Landjepik in Latijns-Amerika
Waarom Venezuela zo graag een grote hap van Guyana wil

© Brigitte Werner / Pixabay (CC0)

© Brigitte Werner / Pixabay (CC0)
‘In Essequibo wordt de Venezolaanse zon geboren’, zeggen voorstanders van de Venezolaanse annexatiecampagne van de regio in buurland Guyana. Maar de romantiek van deze uitspraak verhult loepzuivere landroof voor olie.
In de uitgestrekte, dichtbegroeide bossen van Essequibo, een regio die bijna twee derde van het grondgebied van Guyana beslaat, broeit een geopolitieke storm. Deze strategisch belangrijke regio is al meer dan een eeuw het brandpunt van een sluimerend grensconflict tussen Guyana en Venezuela. De ontdekking van enorme olievoorraden in 2015 maakte betrokken oliebedrijven nieuwsgierig, en intussen dreigt het conflict te escaleren.
Venezuela beschouwt het gebied als historisch Venezolaans grondgebied dat het in de 19de eeuw verloren zou hebben aan de Britten, toen Guyana nog een Britse kolonie was. In 1899 werd het grensgeschil beslecht door een internationale arbitragecommissie, die het gebied toekende aan Brits-Guyana. Venezuela heeft dit vonnis nooit erkend en blijft sindsdien zijn claim op Essequibo krachtig uitdragen.
De afgelopen jaren is deze territoriale aanspraak steeds belangrijker geworden in de Venezolaanse politiek. Koortsachtig op zoek naar een nieuw nationaal project organiseerde het regime van Nicolás Maduro in december 2023 een omstreden referendum. Daarin sprak de Venezolaanse bevolking zich uit voor de annexatie van Essequibo. Hoewel er officieel 51 procent van de Venezolanen stemde, gaat de internationale gemeenschap uit van slechts een fractie daarvan. Waarnemers zagen nergens rijen staan, ‘het leek wel een normale zondag in Caracas’, aldus een rapport van de International Crisis Group.
In ieder geval kondigde Maduro nadien aan dat Venezuela een nieuwe provincie zou oprichten op het betwiste grondgebied: Venezolaans Essequibo. In één adem maakte hij bekend dat Venezolaanse bedrijven het gebied zouden mogen exploiteren.

Olie als spil
Deze acties worden wereldwijd met bezorgdheid gevolgd, niet het minst door Guyana zelf. Dat beschouwt het referendum en de bijbehorende aankondiging als een directe bedreiging voor zijn soevereiniteit én zijn belangen in de olievondst.
Die vondst dateert van 2015, en inmiddels zijn er zo’n 11 miljard vaten olie bevestigd door ExxonMobil, dat de wateren voor de kust exploreert. Voor het armlastige Guyana betekent de opbrengst daarvan niets minder dan financiële onafhankelijkheid.
Maar de één zijn brood is de ander zijn dood. Nu Venezuela Essequibo beschouwt als zijn eigen grondgebied, ziet het regime van Maduro de activiteiten van ExxonMobil als een illegale exploitatie van zijn territoriale wateren. Venezuela ziet de betrokkenheid van ExxonMobil bovendien als een uiting van Amerikaanse inmenging, in de eerste plaats omdat het een Amerikaans bedrijf betreft – en dus handlanger van het gehate imperio.
Nee, denkt Caracas, laat de olie dan maar opgepompt worden door CITGO. Dat oliebedrijf is eigendom van het Venezolaanse staatsbedrijf PDVSA, maar opereert vanuit de Verenigde Staten. Het lijkt een zwaktebod: CITGO wordt al jarenlang geplaagd door schuldeisers. Ooit was het bloeiende bedrijf van cruciaal belang voor Venezuela, met tankstations en infrastructuur in de VS. Maar door de Amerikaanse sancties tegen het regime van Maduro verkeert het bedrijf nu in een financiële crisis.
CITGO verliezen zou een zware klap zijn voor Venezuela, dat tegen beter weten in zijn aanspraak op Essequibo blijft versterken. De tegenstelling tussen ExxonMobil, dat de opkomst van Guyana als olieproducent aandrijft, en CITGO, dat symbool staat voor de wankele financiële positie van Venezuela, benadrukt de geopolitieke dimensies van dit conflict.
Naar een kritieke fase
Het grensgeschil tussen Venezuela en Guyana nadert een kritieke fase. De retoriek wordt grimmiger, militaire oefeningen nemen toe en een juridische strijd in het Internationaal Gerechtshof blijft duren.
In 2024 bouwde Venezuela een brug over de rivier Cuyuní richting Isla Anacoco, een eiland dicht bij de grens met Guyana dat beide landen claimen. Hoewel het project officieel de regionale economische ontwikkeling moet bevorderen, zien de Guyanezen het vooral als een symbolische en strategische zet in de territoriale strijd om Essequibo. De brug versterkt de Venezolaanse aanwezigheid in een gebied dat Guyana als zijn grondgebied beschouwt. Ze onderstreept de vastberadenheid om de claim te handhaven, ondanks internationale uitspraken en de juridische strijd.
Op 7 januari kondigde Maduro nog aan dat hij verkiezingen zou houden in Essequibo. In maart benaderde de Venezolaanse marine een olietanker van ExxonMobil, waarop Guyana zijn leger mobiliseerde.
Wat ooit begon als een juridisch dispuut, heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een diplomatieke tijdbom, waarbij de rol van oliebedrijven en de invloed van de VS de situatie verder bemoeilijken. In een regio waar olie niet alleen over brandstof gaat maar ook over macht en soevereiniteit lijkt de strijd om Essequibo steeds verder te escaleren.
Het roept allemaal nare herinneringen op aan de verwoestende Chaco-oorlog tussen Bolivia en Paraguay (1932–1935). Ook die oorlog werd aangevuurd door twee oliebedrijven, naar aanleiding van een – vermeende – olievondst. Door enorme verliezen staakten de twee landen na drie jaar de strijd, ervan overtuigd dat geen van beide kon winnen. Er werd in de Gran Chaco uiteindelijk geen druppel olie gevonden.
Het grote verschil is dat er in Essequibo wél olie is. Het wordt afwachten of het menselijke leed ook vermeden kan worden.
Deze analyse werd geschreven voor MO*156, het zomernummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.
Lees ook
Niets missen?
Abonneer je op (één van) onze nieuwsbrieven.
