“‘‘Duizenden kinderen in Burundi groeien op in het donker’’

Stel u voor dat uw kind blind geboren wordt door een aandoening die met een eenvoudige operatie te verhelpen is, maar dat die operatie nooit plaatsvindt. Voor duizenden kinderen in Burundi is dat geen hypothetisch scenario, maar dagelijkse realiteit.

Elk jaar worden er ongeveer 264 kinderen geboren met congenitale cataract, een oogaandoening die vanaf de geboorte het zicht belemmert of wegneemt. Volgens de International Agency for the Prevention of Blindness (IAPB) gaat het om een van de meest voorkomende oorzaken van blindheid bij kinderen. Zonder ingreep verliezen deze kinderen hun kansen: naar school gaan, spelen, een beroep leren, een toekomst opbouwen.

Een land onder druk

Burundi behoort tot de armste landen ter wereld. Meer dan 60 procent van de bevolking leeft van minder dan 2,15 dollar per dag. Gezondheidszorg is minimaal, met amper 24 dollar per inwoner per jaar. Voor ouders die dagelijks moeten kiezen tussen eten of medicijnen, is een operatie voor hun kind vaak onbereikbaar.

Daar komt bij dat het land kampt met bevolkingsgroei, migratie en conflicten in de regio. Tienduizenden vluchtelingen en interne ontheemden belasten een zorgsysteem dat al verzwakt is. Burundi telt amper twintig oogartsen voor meer dan 13 miljoen inwoners, waarvan slechts acht gespecialiseerd zijn in chirurgie. Buiten de hoofdstad Bujumbura is gespecialiseerde zorg bijna onbestaande.

Het vergeten land

Als er in de internationale pers over de regio wordt geschreven, gaat het vaak over Rwanda of Congo. Burundi raakt in de schaduw van zijn buurlanden, ook al zijn de noden er minstens even groot. Voor kinderen die met blindheid geboren worden, betekent dat nog een extra onrecht: hun verhaal blijft vaak onzichtbaar.

Burundi is geen uitzondering. In heel Sub Sahara Afrika zien we dat kinderen met cataract veel te laat of helemaal niet geopereerd worden. Armoede, gebrek aan gespecialiseerde artsen en beperkte infrastructuur leiden tot een vicieuze cirkel van blindheid en uitsluiting.

Organisaties zoals Light for the World willen actief de inspanningen van regeringen en lokale partners bijtreden om de toegang tot oogzorg te verbeteren. Daarbij gaat de aandacht vooral naar kinderen en vrouwen. Dit gebeurt steeds via lokale partners, met de ambitie om duurzame verandering te ondersteunen.

Laat deze kinderen niet in de kou staan

Juist op dit moment klinkt wereldwijd de roep om te besparen op ontwikkelingssamenwerking. Ook in België staan nieuwe besparingen voor de deur. Besparingen zouden betekenen dat kinderen die vandaag al te weinig kansen krijgen, ook morgen geen uitzicht hebben op behandeling en hoop op een betere toekomst. Besparen op de rug van de meest kwetsbare kinderen, die door een eenvoudige operatie hun zicht en hun toekomst zouden kunnen terugkrijgen, is een keuze die moreel onverdedigbaar is.

Investeren in ontwikkelingssamenwerking is investeren in zicht en toekomst voor kinderen.