‘Regimewissel in Iran zou wel eens slecht kunnen uitpakken’

Andrew Thomas

19 juni 2025

Wie springt in het vacuüm?

‘Regimewissel in Iran zou wel eens slecht kunnen uitpakken’

Als de bombardementen op Iran het regime kunnen doen vallen, is de kans klein dat er een democratie voor in de plaats komt, schrijft Midden-Oostenexpert Andrew Thomas van de Deakin University. Een nog meer bedreigende macht zou het vacuüm kunnen vullen.

De timing en doelwitten van de Israëlische bombardementen op Iran tonen dat de Israëlische premier Benjamin Netanyahu in de eerste plaats de nucleaire wapenprogramma’s van Iran wil treffen.

Maar Netanyahu heeft ook op een ander doel gealludeerd: hij zei dat de oorlog met Iran “zeker” zou kunnen leiden tot een regimewissel in de islamitische republiek. Die opmerking kwam nadat een Israëlisch plan om de opperste leider van Iran, ayatollah Ali Khamenei, te vermoorden, naar verluidt was afgewezen door de Amerikaanse president Donald Trump.

Het is geen geheim dat Israël al langer de val van de huidige regering van Iran wil, net als veel regeringsfunctionarissen in de VS. Maar hoe zou het eruit zien als de Iraanse regering ten val zou komen?

Het Iraanse politieke systeem

De Islamitische Republiek Iran, gesticht in 1979 na de Iraanse Revolutie, heeft democratische, theocratische en autoritaire elementen.

Grondlegger ayatollah Ruhollah Khomeini had een staat voor ogen die geleid zou worden door islamitische geestelijken en juristen. Zij moesten ervoor zorgen dat alle beleidsmaatregelen in overeenstemming bleven met de islamitische wet.

Het idee dat een regimewisseling zou leiden tot een volledige democratie die verbonden is met Israël en de VS, is erg onwaarschijnlijk.

Omdat Iran vóór de revolutie een constitutionele monarchie was, werden de theocratische elementen in feite geënt op de bestaande republikeinse elementen, zoals het parlement, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht.

Iran heeft een éénkamerstelsel (één kamer van het parlement: de Majles), en een president: momenteel Masoud Pezeshkian. Beiden worden verkozen in regelmatige verkiezingen.

Maar hoewel er democratische elementen in dat systeem zitten, is het in de praktijk een “gesloten kringloop” die de geestelijke elite aan de macht houdt en vermijdt dat de hoogste leider uitgedaagd wordt. Er is een duidelijke hiërarchie, met de hoogste leider aan de top.

De huidige leider Khamenei trad aan na de dood van Khomeini in 1989 en is al meer dan 35 jaar aan de macht. Als voormalig president van Iran werd hij tot hoogste leider gekozen door de Raad van Experten, een 88 leden tellend orgaan van islamitische juristen.

Hoewel de leden van die raad door de bevolking worden gekozen, moeten de kandidaten worden gescreend door de machtige Raad van Hoeders, die twaalf leden telt. De helft van dat orgaan wordt geselecteerd door de hoogste leider, terwijl de andere helft wordt goedgekeurd door de Majlis.

De raad beoordeelt ook alle kandidaten voor het presidentschap en het parlement. Bij de verkiezingen van vorig jaar werden zo veel kandidaten gediskwalificeerd.

Daardoor kampt de hoogste leider steeds vaker met een legitimiteitscrisis bij de bevolking, en de opkomst bij verkiezingen is stelselmatig laag. Freedom House geeft Iran een wereldwijde vrijheidsscore van amper 11 op 100.

De hoogste leider benoemt ook rechtstreeks de leiders in belangrijke bestuursstructuren, zoals de rechterlijke macht, de strijdkrachten en de Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC).

De almachtige garde

Iran is dus verre van een democratie. Maar het idee dat een regimewisseling zou leiden tot een volledige democratie die verbonden is met Israël en de VS, is erg onwaarschijnlijk.

De Iraanse politiek is extreem verdeeld. Ideologische facties zoals hervormers, gematigden en conservatieven zijn het voortdurend oneens over belangrijke beleidsterreinen. Ze proberen invloed te verwerven bij de hoogste leider en de rest van de geestelijke elite, maar geen van die facties staat bijzonder gunstig tegenover de VS, en al helemaal niet tegenover Israël.

Ook institutioneel zijn er facties. De machtigste groep in het land is de geestelijke elite, aangevoerd door de hoogste leider. De op één na machtigste factie is de Revolutionaire Garde (IRGC).

Oorspronkelijk is die opgericht als een soort persoonlijke bewakingsdienst voor de hoogste leider, maar de garde kan zich qua gevechtskracht inmiddels meten met het reguliere leger.

Politiek gezien is de garde extreem hardline. In sommige periodes overtrof de invloed van de IRGC die van presidenten in eigen land, waardoor er aanzienlijke druk op hun beleid werd uitgeoefend. De garde steunt presidenten alleen openlijk als dat in lijn is met de islamitische revolutionaire doctrine.

Kandidaat nummer één

De garde heeft niet alleen aanzienlijke militaire macht, materieel en politieke invloed, maar is ook sterk verweven met de Iraanse economie. Ze profiteert van de status quo, en wordt door sommigen ook wel omschreven als een “kleptocratische instelling”. IRGC-functionarissen krijgen vaak staatscontracten toegewezen en zouden betrokken zijn bij het beheer van de “zwarte economie”, die gebruikt wordt om sancties te ontwijken.

Kortom: de IRGC is meest waarschijnlijke politieke instelling die de controle over Iran zou overnemen als de geestelijke elite uit de macht zou worden gezet.

De algemene consensus is dat de IRGC in vredestijd niet de middelen heeft om een staatsgreep te plegen als de opperste leider zou sterven. Maar in oorlogstijd, tegen een duidelijke vijand, zou de situatie anders kunnen zijn.

Mogelijke scenario's na Khamenei

Dus, wat zou er kunnen gebeuren als Israël de opperste leider zou vermoorden?

Eén scenario is een staat van beleg, geleid door de IRGC, die - op zijn minst op korte termijn - zou worden opgericht om de revolutie te beschermen.

In het onwaarschijnlijke geval dat de volledige geestelijke leiding gedecimeerd wordt, zou de IRGC kunnen proberen de Raad van Experts te hervormen en zelf een nieuwe hoogste leider te kiezen, mogelijk zelfs door de kandidatuur van Khamenei's zoon te steunen.

Het spreekt voor zich dat zo’n scenario niet zou leiden tot een staat die vriendelijker staat tegenover Israël of de VS. Sterker nog, het zou potentieel een factie kunnen versterken die al lang pleit voor een militantere reactie op beide.

Een ander scenario is een volksopstand. Netanyahu lijkt dat zeker mogelijk te achten, zoals hij in een interview de afgelopen dagen zei: ‘De beslissing om in actie te komen, om deze keer echt in opstand te komen, is de beslissing van het Iraanse volk.’

Veel Iraniërs zijn al lang teleurgesteld in hun regering – zelfs met gematigdere en hervormingsgezinde elementen. De afgelopen decennia zijn herhaaldelijk massale protesten uitgebroken – de meest recente nog in 2022 – ondanks zware represailles van de politie.

We hebben genoeg revoluties gezien om te weten dat zoiets opnieuw mogelijk is – het huidige Iran is zelf uit zo’n revolutie ontstaan. Maar nogmaals: dat de nieuwe politieke leiders dan vriendelijker zouden staan tegenover Israël en het Westen is verre van zeker.

Het is perfect mogelijk dat Iraniërs zowel hun eigen leiders minachten, als de buitenlandse mogendheden die hun leven op zijn kop zetten.

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door IPS-partner The Conversation.