In veel geïndustrialiseerde landen, vooral in China, zijn de visbestanden uitgeput. De Chinese vissersvloten trekken daarom naar de territoriale wateren van lage-inkomenslanden om aan de groeiende vraag te voldoen.
Bij slavernij denken we vaak aan de twaalf miljoen West-Afrikanen die naar de Amerika’s gebracht zijn om er in plantages te gaan werken. Maar de praktijk is nog steeds levend en wel, schrijft Catherine Armstrong.