspectief

De VN-top over Financiering voor Ontwikkeling in Sevilla (juni–juli 2025) liet zien dat ambitieuze voorstellen – zoals een mondiale vermogensbelasting en schuldherstructurering – technisch haalbaar zijn, maar politiek moeilijk te realiseren. Rijke landen en de private sector hielden fundamentele hervormingen tegen, waardoor de mogelijkheden om financiële stromen te heroriënteren naar publieke waarde beperkt bleven.

Doha (november 2025) biedt een nieuwe kans. Deze top legt de nadruk op de sociale dimensie van duurzame ontwikkeling: universele sociale bescherming, armoedebestrijding en meer zekerheid op de arbeidsmarkt. Door financiële stromen bewust richting publieke voorzieningen te sturen – gezondheidszorg, onderwijs, fatsoenlijk werk – kan Doha bijdragen aan een meer inclusieve en veerkrachtige wereldeconomie.

De inzet is hoog. Waar Sevilla vooral draaide om financiële hervormingen, gaat Doha om de vraag hoe financiële middelen concreet worden vertaald naar maatschappelijke baten. Daarmee wordt zichtbaar dat publieke waarde geen bijproduct is van economische groei, maar een resultaat van bewuste keuzes en politieke sturing.

Conclusie

Financialisering, of het groeiende geld dat binnen de financiële sector blijft, is geen natuurwet, maar het resultaat van politieke keuzes. Nieuwe keuzes kunnen de trend keren: via progressieve belastingen, strengere regulering en robuuste sociale bescherming. De middelen zijn er. De vraag is of er politieke wil bestaat om ze in te zetten.

Doha wordt een test voor die politieke wil. Worden er stappen gezet om kapitaalstromen opnieuw te richten op publieke waarde, of blijft de wereld vasthouden aan een status quo die ongelijkheid vergroot en publieke voorzieningen ondermijnt?

Arjen Sterk is econoom en expert internationale ontwikkeling.

De meningen en standpunten in deze opiniebijdrage zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs die van de MO*redactie.

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in