Dossier: 

Kivu na M23: de lont uit het kruitvat?

Tussen april 2012 en november 2013 was de Congolese provincie Noord-Kivu voor de zoveelste keer in twee decennia het strijdtoneel van een oorlog. Opnieuw dreigde die de Congolese grenzen te overschrijden en de hele regio in vuur en vlam te zetten. Het begon met ontevreden officieren die een opstand begonnen onder de naam M23. De naam verwees naar de akkoorden van 23 maart 2009, waarbij een eerdere rebellie - de CNDP - de wapens neerlegde en zich integreerde in het nationale leger van Congo, de FARDC (Forces Armées de la République Démocratique du Congo).

Door  M23 als naam te kiezen, plaatste de groepering zich in de lange rij door Congolese Tutsi geleide gewapende groepen die de strijd aangingen met de autoriteiten in Kinshasa en daarbij gesteund werden door Rwanda. Ook dit keer lag de leiding van de rebellie in handen van Congolese Tutsi, en al snel kwamen de eerste rapporten met aanwijzingen over de steun van Rwanda aan de rebellen.

De val van Goma

De eerste maanden gebeurde er niet zo veel. M23 probeerde de hele Rwandofone gemeenschap uit de Kivu’s achter zich te krijgen, maar dat liep niet lekker. De Tutsi uit Zuid-Kivu, de Banyamulenge, wilden er niets mee te maken hebben, en ook de Hutu-gemeenschap uit Masisi hield er zich buiten.

Lange tijd bleef het wapengekletter beperkt tot enkele tientallen vierkante kilometer in Rutshuru. Maar in november 2012 bleek de situatie te kantelen. Gesteund door het Rwandese leger rukte M23 op naar Goma en bezette de stad. Dit verhoogde de interne druk op Kabila: de publieke opinie nam het niet dat een paar duizend rebellen erin geslaagd waren één van de belangrijkste steden van het land aan het gezag van de regering te ontrukken.

De situatie mocht niet lang duren of Kabila’s regime zou imploderen. Ook binnen de internationale gemeenschap werden alle hens aan dek geroepen, want de bezetting van Goma bracht plots het spook van een open regionale oorlog gevaarlijk dichtbij. Een kleine twee weken na de start van de bezetting verliet M23 de stad weer.

Sterke reactie tegen Rwanda

In de weken voor de bezetting van Goma had het VN-Expertenpanel voor Congo een rapport uitgebracht waarin Rwanda met de vinger gewezen werd. In de weken daarna namen enkele van Rwanda’s meest loyale partners sterke standpunten in.

Niet alleen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië –die van oudsher de meest bevlogen en kritiekloze steun hadden geleverd- maar ook landen als Zweden, Nederland en Duitsland legden gespierde verklaringen af tegen de rol van Rwanda in het Congolese conflict, en schrapten een deel van hun ontwikkelingssamenwerking. Dit ging een stuk verder dan wat Rwanda verwacht had, en vooral de Verenigde Staten gingen hier erg ver in. Hun veranderde houding was erg bepalend voor de verdere afloop van het M23-verhaal.

Afrikaans ownership

Na de val van Goma viel het erg op hoe de Afrikaanse landen en regio’s erg actief meezochten naar een oplossing.

In eerste instantie claimden ze een Afrikaans ownership over het conflict, waarbij ze in de clinch gingen met de klassieke hoofdrolspelers van de internationale diplomatie, meer bepaald de Verenigde Naties en het Westen.

In tweede instantie tekende zich echter een duidelijk spanningsveld rond Congo af tussen de verschillende Afrikaanse multilaterale instellingen. Zo lag de bal in eerste instantie in het kamp van de Internationale Conferentie van de Grote Merenregio (ICGLR in het Engels; bestaande uit Kenia, Congo en de negen onmiddellijke buurlanden van Congo). Maar ook de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC) en de Zuid-Afrikaanse Economische Gemeenschap (SADC) wilden zich laten gelden. En natuurlijk wilde de Afrikaanse Unie met haar hoofdzetel in Addis Abeba niet helemaal in de coulissen verdwijnen. Alle spanden zich in om het conflict vooral binnen de Congolese grenzen te houden.

Na de val van Goma werd snel het idee gelanceerd om een Afrikaanse troepenmacht te mobiliseren. Het resulteerde in een Kaderakkoord dat werd afgesloten op 24 februari 2013 in Addis Abeba, waarbij de belangrijkste landen van de regio betrokken waren. Die troepenmacht kwam er uiteindelijk vooral onder de impuls van zuidelijk Afrika. Ze kreeg de vorm van een nieuwe VN-brigade. Vooral Zuid-Afrika, Tanzania en Malawi leverden er de soldaten voor. Naar aanleiding van de nieuwe brigade werd het VN-mandaat versterkt.

Militaire overwinning

De nieuwe internationale VN-brigade was uiteindelijk één van de beslissende factoren in de militaire overwinning die het Congolese leger haalde op de rebellen van M23.

Twee factoren waren daarbij belangrijk. Ten eerste was M23 sterk verzwakt uit de interne machtsstrijd gekomen die uiteindelijk leidde tot de overgave van de krijgsheer Bosco Ntaganda. Die belde begin maart 2013 aan bij de Amerikaanse ambassade met de vraag uitgeleverd te worden aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Ten tweede was er een metamorfose binnen het Congolese leger. Jarenlang werd het beschouwd als een zeer heterogeen, ongedisciplineerd en slecht getraind amalgaam van verschillende milities.

Dit plaatje veranderde, toch minstens wat Noord-Kivu betrof, toen 111 bevelvoerende officieren uit Ituri, Zuid- en vooral Noord-Kivu teruggeroepen werden naar Kinshasa, onder het mom van een militair seminarie waaraan ze zouden deelnemen. Daar werden ze op non-actief gesteld.

Ze werden er allemaal verdacht zich meer bezig te houden met allerlei zakelijke beslommeringen dan met militaire operaties. Er werd ook getwijfeld aan hun loyauteit aan de nationale zaak.

Het weghalen van die mensen van het terrein zorgde op verschillende vlakken voor een verbetering: de logistiek van de militaire operaties verliep efficiënt. Uniformen, wapens en munitie werden geleverd waar en wanneer ze nodig waren. Salarissen werden uitbetaald. De eerste successen tegen M23 gaven het leger een boost en veroorzaakten ook een golf van solidariteit bij de bevolking voor het leger.

Voor het eerst sinds mensenheugenis haalde het Congolese leger een overwinning, mogelijk gemaakt door een interne metamorfose en gesteund door een extra VN-brigade, tegen een rebellie die verzwakt was door interne strijd en door het feit dat Rwanda sterk aan banden werd gehouden door haar meest loyale partners.

Momentum voor duurzame vrede?

Uiteindelijk werd M23 uit Congo verdreven. De Congolese autoriteiten haalden daar veel zelfvertrouwen uit, maar de vraag is: hoe consolideer je een dergelijke positieve ontwikkeling in reële stappen vooruit richting duurzame vrede?

De internationale brigade kwam er niet alleen om tegen M23 te strijden, ze moet ook de andere gewapende groeperingen ontwapenen. Sindsdien zijn er operaties geweest tegen ADF-Nalu (Oegandese rebellen aan wie een islamistische agenda wordt toegedicht), het FDLR (gewapend verzet van Rwandese Hutu tegen Kagame, dat zijn oorsprong vindt bij de daders van de Rwandese genocide) en het APCLS (gewapende groep van de Hunde-gemeenschap in Noord-Kivu) maar het blijft wachten op transparante gegevens over de resultaten van die operaties.

De militaire overwinning heeft plaatsgevonden in het kader van het Akkoord van Addis Abeba. Congo zal de rest van het huiswerk moeten maken waar het zich toe verbond in het kaderakkoord van Addis Abeba: de hervorming van de veiligheidssector en de overheidsinstellingen, de consolidatie van het staatsgezag in het oosten, de gewapende groeperingen beletten buurlanden te destabiliseren, het versterken van de agenda gericht op verzoening, tolerantie en democratie, vooruitgang boeken in het decentralisatieproces,…  

De to do-lijst is indrukwekkend maar niet erg concreet. Maar het is erg belangrijk om op die terreinen effectief vooruitgang te boeken. Wat Kivu betreft, komt de prangende landproblematiek er nog eens bovenop. Erg veel van de lokale conflicten en juridische geschillen draaien rond toegang tot land. Zonder een toekomstgericht landbeleid zal het moeilijk zijn om het oosten van Congo te stabiliseren.

Andere bekommernissen

Begin 2014 lijkt de lont uit het Kivutiaanse kruitvat gehaald. Minstens voor even. M23 heeft slaag gekregen en het is niet waarschijnlijk dat de rebellenbeweging gauw onder deze of een andere vorm uit haar as zal herrijzen. Rwanda blijkt strak aan het lijntje te lopen van zijn donoren en heeft minstens voorlopig weinig ruimte om buiten de lijntjes te kleuren.

Verder is voor geen enkel probleem een duurzame oplossing gevonden. De tientallen gewapende groepen en splintergroepjes die het landschap bevolken zijn er nog steeds. Enerzijds is het niet evident om hen volledig onder controle te krijgen, maar anderzijds lijkt de kans niet zo groot dat ze hun destabiliserende impact ver boven het erg lokaal niveau uitstijgt.

De eerste bekommernissen rond Congo lijken zich naar elders te verschuiven. De curieuze gebeurtenissen rond de pastor Mukunguila op 30 december 2013 maken duidelijk dat president Kabila onder druk staat van zijn eigen Balubakat-gemeenschap. Het was een signaal dat de Katangese pijler van de macht in Congo vindt dat Kabila zijn belangen niet meer naar behoren dient. De actie deed de staat niet op zijn grondvesten daveren maar toonde wel hoe fragiel hij is, en hoe kwetsbaar de instellingen. En dat was zeer waarschijnlijk ook de belangrijkste doelstelling van de actie.

Kabila zit halfweg zijn tweede mandaat, en volgens de huidige grondwet is dat ook zijn laatste. Er wordt duchtig op los gespeculeerd wat de toekomst zou kunnen zijn: gaat Kabila op slinkse weg proberen aan de macht te blijven of gaan we juist naar een machtswissel? En wie zou dan wel de kroonprins kunnen wezen?

Je kan je weinig geruchten inbeelden of ze doen de ronde, en we kijken naar een kleurrijke hemel vol proefballonnetjes waarmee politici en andere publieke figuren via de media, persoonlijke demarches of georkestreerde lekken een idee de arena injagen om te zien hoe de lokale en internationale publieke opinie gaat reageren.

Zeker weten we niets. Tenzij dat het niet langer de situatie in Kivu is die Congo in de internationale pers houdt.

Kris Berwouts (°1963) studeerde diep in het vorig millennium Afrikaanse taalkunde en geschiedenis in Gent. Hij werkte 25 jaar voor verschillende Belgische en internationale ngo’s en bouwde een stevige reputatie op als Centraal-Afrikakenner, gespecialiseerd in de vredes- en democratiseringsprocessen in de regio. Sinds 2012 werkt hij als zelfstandig consultant en schrijver. Berwouts werkt aan een boek over de conflicten in het oosten van Congo. Zijn huidig veldwerk wordt mogelijk gemaakt door een werkbeurs van het Fonds Pascal Decroos.

Alle foto’s © Alexis Bouvy

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.