Waarom het middenveld essentieel is voor een betere sociale cohesie
Burgerlijke weerbaarheid in Estland en Letland: ‘Een hechte samenleving is iets om trots op te zijn’

© Thibault Coigniez

© Thibault Coigniez
In Estland en Letland is burgerlijke weerbaarheid een werkwoord geworden. Maar is iedere burger wel bereid om zijn steentje bij te dragen? Om ook hun Russische minderheden aan boord te houden, blijft het middenveldwerk cruciaal. ‘We willen niet alleen een verhaal over dreigingen en gevaar vertellen.’
Zelfverzekerd zet de veertienjarige Aaron Kopvelt het antitankwapen op zijn schouder. Hij is een van de jonge deelnemers op deze familiedag van de Estonian Defence League (EDL) in Kaila, een voorstadje van Tallinn. Kopvelt is al het één en het ander gewoon. Sinds twee jaar zit hij bij de ‘youngeagles’. Dat is de jongerenafdeling van de EDL, beter bekend als ‘Kaitseliit’. Het is het grootste Estse militaire vrijwilligerskorps.
‘We moeten weten hoe we kunnen overleven in de bossen. In groepjes zetten we tenten op. ’s Nachts houdt er altijd iemand de wacht. Overdag leren we bijvoorbeeld bunkers bewaken of wapens hanteren. En als we iemand met een rood-wit geblokt lintje zien, roepen we ‘‘vijand’’. Nog vier jaar en dan mag ik bij de echte Kaitseliit aansluiten. Daar kijk ik naar uit.’
Kopvelt is niet alleen. Met de jongeren- en vrouwenafdelingen erbij telt de Kaitseliit nu zo’n dertigduizend leden. Op een bevolking van 1,3 miljoen is dat gigantisch. Volgens majoor Neeme Brus vormt Rusland hun beste ambassadeur.
‘Sinds 2008, toen Poetin Georgië binnenviel, zien wij ons ledenaantal stijgen. De oorlog in Oekraïne bracht alles in een stroomversnelling. In Estland zijn wij de Sovjetbezetting allerminst vergeten. Velen hebben het ervoor over om hun land te verdedigen tegen onze kwade buur.’ Binnenkort zullen Estland en Letland maar liefst 5% van hun bbp aan defensie spenderen.
Toch vormt die militaire aanpak slechts één aspect van onze nationale weerbaarheid, waarschuwt Brus. ‘Het gros van onze leden zal in tijden van crisis naar het front trekken. Achter hun rug mag de samenleving niet stilvallen. Iedere Est moet zijn steentje bijdragen. Anders zul je het als land niet lang uithouden.’
Maar hoe verzeker je dat iedere Est weet hoe hij kan bijdragen? En is iedere inwoner wel bereid om zich in te spannen? Want als voormalige Sovjetrepublieken hebben Letland en Estland een grote Russische minderheid, die vaak maatschappelijk achtergesteld is. Die kun je niet overtuigen met tanks of artillerie.
Een bredere aanpak, met behulp van het middenveld, lijkt vereist. Een weerbare samenleving kan immers niet zonder sociale cohesie. En net dat kan het middenveldwerk versterken door het stimuleren van een hecht buurtgevoel.
Grote argwaan
Estland en Letland kenden twee periodes van Sovjetbezetting. De eerste duurde slechts één jaar, in 1940. Maar na het vertrek van de Nazi’s in 1944 bleven de Sovjets er tot de onafhankelijkheid van de Baltische staten in 1991.
Meer dan 30.000 Esten en 57.000 letten werden naar de strafkampen in Siberië gedeporteerd. De sovjetautoriteiten beschouwden hen als “vijandige elementen”.
In de jaren 70 moedigden ze etnische Russen aan om naar de Baltische staten te verhuizen. Ze wilden Estland en Letland ‘russificeren’. Tot op vandaag kennen zij dus een grote Russische minderheid. Maar de massale deporaties zorgden bij de Esten en Letten voor trauma’s en argwaan tegenover hun ‘grote buur’.
Van vredes- naar oorlogstaken
In augustus doen de gezapige straten van de oude stad in Tallinn amper vermoeden dat er in één van de witte huizen volop gewerkt wordt aan een oorlogsscenario. Pal op de Toompeaheuvel ligt de Estse rijkskanselarij. Daar is Erkii Tori als beleidsadviseur verantwoordelijk voor het maatschappelijke domein van de defensieplanning.
‘Burgerlijke defensie vormt de andere kant van de medaille. Net als in Finland hanteren wij een totaal concept van defensie. Het militaire blijft belangrijk. Maar je moet ook zien dat de tankstations blijven functioneren, dat de hospitalen voldoende medicijnen krijgen en dat winkels niet zonder eten vallen. Ongeacht je taak in vredestijd moet iedereen ook in oorlogstijd zijn eigen rol vervullen.’
Volgens Tori moet je dus duidelijk keuzes maken. Als voorbeeld verwijst hij naar de parkeerwachters van de stad Tallinn. ‘In crisistijd zijn fout geparkeerde auto’s geen prioriteit. En dus heeft het stadsbestuur een plan klaarliggen om parkeerwachters in te schakelen bij de politiediensten. Want het is vooral belangrijk dat je een planning maakt. Iedereen moet vooraf zijn taak kennen. In volle crisis heb je geen tijd om dat nog uit te dokteren.’
Die taakverdeling gebeurt ook het best zo plaatselijk mogelijk, zegt Erkki. ‘De gemeentebesturen en lokale verenigingen kennen hun mensen het beste. Zij zijn de echte boots on the ground. Want wanneer de elektriciteit zou wegvallen, weten zij welke zaken ze moeten aanpakken en in welk buurtcentrum ze mensen kunnen opvangen.’
Ook voor verenigingen en ngo’s is er in crisistijden een sleutelrol weggelegd. Alleen verliep de samenwerking met de overheid tijdens de covidcrisis eerder chaotisch. Om dat verhelpen stichtte de Estse overheid samen met andere staten aan de Baltische Zee het CREWS-project.
‘Momenteel proberen we vooral om een digitale tool te ontwikkelen. Daarop zullen overheidsinstanties kunnen zien op welke ngo’s ze kunnen terugvallen’, zegt Elina Täht, beleidsadviseur civiele bescherming bij het Estse agentschap voor hulpdiensten.
Aanvankelijk richtte het project zich vooral op natuurrampen, zoals een olievlek in de Baltische Zee. Volgens Täht is de applicatie op aandringen van Estland ook voorzien op een oorlogsscenario.
‘Sinds de oorlog in Oekraïne voelen Esten zich verplicht om hun land en cultuur te verdedigen. Alleen al bij ons departement komen er jaarlijks 115 mensen als vrijwilliger aankloppen. We weten nog niet of individuele vrijwilligers zich zullen kunnen aanmelden op de app. Als dat het geval is, dan zullen de inschrijvingen de hoogte inschieten.’
Naar Törps aanvoelen zit de sociale cohesie in Estland dan ook goed. ‘Meer dan 80% is bereid om voor ons land te strijden. Zelfs de politie is een van de meest gesteunde instellingen – wat zeker niet overal in Europa het geval is. Maar in Estland kent iedereen wel een broer of vriend die bij een vrijwilligerskorps zit. Dat maakt alles veel vertrouwder.’
Russischtaligen onder druk
Nochtans vormen de inwoners van Estland niet per se één grote familie. Zo behoort 20% van de bevolking, zo’n 285.000 inwoners, tot de Russische minderheid. Tijdens de jaren 60 en 70 stimuleerden de Sovjetautoriteiten etnische Russen om zich in Estland te vestigen. De eigenzinnige Baltische identiteit was hun een doorn in het oog. Russificatie drong zich op.
Sinds de onafhankelijkheid in 1991 heeft Estland altijd geworsteld om die aanzienlijke Russische minderheid te integreren. In alle kwalijke statistieken scoort die groep erg hoog. Zo schommelt het armoederisico bij de Estse burgers rond de 18%, terwijl dat bij de Russischtaligen dubbel hoog ligt. En met 10% hebben zij ook twee keer zoveel kans om werkloos te zijn.
Van een succesvolle culturele integratie is ook nog niet echt sprake. Veel Russischtaligen krijgen hun nieuws via Russische nieuwskanalen op Telegram. Door westerse sancties zou het aandeel van de Russische nieuwszenders wel drastisch zijn gedaald. Volgens de nieuwswebsite EER keuren zes op de tien etnische Russen de invasie van Oekraïne af.
Maar dat betekent dat 40% Poetins oorlog wel nog genegen is. En dus namen de Estse autoriteiten drastische maatregelen om die groep verder te assimileren. Zo berichtte MO* al over de wet die de Russisch-orthodoxe kerk in Estland verbiedt om nog te functioneren. Ook het onderwijs in het Russisch werd stevig aan banden gelegd.
Lees hier de reportage over de Russisch-Orthodoxe kerk
In een Georgisch restaurant in Tallinn benadrukt Vootele Pai dat die maatregelen effect zullen hebben. Als voormalig beleidsadviseur van de minister van Binnenlandse Zaken lag hij aan de basis van die strengere aanpak.
‘Je ziet al dat jongere generaties van die Russischtaligen het Ests beter beheersen en ook Estse vrienden hebben. Daardoor krijgen ze makkelijker toegang tot hoger onderwijs en beter betaalde banen. Die wetten zullen die positieve evolutie alleen versnellen.’
Another Daugavpils
Momenteel wekt die drastische inperking van de wetten veel weerstand bij de Russische minderheid op. De kans dat Rusland die wrevel zal aanwakkeren en uitbuiten is zeer reëel. Om de sociale cohesie te behouden lijkt een bredere aanpak nodig. Om dat beter te begrijpen, trekken we naar de meest verguisde stad van hun zuiderburen.
In de nevelregen oogt de centrale winkelstraat van Daugavpils verlaten. De tweede grootste stad van Letland ligt aan de rivier de Dvina, dicht bij de grens met Belarus. Van de 80.000 inwoners is 80% Russischtalig. Net als in Estland ligt de werkloosheid en armoede hoger bij deze groep. En na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne beschouwen veel Letten Daugavpils als een pro-Poetinbastion.
Maar sommige inwoners van Daugavpils willen komaf maken met die negatieve reputatie. Dat is toch de opzet achter de organisatie Another Daugavpils. Achter de façade van een huis in de Rigastraat is zij bezig om een bloeiend middenveld in deze oude sovjetstad te creëren.
Volgens coördinatrice Inga Belousa heeft Daugavpils geen ervaring daarmee. ‘Tot op heden is er amper sprake van een middenveld. Via een wijkgerichte aanpak en lokale WhatsApp-groepen proberen we inwoners met elkaar in contact te brengen. Zo kunnen zij zelf hun eigen problemen aankaarten en oplossen. Ook de autoriteiten moeten er nog aan wennen. Ze zijn het niet gewend dat burgers het heft in eigen handen nemen.’
Bij de concrete activiteiten die zij organiseren horen ook solidariteitsbetogingen met Oekraïne. Volgens Belousa genieten die brede steun. ‘Het zijn altijd de losse incidenten die de media eruit pikken. Terwijl ook veel Russischtalige inwoners onze pro-Oekraïne-acties steunen.’
Zulke acties bieden ook een tegenwicht voor de Russische propaganda. Het toont dat vooral buurtwerk en fysieke activiteiten de Letten en etnische Russen kan verenigen. Belousa ligt dus niet echt wakker van Poetins beïnvloedingscampagne. Haar problemen liggen elders.
‘Eigenlijk zijn wij vooral bezorgd dat veel van onze jongeren Daugavpils verlaten. Na hun studies blijven zij in het bruisende Riga plakken. Door het gemeenschapsleven aan te zwengelen, willen we dat tegengaan.’
Op hun kantoortafel liggen letterlijk de puzzelstukjes van de oplossing. Elk stukje is één bepaalde wijk. Het maken van de puzzel bezorgt je een overzicht van de samenhang tussen de verschillende buurten. Vol passie vertelt de maker hiervan, Vitālijs Meinerts, over de Roma-wijk, de joodse buurt en het verschil tussen de rijkere en armere stadsdelen.
Als homoseksuele jongeman geeft Meinerts zelf te kennen dat sommige buurten problemen kennen. ‘Ten noorden van het station ligt een volksere buurt, waar veel etnische Russen wonen. Daar hebben mijn vrienden en ik ’s nachts wel al eens problemen gehad. Maar dat is niet de enige kant van Daugavpils. Ik woon hier doodgraag en zou voor geen geld ter wereld willen verhuizen.’
Misschien ligt bij die oprechte en verbindende trots wel de sleutel om tot sociale cohesie te komen. Zo benadrukt Erkki Törp dat hij zijn landgenoten niet alleen schrik wil aanjagen, maar ook moed wil inspreken.
‘We willen niet alleen een verhaal over dreigingen en gevaar vertellen. Er zijn echt wel redenen om zelfverzekerd te zijn en vertrouwen te putten uit wat we doen. Het uitbouwen van een hechte samenleving is niet alleen goed voor de weerbaarheid van ons land. Het is ook iets om trots op te zijn.’
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in



