Vijand van de armen

Reportage

Vijand van de armen

Vijand van de armen
Vijand van de armen

Moath roept met hese stem: ‘Wij offeren ziel en bloed voor Jordanië’. Zijn nationalistische slogan tijdens het wekelijkse vrijdagprotest in Amman is een reactie op het gebrek aan Jordaanse trots. 60% van de bevolking is Palestijn. Zij identificeren zich in de eerste plaats met Palestina, de andere Jordaniërs met hun stam. ‘Noem mij gerust een uitzondering: mijn grootouders zijn vluchtelingen uit Hebron in Palestina, maar als je me vraagt van waar ik ben, zeg ik Jordanië, niet Palestina!’

Moath (23) is één van de 15 actieve jongeren bij de Jordanian Left Social Movement (JLSM), een jeugdbeweging met 400 leden binnen de linkse coalitie.

Moath nodigt ons uit in het kantoor van de JLSM, waar hij elke avond zit met andere activisten en vrienden. ‘Ik kreeg een bericht op mijn gsm: we hebben net 1 euro van uw belwaarde afgetrokken als belasting. 6 miljoen inwoners krijgen dit bericht. Waarschijnlijk was de koning net aan het gokken in Las Vegas en heeft hij onmiddellijk 6 miljoen nodig’, grapt Moath cynisch.

Hij is overtuigd anarchist, maar ook hier hangt een portret van de koning aan de muur. ‘Elke politieke beweging moet dit ophangen. We plaatsten er dan maar boekjes over Marx bij’, vertelt activiste Dana Shawareb (20) terwijl ze met haar Ché-halsketting speelt. Op de achtergrond speelt de linkse televisiezender al-Yasariyya een pan-Arabisch lied. De koffie komt aan. Gelukkig, want de verwarming draait deze dagen dicht: brandstofprijzen stegen naar een recordpeil. Op tafel liggen borden met de slogans die de activisten in de betogingen gebruiken.

Jordaanse Palestijnen, Palestijnse Jordaniërs

‘In Jordanië zie je minder vlaggen of nationalistische banners dan in Egypte’, legt Moath uit. ‘Mensen in Jordanië hebben nog niet geleerd te vechten voor hun land, ze hebben geen nationale trots. Ze zijn niet loyaal aan het land, maar aan hun stam of aan een politieke ideologie.’ Het verkiezingssysteem moedigt dat ook aan. Kiezers kunnen niet stemmen op politici op basis van een verkiezingsprogramma voor de ontwikkeling van het land. Ze kunnen enkel op individuen stemmen en dat zijn meestal die personen die invloed hebben binnen een stam. Zo zit het parlement vol mensen uit stammen die trouw zijn aan de koning.

Jordaniërs zijn democratie, met een regering en een oppositie, niet gewoon. Er is bovendien het eeuwige wantrouwen tegenover de politieke oppositie. ‘Een wijziging van de kieswet zal deze politieke cultuur veranderen’, zegt Jehad Shawareb, Dana’s vader en leider binnen de JLSM. ‘Kiezers zouden dan beslissen op basis van politieke programma’s voor de vooruitgang van het land en politici zouden verantwoording moeten afleggen over hoe ze hun beloftes nakomen. Mensen zullen zien dat dat sneller ontwikkeling brengt.’ Het klinkt als een les in democratie.

We treffen Moath aan ‘The Bench’, een bank op het voetpad aan het kantoor van JLSM. Het is een heilige plaats voor Moath en Dana, hun bubble waar ze drinken op straat. ‘Op café kunnen we geen alcohol drinken, dus drink ik gewoon buiten. Ik ben anarchist en ik doe wat ik wil’, grapt Moath. ‘De politie tolereert ons hier, dit is onze kleine wereld.’ Moath vertelt over het vrijdagprotest gisteren, over vechtpartijen met thugs. ‘We eisen nochtans niet de val van de koning, want het machtsvacuüm en het burgerconflict tussen stammen onderling en tussen oorspronkelijke Jordaniërs en Palestijnse Jordaniërs zullen tot geweld leiden. Sociale vrede is een rode lijn.’

Sinds de opkomst van de Arabische lente wordt die lijn steeds dunner. ‘Voor de revoluties in Egypte en Tunesië durfde niemand op straat te spreken tegen de koning. Nu kan dat wel. Eisen als minder macht voor de koning en een constitutionele monarchie, zijn op zich al een revolutie in Jordanië, benadrukt Moath. ‘Wij, de communistische oppositie, moesten vroeger ondergronds werken’, komt Jihad Shawareb tussen. ‘Dana’s vrijheid is er dankzij de inspanningen van mijn generatie. En haar inspanningen zullen de vrijheid van de volgende generatie uitbreiden.’

Islamisten en Syrië

Zou democratie in Jordanië geen resultaat opleveren dat de linkse beweging niet zint: meer macht voor de islamisten? Moath is zich hiervan bewust, maar wil net dat de islamisten ook in Jordanië vrije verkiezingen winnen. ‘Mensen zullen zien dat ze geen oplossingen bieden. Zo kan religie voor eens en altijd uit politiek verbannen worden’, zegt hij, waarna hij een slok van zijn pint neemt.

Voorlopig lijken de islamisten enkel sterker te worden. ‘Als de revolutie in Syrië slaagt, komen de Syrische Moslimbroeders aan de macht’, analyseert Jehad Shawareb. ‘Dan zullen ook de Jordaanse Moslimbroeders sterker worden, maar dat weerhoudt me er niet van te zeggen dat de Syrische president Bashar al-Assad alle legitimiteit verloren heeft en moet opstappen.’

Linkse partijen zien in de mogelijke val van Assad de val van de laatste linkse Baath-partij in de regio. En weer maar eens een land waarin islamisten de macht overnemen. Samenzweringstheorieën dat de Syrische opstanden niets meer zijn dan een plan van het Westen om Syrië te verzwakken tegenover Israël gaan er als zoete broodjes in bij de linkse oppositie in Jordanië.

Jehad’s dochter Dana vreest de gevolgen van de Syrische opstand. ‘Wat er gebeurt in Syrië is een samenzwering van Israël en de VS. Zij willen president Bashar al-Assad weg om zo hun invloed te vergroten in de regio. Want Assad is de enige die nog weerstand biedt tegen Israël. De betogers zijn gewapende groepen die wapens krijgen uit Turkije. Wat gedeserteerde soldaten jullie vertelden in noord-Jordanië, zijn leugens. Assad was bezig met hervormingen. Het is echt niet het moment om hem te verwijderen. Hij moet tijd krijgen om hervormingen door te voeren’, zegt Dana.

Het is vreemd om dit te horen van iemand die wel ongeduldig wordt over de hervormingen van koning Abdullah II. ‘Waar wacht het volk op?’ roept Dana uit als ze het nieuws hoort over de tweede Jordaanse man die zichzelf uit wanhoop in brand stak, na Ahmad Mtarneh. ‘Zijn ze dan allebei gek, zoals het regime en de media beweren? Dat zou wel toeval zijn. Nee, er is iets meer aan de hand. Waarom reageren de stammen niet op de eer van die man?’

Spontane uitingen van protest zijn een grotere bedreiging voor het regime dan het wekelijks vrijdagprotest. Moath weet dat maar al te goed. Hij wil dit incident levend houden, en er een politiek statement van maken. Gisteren vergaderde de linkse Volks- en Jongerencoalitie voor Verandering over het incident. ‘We bespraken een strategie over hoe we het incident van Ahmad Mtarneh kunnen gebruiken. Maar velen willen het helemaal niet gebruiken! Ik word gek van die coalitie! Ze willen nu ‘de kalmte bewaren’. Dat incident is nochtans het begin van een protest op hoger niveau.’

‘The bad boys did it!’

Een paar dagen later ontvangt Moath ons in het nieuwe bedrijvencomplex waar hij werkt bij een 3D animatiebedrijf. Hij knipoogt naar de soldaten die de hoofdingang bewaken. Het is niet meteen de omgeving waar we een anarchist verwachten. De receptionist heeft een screensaver van Saddam Hoessein. ‘Ik haat deze job, maar het is goed om ervaring op te doen en geld te verdienen. Mijn droom is onafhankelijk filmmaker te worden.’ Moath’s collega’s weten van zijn activisme. ‘Ik vul soms ‘ondervraging bij geheime dienst’ in op verlofaanvraagformulieren. Mijn baas is niet geïnteresseerd in mijn veiligheidsrecord, zolang ik mijn werk maar doe.’

Tijdens ons bezoek wordt de relatie tussen Moath en de geheime dienst intiemer. Met zijn kameraad Hamzeh spoot hij de tekst ‘De koning is de vijand van de armen’ op verschillende muren in Amman. Hun nachtelijke actie kwam onder de radar van de geheime dienst en een paar uur later zaten de twee kameraden in het politiekantoor. ‘Ondervragers vertelden me dat ik over hervormingen moest schrijven, maar niet tegen de koning. Ze waren veel vriendelijker dan gewoonlijk. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de Arabische lente. Ze boden me zelfs koffie en thee aan. Vroeger sloegen ze me, duwden ze me van de trap, zetten ze hun schoenen op mijn hoofd. Ik had toen gewoon het anarchie-teken op een muur gespoten! Ze vroegen me een anarchistische schrijver te noemen. Hamzeh zei ‘Berlusconi’! En ze schreven dat gewillig op. Ongelooflijk, hoe dom ze zijn!’

We rijden met de auto naar de graffiti. Moath zit achter het stuur met een biertje en een sigaret. In de auto hangt een hanger met ‘Best beer belly in the world’. ‘Jongens, jullie moeten begrijpen dat ik drink om van deze realiteit te ontsnappen. Als je voor een slogan tegen de koning 3 jaar gevangenisstraf kan krijgen, stel je voor. Ook al gaan ze me geen 3 jaar opsluiten, ze gaan het zeker als afpersing gebruiken om me te stoppen met protest mobiliseren. In dit land is het makkelijker atheïst te zijn dan anarchist.’

Moath wijst ons op het gevaar van onze nachtelijke tocht naar zijn graffiti. Hij rijdt snel voorbij de bewuste plaatsen. De eerste graffiti is helemaal uitgewist. Er stond ‘de koning is de vijand van de armen. De tweede graffiti bevat dezelfde boodschap, maar alleen ‘de koning is de vijand van’ is uitgewist. ‘De armen’ is immers politiek aanvaardbaar als boodschap.  Zijn derde graffiti zegt: ‘Als gezondheidszorg en onderwijs gratis zouden zijn, zou niemand zich in brand steken’. Moath schijnt met zijn autolichten op de graffiti. Voor de camera spreekt hij over zichzelf in de derde persoon en in codetaal.

Zijn filosofie achter de uitspraak ‘de koning is de vijand van de armen’, en het werk van ‘the bad boys’ kan je bekijken in deze video:

Pieter Stockmans
Majd Khalifeh

Dit artikel is onderdeel van het project “Tussen vrijheid en geluk”.
Dit project komt tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos. Info: www.fondspascaldecroos.be