Het hart van Hezbollahs volksleger

Reportage

Het hart van Hezbollahs volksleger

Het hart van Hezbollahs volksleger
Het hart van Hezbollahs volksleger

Terwijl sommigen in het Westen warmlopen voor een militaire interventie in Syrië, raakt iedereen afgeleid van het werkelijke doelwit: de Libanese Hezbollah en Iran. Pieter Stockmans keek achter de oorlogsmist en trok voor MO* een maand lang door de mobilisatiebasis van het Syrische regime en Iran: de drie “deelstaten” van Hezbollah in Libanon.

Jamal Jeshi bewaart zijn bidmatje en exemplaar van de koran in de boom op het terras. Met uitzicht op een vallei gehuld in olijfbomen bidt hij voor het lot van de sjiieten en de ziel van zijn zoon Ali. In de woonkamer hangt een levensgrote affiche van Ali, met gevleugelde doodskist en Hezbollah-logo, naast een poster van Hassan Nasrallah, de sjiitische geestelijke die sinds 1992 secretaris-generaal van Hezbollah is, en de enige die, samen met de Iraanse ayatollah Khamenei, kan beslissen over het gebruik van Hezbollahs wapens.

Lees ook de andere artikels uit dit dossier via de overzichtspagina of via de icoontjes op onderstaande kaart.

De familie Jeshi is in het zwart gekleed. Openhartig vertelt Jamal over zijn zoon: ‘Ali was de eerste martelaar van Jouayia die in Syrië sneuvelde. Hij is nu de zoon van het hele dorp. Zijn affiche hangt overal.’ Huizen in Zuid-Libanon doen dienst als uithangbord voor oude leiders met baarden en jonge martelaren met geweren. Gele vlaggen van het islamitisch verzet geven kleur aan een zee van grijze woonblokken op de bergwanden achter Tyrus. Als moeder die al twee zonen verloor, sterft Rabaab vanbinnen, maar de religieuze doctrine geeft haar nieuw leven: ‘Ons leed is niets vergeleken met dat van imam Hoessein, die zijn familie verloor in het bloedbad van Karbala. We zijn trots dat we ons, net zoals zij, mogen offeren voor onze sjiitische gemeenschap.’ (De profeet wees geen opvolger aan. Na overleg werd zijn beste vriend Aboe Bakr verkozen. Een groep moslims wilde echter het leiderschap binnen de familie houden en koos zijn neef en schoonzoon Ali als leider. Deze groep werd later de sjiieten, of “volgelingen” van Ali, de anderen soennieten. De opstand van Ali’s zoon Hoessein werd in 680 in Karbala (Irak) onderdrukt, ps.)

Ali Jeshi is al negen keer naar Syrië gegaan. Telkens liet hij een videoboodschap achter waarin hij zijn motieven verduidelijkte. ‘In de naam van God, imam Ali en het vaderland ga ik onze religie beschermen tegen de vijand. Als ik niet ga, komen zij naar hier’, klinkt het. Ali echoot het discours van zijn leiders, Hassan Nasrallah en de Iraanse ayatollah Khamenei, die begin 2013 opriepen tot een heilige oorlog tegen de Syrische rebellen. Jamals ogen glimmen van trots als hij zijn zoon in militair uniform op het computerscherm ziet. Zijn blinde vertrouwen in Nasrallah is onwankelbaar, ook al sneuvelde zijn zoon niet in eigen land tegen Israël, maar in een vreemd land tegen Syrische rebellen. In 1982 richtten Libanese en Iraanse geestelijken Hezbollah, de “Partij van God”, immers op als islamitisch verzet tegen Israël.

Rabaab popelt om het uit te leggen, maar dan komt een vreemde man de woonkamer binnen. ‘Als jullie met deze mensen over dat onderwerp willen spreken, moeten jullie toestemming vragen aan Manar TV’, zegt de man vriendelijk terwijl hij zijn rol als Hezbollah-agent met verve speelt. Met een gedwongen lachje aanvaardt Rabaab dat haar de mond wordt gesnoerd en dat Ali’s verhaal de partij toebehoort. Jamal verontschuldigt zich voor hoe de zaken hier nu eenmaal gaan. Volgens Hazem al-Amin, een onafhankelijk sjiitisch journalist uit het zuidelijke dorp Chaqra, probeert Hezbollah de sjiieten te transformeren van een gastvrij volk in wantrouwige militanten.

Maar amper tien minuten nadat de man is vertrokken, verbreekt het echtpaar het spreekverbod en praten ze opnieuw vrijuit over Ali. De kleine Batoel zit er beteuterd bij. Rabaab ontkent dat Batoel lijdt onder de afwezigheid van haar vader. ‘Voor het eerst haalde ze de hoogste cijfers op school. Ze doet nu haar best omdat haar papa naar haar kijkt vanuit het paradijs.’ Maar later zegt ze: ‘Elke dag moet ik huilen en ik wil niet dat Batoel dat ziet. Ze moet de dood van haar vader als iets positiefs bekijken.’

Instrument van iran

Een martelaar kiezen uit de vele straataffiches is doodeenvoudig, maar zomaar het huis van gesneuvelde Hezbollah-strijders binnengaan is not done. Zeker nu het volksleger in staat van oorlog verkeert. Bovendien blijkt Ali Jeshi een hoge pief: hij was een persoonlijke leerling van Imad Moughniyeh, een van de hoogste militaire leiders van Hezbollah, die in 2008 in Syrië werd gedood. Een uur later krijgen we de rekening gepresenteerd. ‘Stop waarmee je bezig bent. Je raakt verwikkeld in iets dat groter is dan jezelf’, dreigt een anonieme stem aan de telefoon. Big Brother is watching us.

‘De Zuid-Libanezen staan onder een totalitaire controle. De partij registreert elke familie, waar ze wonen, wie ze zijn, welk beroep ze uitoefenen. Ga naar Jarjouaa, een ex-communistisch nest waar je barstjes in de muur zal vinden’, had Nasser Hamoud gezegd, zuidelijke coördinator van de anti-Syrische Toekomstbeweging van de in 2005 vermoorde premier Rafiq Hariri. De beweging verloor veel invloed in het zuiden sinds de moord op Hariri, een soenniet die pogingen deed om het sektarisme af te schaffen en nog steeds populair is bij soennieten, christenen én seculiere sjiieten.

Jarjouaa ligt een kilometer of twintig ten zuidoosten van Sidon, in de heuvels waar echo’s van kerkklokken en muezzins door de vallei dwalen. Eén constante in het straatbeeld van de sjiitische, soennitische, christelijk-sjiitische of christelijk-soennitische dorpjes – in geen enkel dorp wonen hier sjiieten en soennieten samen – zijn de Hezbollah-posters. ‘Soennieten die de Syrische rebellen steunen, houden zich hier het best gedeisd. Maar ook voor mij, sjiiet, voelt Hezbollah aan als een bezetting’, zegt professor Mouhammad Ali Moukallad. Hij nodigt zijn kameraden uit voor een diner. De grijze eminenties zijn monddood sinds Hezbollah in de jaren tachtig het communistische verzet uitschakelde en zo het anti-Israëlische verzet monopoliseerde.

‘In 1982, toen ik lid was van het centraal comité van de Communistische Partij, woonde ik in de flat met de moskee in Zuid-Beiroet waar Hezbollah in het geheim werd opgericht’, zegt Moukallad. ‘Na een akkoord tussen Iran en Syrië elimineerde Hezbollah communistische verzetsleiders. Ik moest naar Parijs vluchten. Tot vandaag is Zuid-Libanon een eenpartijstaat.’

In 2009 was Moukallad kandidaat bij de parlementsverkiezingen. ‘Een symbolische daad. Ik vertelde kiezers dat ik niet meedeed om verkozen te worden, maar om te tonen dat er ook een andere weg bestaat in de sjiitische gemeenschap. Maar niemand durfde me te ontvangen. Hezbollah had rondgestrooid dat ik voor Israël spioneerde, en dat iedereen die voor mij zou stemmen een verrader van het verzet was.’

Moukallad is vastberaden zijn kamikazemissie voort te zetten bij de verkiezingen in 2014. ‘Deze keer wil ik echt oppositie voeren’, zegt hij. ‘Hezbollah rijdt zichzelf in de vernieling in Syrië. Assad zal vallen, Iran zal verzwakken, Hezbollah zal een gewone Libanese partij worden in plaats van het leger van Syrië en Iran in Libanon. Dat zal hen tot compromissen dwingen.’ Dat is ook de analyse van Sayyed Hani Fahs, een van de weinige kritische stemmen in de sjiitische gemeenschap. Deze seculiere geestelijke faciliteert gesprekken tussen Iran en de Syrische oppositie. ‘Mijn probleem is niet Hezbollah, maar hun wapens. Sinds Israël zich in 2000 uit Libanon terugtrok, hoeft Hezbollah geen gewapende militie meer te blijven. Dat ze nu aan de zijde van Assad gaan vechten, ontmaskert hen als instrument van een Iraanse politiek. Ik zeg tegen Nasrallah en Khamenei: verstand brengt je verder dan spierballen. Versterk het verzet door te bouwen aan een alliantie met alle Syriërs.’

Moukallad noch Fahs heeft enige ambitie om de achterban van Hezbollah aan te spreken. ‘De religieuze sjiieten zijn niet klaar voor een seculiere politiek. Ze gedragen zich als een Iraanse diaspora in Libanon, als onderdanen van de Iraanse opperste leider Khamenei, veeleer dan als Libanezen’, zegt Fahs. Net zoals de seculiere sjiieten wachten de seculiere soennieten van de Toekomstbeweging watertandend op de val van Basjar al-Assad. Ze kunnen echter niet samenwerken. ‘Hezbollah brandmerkt iedereen die met ons samenwerkt als pro-Israël’, zegt Nasser Hamoud van Toekomst. ‘Wij staan politiek buitenspel terwijl fundamentalistische soennitische imams als Ahmad Assir ons kiespubliek aanspreken met sektarische haat tegen de sjiieten.’

Hamoud, Moukallad en Fahs delen een droom: het conflict tussen sjiieten en soennieten oplossen door religieuze leiders politieke macht te ontnemen en Libanon uit de Syrisch-Iraanse invloedssfeer halen. Maar de loyaliteit van de Libanese sjiieten aan het Syrische regime en Iran is sterk. Nergens wordt dat tastbaarder dan in Baalbek.

Assad, president van baalbek

Als je vanuit Beiroet de Bekaavallei inrijdt, kun je in de verte Syrië zien, maar de landsgrens is niet meer dan een lijn op een kaart. Strijders en wapens bewegen heen en weer. De inlichtingendienst van Hezbollah heeft de handen vol. Sinds de partij in Syrië aan de zijde van het regime vecht, namen de veiligheidsincidenten in de Bekaavallei alleen maar toe. Toeristen blijven weg. Moustafa Ossmans hotel ligt er even verlaten bij als de Romeinse tempels van Baalbek, maar toch straalt hij van zelfvertrouwen: ‘De toeristen zullen wel terugkomen als we de oorlog winnen. Nasrallah houdt altijd zijn beloften. Hezbollah zal alles schoonvegen. Gisteren stopten ze op de snelweg in Hermel een geblindeerde auto vol wapens uit Syrië. Een paar weken geleden onderschepten ze zelfmoordterroristen.’

‘Als we niet in Syrië zouden vechten, zou de prijs nog hoger zijn: Syrië zou verdwijnen in de zak van Israël. Mensen voelen aan dat een verzwakking van Hezbollah een overwinning voor Israël zou betekenen.’

Op de brede laan waar Ali en Sadeq iets verderop in een openluchtcafé genieten van rustgevende muziek, testen gelijkgestemde jongeren met zoveel mogelijk kabaal hun sportwagens uit. Ali, ingenieur in spe, en Sadeq, student marketing, houden van snelle wagens, meisjes, geweren en… imam Hoessein. Sadeq ontbloot zijn borstkas, waarop hij diens gezicht liet tatoeëren. ‘Zijn vader Ali en niemand anders had de profeet moeten opvolgen’, zegt hij, waarna hij de sprong naar het heden maakt alsof het huidige conflict in Syrië niet wezenlijk verschilt van dat van 1400 jaar geleden. ‘In Syrië begonnen de soennieten nog maar eens een oorlog tegen ons. Ze vechten tegen de president en willen alle sporen van de sjiieten uitwissen.’

Uit een voorbijrazende wagen klinkt een bevlogen stem. ‘Mensen branden de speeches van Hassan Nasrallah op cd en luisteren ernaar in de auto. Hij en de president verdedigen de sjiieten. Wij sjiieten voelen een wereldwijde verbondenheid’, zegt Ali. De slogan “Samen naar de vrijheid” onder het dubbelportret van Nasrallah en “de president” Assad bij het café krijgt plots een sektarische bijklank. Terwijl Ali als Libanees uitlegt waarom de Syriër Basjar al-Assad zijn president is, komen Syrische kelners – soennieten, aanhangers van de rebellen – de bestelling opnemen. De kelners: vandaag dienaars, morgen begunstigden van een dictatuur van de meerderheid? Ali en Sadeq: vandaag blakend van zelfvertrouwen, morgen slachtoffers van historische wraak van een soennitische meerderheid die een groter deel van de koek opeist? Ali kijkt naar het vertrouwde dubbelportret. ‘Ik kan me geen leven zonder hun bescherming voorstellen’, zegt hij.

Zomeravonden brengen Ali en Sadeq door in het huis van hun rijke vriend Basjir. Ze roken waterpijp, luisteren naar AC/DC en demonstreren hun machinegeweren. Elk gezin in Baalbek is gewapend. De bescherming van marihuanaplantages en verzet tegen de autoriteiten behoren tot de lokale cultuur. Gewapende conflicten tussen rivaliserende clans zijn in de Bekaavallei de normaalste zaak van de wereld. Volgens Ali komen vele Hezbollah-strijders daarom uit Baalbek: ze hebben een sterk eergevoel, zijn snel uitgedaagd én ze weten hoe ze met wapens moeten omgaan.

Plaats aan onderhandelingstafel

Ali toont een video. Een massa draagt de kist van een Hezbollah-martelaar door de straten van Baalbek en vuurt een minutenlang geweersalvo in de lucht. ‘Een eerbetoon en een demonstratie van onze kracht. Niemand moet met de sjiieten sollen’, zegt hij. Sadeq vuurt zijn machinegeweer in de gitzwarte lucht af; het oorverdovende geluid overstemt de muezzin. In deze vallei houden eer en religie een regime in het zadel dat als een gewapende militie een belegerde minderheid beschermt. Sektarische angst brengt gewone jongens zover dat ze zelfs hun leven wagen zonder uitzicht op een positieve uitkomst. Hun leiders Khamenei, Nasrallah en Assad doen een slapende vrees ontwaken in de harten van de Libanese sjiieten, en de trots te behoren tot de sjiitische natie, opdat ze zich bij de gelederen van Hezbollah zouden vervoegen voor de strijd in Syrië.

Kandidaten staan in de rij. Ook Ali diende zich aan, maar werd niet aanvaard omdat hij bij de familie moet blijven. Zijn jeugdvriend was wel bij de uitverkorenen. ‘Natuurlijk ben ik bang hem te verliezen, maar ik zal blij zijn voor hem als hij martelaar kan worden’, zegt Ali. ‘Hij wil wel met jullie praten, maar tijdens zijn militaire voorbereiding kan hij niet met buitenlanders gezien worden.’ Hezbollah-strijders zie je enkel na hun dood, op de posters, maar dankzij moderne technologie passen we daar een mouw aan.

‘Nasrallah zei dat de extremistische soennieten een grotere bedreiging vormen dan Israël’, zegt de anonieme strijder via WhatsApp. ‘We moeten hen stoppen in Syrië voor ze te veel macht krijgen en wij de onze verliezen. Zij spelen onder één hoedje met Israël om ons te verzwakken. Ik ben geen terrorist. Ik verdedig mijn godsdienst en mijn land tegen het westerse imperialisme. Als Assad valt, valt de zoveelste dominosteen in het anti-Israëlische verzet. Wij zijn de laatsten die nog vechten voor de bevrijding van Palestina.’

‘Met elke martelaar stijgt ons vertrouwen in God. We worden alleen maar sterker’, verschijnt nog op Ali’s iPhone. Een verborgen boodschap aan het Westen, namelijk dat het antwoord op een westerse militaire interventie in Syrië uit Libanon en Iran zal komen? Volgens journalist Hazem al-Amin dopt Hezbollah in Syrië niet de boontjes van Assad, maar die van Iran: ‘Met Hezbollahs betrokkenheid in Syrië dwingt Iran een plaats af aan de onderhandelingstafel over de toekomst van het Midden-Oosten. Ze verdedigen de resultaten van dertig jaar politiek sjiisme tegen de VS. Ze hielpen de sjiieten van Irak, Syrië en Libanon op te klimmen van een gemarginaliseerde groep tot een machtige speler. Met een cocktail van religieuze, politieke en economische angsten mobiliseert Hezbollah zijn Syrië-strijders.’

En daar betaalt Libanon een hoge prijs voor. Als de inlichtingendiensten van Hezbollah in de Bekaavallei alarmfase rood afkondigden, dan zijn ze in de hoofdstad de verschrikking nabij. Syrische rebellen treffen hen in het kloppende hart van bolwerk Zuid-Beiroet. De ooit ongenaakbare Hezbollah is kwetsbaar.

Kloppend hart van hezbollah

9 juli 2013, een autobom ontploft in Bir el-Abed, het hart van de hoofdstad van Hezbollah. Balans: 53 gewonden. Na deze aanval wil niemand nog met buitenlanders praten. Met de bekende journaliste Diana Moukalled, zelf van een prominente sjiitische familie uit het zuiden, rijden we door Khandak el-Ghamik, een sjiitische wijk in het centrum van Beiroet. ‘Wat ik nu doe, is niet zonder risico. Alle groepjes mannen die je hier op straat ziet, bijvoorbeeld daar bij de Syrische vlag, zullen zich op een paar seconden opwerpen als agenten van de partij’, zegt ze. Ze kijkt nerveus in het rond. ‘Om een bom in zo’n wijk binnen te smokkelen, moet je beschikken over gedetailleerde informatie. Godzijdank viel er geen dode, maar het signaal van de daders kan dodelijker worden als Hezbollah zich niet terugtrekt uit Syrië.’

Volgens Hasan Illeik, een pro-Hezbollah journalist uit de zuidelijke wijken, zijn de doden en gewonden bij Hezbollah, alle doden in Syrië en de instabiliteit in Libanon collateral damage van een noodzakelijke beslissing. ‘Als we niet in Syrië zouden vechten, zou de prijs nog hoger zijn: Syrië zou verdwijnen in de zak van Israël. Mensen voelen aan dat een verzwakking van Hezbollah een overwinning voor Israël zou zijn.’

Ahmed Moussa, een goedlachse taxichauffeur uit Haret Hraik, is het daar niet mee eens: ‘Hezbollah is gevreesd, niet geliefd. Ze verdedigen een verschrikkelijke dictator. En als het Westen Syrië aanvalt, zal Iran Hezbollah vragen om raketten op Israël af te vuren. En wij zullen opnieuw de prijs betalen. Denk je dat we zin hebben in een nieuwe Israëlische bommencampagne zoals in 2006? Mensen durven dat niet zeggen. Als Hezbollah toen die Israëlische soldaten niet had gekidnapt, was hier niks gebeurd. Zie je al die nieuwe appartementsblokken? Dat was allemaal vernield.’ In Bir el-Abed zien we de sporen van recente vernieling. Het autowrak staat er nog.

Ahmed kwam in 1983 in Zuid-Beiroet wonen, na opzichter te zijn geweest bij de Amerikaanse luchtmacht in Saoedi-Arabië. ‘Ik houd van Amerikanen’, lacht hij. ‘Je zult zeker mensen vinden die niet van buitenlanders houden, maar zij zijn gehersenspoeld.’ Een bezoek aan sjiitische pro-Assad vluchtelingen uit het Syrische Homs in Ouzaileert hoe sterk de gedachtenpolitie hier is. Het zien van buitenlanders in deze volkswijk brengt een vrouw ertoe hysterisch van de vierde verdieping van een woonblok naar beneden te stormen en luidkeels “spionnen” te roepen. Na een paar minuten is de auto omgeven door woeste mannen en krijsende vrouwen. Uiteindelijk worden we weggeleid en ondervraagd door Hezbollah-agenten in burger: ‘Wat doen jullie hier? Wat is je beroep? Waar verblijven jullie? Wie is die journalist? Van waar ben jij afkomstig?’ Najaf, een heilige sjiitische stad in Irak. Onze vertaler is sjiiet, Hezbollah een sjiitische beweging. U kunt gaan.

Buiten pronkt het zoveelste portret van de Syrische president, en nog eentje op de bewakingscontainer voor het kantoor van Weam Wahhab in Ouzai. Wahhab is een Libanese ex-minister die in 2006 zijn eigen pro-Syrische partij oprichtte. ‘Het Syrische leger en Hezbollah proberen de bevolking te beschermen tegen islamitische terroristen’, zegt hij, net zoals de vluchtelingen uit Homs die beweerden dat hun huis werd vernield door terroristen terwijl het werd geraakt door een raket van de Syrische luchtmacht.

15 augustus 2013, een tweede autobom ontploft in Zuid-Beiroet. Balans: 27 doden, 200 gewonden. Hoe langer Hezbollah in Syrië blijft, hoe hoger de prijs wordt. Daarom zie je de onzichtbare Hezbollah-agenten vandaag uit de anonimiteit treden: plots bemannen ze, gewapend en in burger, controleposten in Zuid-Beiroet. 23 augustus 2013, twee autobommen ontploffen bij soennitische moskeeën in de noordelijke stad Tripoli. Balans: 47 doden, 800 gewonden. Inwoners beschuldigen Hezbollah, maar die ontkent.

Gaan we terug naar het Libanon uit de jaren negentig: autowrakken, puin en gewapende mannen die het straatbeeld bepalen? Libanon, het land van de geïnstitutionaliseerde verdeeldheid, van de slapende burgeroorlog die door de grootmachten wordt opgewekt zodra hun regionale belangen worden bedreigd? Ik begon dit onderzoek met de vraag ‘Wat is de impact van de Syrische burgeroorlog op Libanon?’ Ik eindig het met de vraag ‘Wat is de impact van de Libanese burgeroorlog op Syrië?’

Pieter Stockmans realiseert een langlopend project over de Arabische wereld: MO.be/wereldblog/tussen-vrijheid-en-geluk.