Ramp boven ramp
Een ramp bovenop een ramp, dat is de indruk die de hulpverlening drie jaar na de dramatische aardbeving van 12 januari 2010 in Haïti nalaat. De Amerikaanse journalist Jonathan Katz schreef er recent een boek over met de veelzeggende titel The Big Truck that went by: How the world came to save Haïti and left behind a disaster.
Inspraak en participatie bij de wederopbouw, dat was ongeveer het enige en het eerste wat de Haïtianen vroegen na de aardbeving. Het was aan dovemansoren gezegd. ‘De donoren besteden het geld aan hun eigen agentschappen, zodat het hun eigen regeringen en prioriteiten ten goede komt’, is de stelling van Katz.
Het industriepark in het Haïtiaanse kuststadje Caracol is daar een manifest voorbeeld van. Onder het mom van hulpverlening primeert de Amerikaanse economie er boven de Haïtiaanse, zelfs in zo’n extreme noodsituaties van dakloze en hongerige families. De Haïtianen zouden veel meer gebaat zijn bij een wederopbouw die hen tegelijk nieuwe vaardigheden bijbrengt en kansen creëert. Bij een aanpak die hen in staat stelt hun eigen bevolking te voeden en hun landschap ook fysiek weer robuust te maken. Bij investeringen in kleinschalige duurzame landbouw en lokale industrieën.Al decennialang bepalen de VS het lot van dit Caribische eiland en daar is de lokale bevolking nog nooit beter van geworden.
Tot nog toe is slechts de helft overgemaakt van de tien miljard euro die bilaterale en multilaterale instanties hadden beloofd. Misschien kan de andere helft dan in die lokale ontwikkeling geïnvesteerd worden? En misschien kan de internationale gemeenschap de controle daarover eindelijk delen met de Haïtianen. Dat zou meteen een oplossing zijn voor het gebrek aan geloofwaardigheid waarmee de Verenigde Naties in Haïti kampen.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2968 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Commentaar
-
Nieuws
-
Magazine
-
Essay
-
Analyse