‘Wanneer gelden de Olympische waarden ook voor sportorganisaties en sponsors?’

Yves Vanden Auweele

27 september 2025
Opinie

Hoe lossen we het probleem van sportswashing op?

‘Wanneer gelden de Olympische waarden ook voor sportorganisaties en sponsors?’

Rwandees president Paul Kagame en UCI-topman David Lappartient, Kigali, 23 februari 2025.

Rwandees president Paul Kagame en UCI-topman David Lappartient, Kigali, 23 februari 2025.

Vandaag vindt in Rwanda het hoogtepunt van het WK wielrennen plaats: de wegrit voor de eliterenners. Er is al veel inkt gevloeid over de bedenkelijke wijze waarop landen sportevents gebruiken om hun imago op te poetsen. Emeritus-hoogleraar Yves Vanden Auweele stelt een eenvoudige oplossing voor om tot een waardengestuurd sportsysteem te komen.

We hebben een mooie sportzomer achter de rug met onder andere het EK basketbal en voetbal voor de vrouwen, Wimbledon, de Tour de France, enzovoort. Vandaag is het de wegwedstrijd elite mannen van het WK wielrennen in Rwanda. We zagen heel wat atleten de Olympische waarden belichamen: fairplay, eerlijkheid, vriendschap, rechtvaardigheid, respect en excelleren. Deze waarden zijn een moreel ankerpunt voor elke topsporter.

Maar gaat het tegenwoordig in de sport niet vooral om geld, macht, prestige, invloed? Atleten en de juryleden moeten bij het begin van de spelen de Olympische eed zweren, terwijl bij zowel de lokale als internationale sportorganisaties en de sponsors de marktlogica, het recht van de sterkste, en de kapitaalkrachtigste geldt.

Dubbele moraal

Die dubbele moraal wordt zeker opgemerkt. Denk maar aan de reacties op de organisatie van het WK voetbal in Qatar in 2022. Daar werden de mensen- en arbeidsrechten bij de bouw van stadions zwaar geschonden. Er worden vandaag ook vragen gesteld bij de toekenning van de WK voetbal aan Saudi-Arabië in 2032 en - getuige de vele recente nieuwsberichten - het WK wielrennen aan Rwanda dat vandaag haar hoogtepunt kent. Deze toekenningen bewijzen dat het verdienmodel, macht en prestige het halen van de mensenrechten, de Olympische waarden, de arbeidsrechten, de Europese waarden.

Opportunistisch de kool en de geit willen sparen, wegkijken van de kwalijke neveneffecten van het marktisme om de geboden financiële kansen ten volle te kunnen benutten, rekt de Olympische moraal en de integriteit van de competitiesport uit tot op het breekpunt. De morele kosten dreigen groter te worden dan de baten die via de sport worden nagestreefd. Wat op het spel staat is de toekomst van het huidig waarden gestuurd sportsysteem.

Men kan er des te minder van blijven wegkijken of bagatelliseren nu meer dan ooit organisatoren en sponsors alle terughoudendheid laten varen en openlijk hun financiële belangen, hun uitkijken naar en steunen van de meest voordelige niet altijd kosjere partners laten primeren op alles.

Er is de verschuiving van grote kampioenschappen en toernooien steeds meer naar bedenkelijke autocratische, nationalistische regimes: Rusland, China, Saudi-Arabië, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, en binnenkort misschien ook India.

Er is de bedenkelijke reactie van de FIFA op kritiek ten aanzien van de mensenschendingen om en rond het WK voetbal in Qatar in 2022. Bij monde van haar voorzitter Infantino reageerde ze met een ‘pot verwijt de ketel’-argument, verwijzend naar de kolonisatie en de slavenhandel. Hij schaarde zich hierbij duidelijk opportunistisch achter het Arabische anti-Europese sentiment van zijn lokale partner.

Er is de afgevaardigde van de Belgische wielerunie die onomwonden verklaarde als organisatie geen morele reactie te kunnen en willen geven op de organisatie van het WK wielrennen in Rwanda en verwees naar de persoonlijke moraal van elke geselecteerde renner om te beslissen al dan niet deel te nemen.

Enhanced Games

Het meest agressieve en openlijke afwijzing van de Olympische waarden ten voordele van lucratieve winst in de sport is de oprichting van een liga enhanced sports, waarbij atleten van vijf disciplines (zwemmen, atletiek, gymnastiek, kracht- en vechtsport), zich mogen doperen. De eerste spelen van deze liga worden georganiseerd in Las Vegas van 21 tot 24 mei 2026. De redenering en verantwoording van de organisatoren (o.a. Trump Jr. & de investeringsmaatschappij 1789 Capital): ‘De elites die verantwoordelijk zijn voor wereldwijde sporten hebben al meer dan honderd jaar innovatie onderdrukt, individuele grootsheid gefnuikt en geweigerd atleten de grenzen van wat mogelijk is te laten verleggen. Dat is nu voorbij. De Enhanced Games vertegenwoordigen de toekomst: echte competitie, vrijheid en records die verpulverd zullen worden.’ (sic)

De waarden van het IOC, het WADA, de Europese Unie en haar Europees sportmodel, alsook van het Drugs en Criminaliteitsbureau van de VN (UNODC) worden hierbij schaamteloos voor schut gezet: een ongeziene frontale aanval op de morele pretenties van de sport stelde profesoor Jeroen Scheerder (KULeuven) in een artikel in Knack in maart 2025.

Olympische waarden verankeren in een juridisch kader

Europa heeft, toegegeven, een bedenkelijke geschiedenis van kolonisatie en slavernij, van interne rivaliteit en oorlogen. Ze moet daar terecht haar verontschuldigingen voor aanbieden. Maar ze mag niet blijven aan zelfverwijt doen. Wat telt is dat Europa er mee gestopt is en dat ze sinds 1945 stap voor stap een waardengestuurd continent aan het realiseren is. Die mag ze niet temporiseren of terugdraaien in de verwarring van de geopolitieke machtsverschuivingen. De blijvende migratiestromen uit het Midden-Oosten en uit Afrika naar Europa en niet naar autocratische landen bewijzen dat men hoopt en verwacht dat Europa zich ook aan die waarden blijft houden.

Europa, en hopelijk ook het IOC, het WADA en het UNODC zouden meer moeten doen om hun morele geloofwaardigheid te behouden dan hun diepe bezorgdheid over de gang van zaken uit te drukken. Ze zouden hun hakken in het zand moeten zetten en offensief de Olympische waarden moeten verdedigen.

Volgens sportfilosoof Jim Parry zijn de Olympische waarden eigenlijk universeel menselijke waarden. Ze zouden die waarden niet enkel aan de atleten maar ook aan organisatoren en sponsors van sportevenementen moeten opleggen, en hen een Olympische eed, in geëigend format, juridisch moeten afdwingen.

Een Olympische eed voor organisatoren en sponsors raakt de kern van de zaak, het is verstaanbaar en redelijk.

Is een eed niet meer van deze tijd? De recente introductie van een beroepseed voor bankiers in België bewijst het tegendeel. Op 15 januari 2025 werd de wet tot invoering van de bankierseed en tuchtrechtelijke regeling gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Bankiers moeten zweren de belangen van de klant centraal te stellen en zorgvuldigheid en integriteit betrachten, veilig, voorzichtig en geen misbruik maken van hun kennis. Het doel is om het vertrouwen van het publiek in de banksector terug te winnen en te versterken na het failliet van de Optima-bank.

Een Olympische eed voor organisatoren en sponsors raakt de kern van de zaak, het is verstaanbaar en redelijk. Waarom zouden atleten wel een eed moeten zweren en organisatoren en sponsors niet? Een eed legt een publieke norm vast, het zou expliciteren dat organisatoren en sponsors morele verplichtingen hebben tegenover atleten, publiek, lokale gemeenschappen en het milieu. Het zou de verplichting expliciteren aandacht te besteden aan mensenrechten, transparantie en duurzaamheid na te streven en corruptie te bestrijden. Het zou fungeren als een referentiepunt voor externe toetsing en bij schendingen aanleiding geven tot publieke kritiek of zelfs sancties indien gekoppeld aan contractuele verplichtingen. Als het juridisch afdwingbaar zou zijn, zou het louter window dressing voorkomen.

Kortom, de sport moet haar morele geloofwaardigheid afdwingen. Ze zou zich niet langer onmachtig mogen laten bespelen en afdreigen door de sterksten, de machtigsten en de financieel krachtigsten. De sportleiders zouden de moed moeten hebben om de morele geloofwaardigheid van de sport actief af te dwingen, ze zouden op zijn minst een discussie hierover moeten initiëren.

Yves Vanden Auweele is emeritus-hoogleraar sport- en bewegingspsychologie aan de KULeuven en is auteur van het boek “Vreugde en Pijn in de Sport”, uitgegeven bij Maklu.

De meningen en standpunten in deze opiniebijdrage zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs die van de MO*redactie.