‘Als Europa geen migratie wil, moet het Afrika helpen industrialiseren’
Waarom bedrijven zo weinig investeren in Afrika

© Reuters / Esa Alexander

© Reuters / Esa Alexander
Van alle werelddelen trekt Afrika veruit het minst investeringen aan. Dat is geen goede zaak voor Afrika, maar ook niet voor Europa.
Afrika trok in 2024 maar zes procent van de wereldwijde buitenlandse investeringen (in totaal 1636 miljard dollar) aan, volgens het Wereldinvesteringsrapport 2025 van de VN-organisatie voor Handel en Ontwikkeling (Unctad). Terwijl het continent toch goed is voor 20 procent van de wereldbevolking. Het cijfer van die 97 miljard dollar aan buitenlandse investeringen werd dan ook nog sterk de hoogte in gejaagd door één groot bouwproject van meer dan 35 miljard dollar in Egypte. In 2023 bedroegen de totale buitenlandse investeringen in Afrika maar 55 miljard dollar.
Zelfs op een terrein waar Afrika een groot potentieel heeft – het beschikt over 39 procent van het mondiale potentieel aan zonne- en windenergie – bleef het in 2023 ver onder zijn potentieel, met 1,6 procent van de wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie.
Hoezeer Afrika achterblijft met buitenlandse investeringen, blijkt het duidelijkst als je die investeringen per continent afzet tegenover de grootte van de bevolking (zie ook grafiek). Noord-Amerika steekt erboven uit, met 85 miljard dollar aan investeringen per 100 miljoen inwoners. Afrika ontving in 2024 maar 6 miljard dollar per 100 miljoen Afrikanen – en in 2023 zelfs maar 3,6 miljard.
Risico’s
Als er minder geïnvesteerd wordt in Afrika, is dat omdat de risico’s er veel hoger worden ingeschat. Dat wordt weerspiegeld in het rentetarief. Waar Duitsland 1,5 procent rente betaalt op leningen en de VS 3 procent, betalen Azië en Latijns-Amerika volgens het rapport A world of debt van de Verenigde Naties respectievelijk 6,5 procent en 7,7 procent. Afrikaanse landen betalen gemiddeld 11,6 procent op hun leningen. Dat is acht keer zoveel als Duitsland.
Afrika wordt gezien als een risicogebied voor investeerders, dat zit ingebakken in het financieel stelsel. Leen Van den Neste, voorzitter van het directiecomité van vdk bank, illustreert dat als volgt: ‘Als wij als Belgische bank een hypothecair krediet verschaffen, moeten we voor een bedrag van 15 procent van het krediet kapitaal aan de kant zetten. Als we investeren in Afrika is dat minstens honderd procent, los van alle andere risico’s die ermee gepaard gaan. Zo is dat ingeschaald door de regelgeving en daar kunnen wij als bank niets aan verhelpen. Dat maakt het lastig om te investeren in Afrika.’
‘Je moet de realiteit leren kennen, dan stel je vast dat het waargenomen risico kleiner is dan het werkelijke risico. Dikwijls noemen we dat wat we niet kennen of begrijpen “risico”.’Caterina Giordano (Alterfin)
Dat is ook de ervaring op het terrein van de Belgische ondernemer Dimitri Moreels, die in Oost-Congo diverse ondernemingen heeft opgestart die landbouw- en farma-producten verwerken. ‘Wij hebben geen toegang tot de financiële wereld. Het grootste deel van onze groei moesten we financieren met eigen middelen, waardoor het zeker in het begin erg traag ging.’
Bart Steukers, CEO van Agoria, de federatie van Belgische technologische bedrijven, zegt het zo: ‘Afrika heeft een enorm potentieel voor hernieuwbare energie, veel mensen met talent ook en jonge mensen die goesting hebben. Het grote probleem is politieke en economische instabiliteit. Onze bedrijven moeten aan duurzaamheidsverslaggeving doen. Ze willen geen risico nemen om reputatieschade op te lopen als gevolg van betrokkenheid bij misbruiken.’
Waargenomen en reële risico’s
De vraag is in hoeverre die inschatting van het risico realistisch dan wel overdreven is. Loïc de Cannière, jarenlang directeur van impactinvesteerder Incofin en auteur van Afrika, een gedroomde toekomst, erkent dat er in Afrika meer risico’s zijn. ‘Ook bij Incofin, dat het tot zijn missie rekent te investeren in kwetsbare gebieden, deed Afrika het systematisch minder goed dan Azië of Latijns-Amerika. Er is het politieke risico, waardoor je bijvoorbeeld plots niet langer deviezen het land mag uitbrengen. Dat maakten we mee in Nigeria en Guinee. Ook conflicten vergroten de risico’s. De oorlogen in Oost-Congo hebben ons veel geld gekost omdat de koffiecoöperaties erdoor geraakt werden.’
Toch vindt De Cannière dat de risico’s te hoog worden ingeschat. ‘Onze ondernemers zijn het gewend om te werken in een beschermde omgeving met veel en duidelijke regels. Ze vermijden Afrika omdat de regelgeving er onvoorspelbaar of arbitrair is. Ze hebben het moeilijk om in Afrika te investeren, omdat ze vinden dat er te weinig rechtszekerheid is. Chinezen gaan daar anders mee om. Dat biedt hen voordelen. Jammer genoeg geldt dat ook voor de omgang met corruptie: voor Chinezen maakt dat deel uit van het zakendoen, voor ons is dat een majeure hindernis.’
‘Afrika heeft intussen ook een markt van 400 miljoen koopkrachtige middenklassers.’Bitange Ndemo (Keniaans ambassadeur in België)
Caterina Giordano van impactinvesteerder Alterfin vertelt hoe zij de risico’s in Afrika beter leerden inschatten: ‘We stelden in 2013 vast dat slechts twee procent van onze investeringen in Afrika plaatsvond. Voor een organisatie die zich op kwetsbare mensen richt, was dat niet goed. Intussen is Afrika goed voor 50 miljoen euro of 39 procent van onze portefeuille, het is ons belangrijkste werelddeel. We leerden hoe je moet investeren in Afrika: wie welke bedragen kan verwerken, welke landen het beste investerings-klimaat hebben… Je moet de realiteit leren kennen en dan stel je vast dat het waargenomen risico kleiner is dan het werkelijke risico. Dikwijls noemen we wat we niet kennen of begrijpen “risico”. Natuurlijk helpt het ook dat onze missie niet louter gericht is op winstmaximalisering.’
Dimitri Moreels, die intussen 300 mensen tewerkstelt in Oost-Congo, erkent de uitdagingen maar ziet ook de mogelijk-heden: ‘Als je onderneemt, zijn er altijd risico’s. Veiligheid is een probleem in Oost-Congo, maar toch vooral voor de lokale mensen. Het klopt dat de toepassing van het recht soms onzeker is. Je hebt er alle belang bij de regels te volgen. Het lijkt me dat je iets meer aan de streek moet geven dan je misschien elders zou doen. Dat werkt ook positief: de bevolking staat achter jou als je aantoont dat je hen vooruithelpt. Dat is veel waard. Tegelijk zijn grote delen van Afrika nog braakliggend terrein: met een beetje boerenverstand kan je er veel realiseren. Wij bouwden er de eerste chocolade-fabriek ter wereld die op hernieuwbare energie draait. Elk maand produceren we dertig ton chocolade.’
Vicieuze cirkel doorbreken
Bitange Ndemo, de ambassadeur van Kenia in België, noemt conflicten de belangrijkste rem op investeringen. ‘In veel delen van Afrika drijven conflicten de kosten van investeringen op. Nochtans heeft Afrika intussen ook een markt van 400 miljoen koopkrachtige middenklassers. Afrika moet een oplossing vinden voor die conflicten.’ Ndemo is ervan overtuigd dat alleen economische vooruitgang en jobs daarvoor kunnen zorgen: ‘Werkloze jonge mensen worden makkelijk verleid tot geweld, uit woede en in de hoop zo aan een inkomen te raken.’
Dat is ook de overtuiging van Moreels. Hij onderneemt in Oost-Congo, dat al dertig jaar geplaagd wordt door conflicten. ‘Als je als jongeman werkloos bent in Afrika, heb je niks. Echt niks. Als er dan iemand langskomt met voedsel, 20 dollar en een wapen met de vraag om “mee te komen”, dan is de keuze veel makkelijker gemaakt dan als je iets te verliezen hebt, ook al is het niet veel. Je kan de veiligheidssituatie alleen verbeteren met economische ontwikkeling.’ Zo dreigt een vicieuze cirkel: werkloosheid en armoede bevorderen conflicten, die dan weer de investeringen bemoeilijken die jobs en welvaart kunnen scheppen.
(Lees verder onder de leestip)
Ndemo vindt dat de rijke landen, en Europa in het bijzonder, voor een keuze staan. ‘De grondstoffen voor de groene revolutie moeten niet alleen ontgonnen maar ook verwerkt worden in Afrika. Zoals Indonesië doet met zijn nikkel: Chinese ondernemingen bouwen er nu batterijen en binnenkort elektrische voertuigen. Dat gebeurt nu te weinig: het Westen lijkt vooral gericht op grondstoffen weghalen. Voor het Europese investeringsprogramma van de Global Gateway praat de EU veel te weinig met de Afrikanen over wat zíj willen. Als Europeanen zich afvragen waarom er zoveel migratie uit Afrika is, moeten ze daaraan denken.’
Agoria-CEO Steukers heeft veel begrip voor die visie. ‘Vanop een afstand bekeken heeft Europa er alle belang bij om hoop en toekomst te genereren voor de jonge generatie Afrikanen. Dat kan helpen om migratie en klimaatverandering onder controle te houden.’
China als partner?
China lijkt de voorbije jaren actiever in Afrika dan Europa. Ndemo: ‘Als we moeten kiezen tussen China en Europa, zullen we altijd voor jullie kiezen: we zijn buren, delen een geschiedenis, kennen elkaar… Maar feit is dat China meer investeert in Afrika dan Europa. Zo investeert het dit jaar liefst 6,5 miljard dollar in batterijproductie in Marokko.’ Steukers treedt bij: ‘Eén ding kan je Chinese leiders niet verwijten, en dat is dat ze geen langetermijnvisie zouden hebben. En die hebben ze ook ten aanzien van Afrika, meer dan onze eigen leiders.’
Hoezeer dat klopt, ondervond Mouctar Bah, voorzitter van de Brussels-Africa Hub, toen hij onlangs de vierde Chinees-Afrikaanse Economische en Handelsbeurs bezocht: ‘Alle Afrikaanse landen waren sterk vertegenwoordigd (behalve Eswatini, omdat het Taiwan erkent, red). Je voelt op zo’n beurs dat China en Afrika elkaar aftasten: wat heb jij nodig van mij, wat heb ik nodig van jou? China ziet de relatie echt op lange termijn... Het feit dat die enorme beurs al voor de vierde keer plaatsvond, illustreert dat. China gaat ook voor productie in Afrika: in Guinee bouwen ze een immense krachtcentrale om het bauxiet ter plekke te kunnen verwerken tot aluminium en gallium (cruciaal materiaal voor halfgeleiders en hoogtechnologische applicaties voor defensie, red).’
Tijdens de beurs kondigde China aan dat alle Afrikaanse landen, behalve Eswatini, voortaan tariefvrij kunnen exporteren naar China. ‘Hier ligt een groot potentieel voor Europese bedrijven’, vindt Bah. ‘Europese bedrijven kunnen in Afrika produceren en dan tariefvrij verkopen in China. Een tripartite samenwerking Afrika-Europa-China kan allen voordelen opleveren.’
Ambassadeur Ndemo roept Europa op om naar Afrika te komen: ‘Europa en de VS hebben de voorbije decennia hun industrie naar China verplaatst. En nu zijn ze soms erg afhankelijk van China. Waarom brengt Europa niet een deel van zijn productie naar Afrika? Natuurlijk moeten wij onze productiviteit verhogen. Laat ons er samen voor gaan. Ik hoop wel dat ngo’s ons niet van slavernij betichten als mensen tien uur per dag werken, zoals ze dat in China zelden of nooit deden. We willen op dezelfde manier behandeld worden als China.’
Wat kan er gebeuren opdat Europa meer doet? Loïc de Cannière vindt het storend dat de mogelijkheden van Afrika zelden belicht worden in globale investeringsrapporten. ‘Dat moet veranderen, want zo missen we kansen.’ Mouctar Bah heeft de indruk dat de relatie tussen China en Afrika er meer één is tussen gelijken. ‘Europa zit nog meer vast in het verleden met zijn kijk op Afrika. Met open blik naar Afrika kijken, zou helpen.’
Dimitri Moreels is blij dat impactinvesteerders als BIO of Alterfin zijn ondernemingen stilaan meer weten te vinden. ‘Meer algemeen zou het erg waardevol zijn als wordt bijgedragen tot een betere rechtspraak en een onderwijs dat zorgt voor beter geschoolde mensen in Afrika.’
Als publieke financiële instellingen garanties geven, kan het waargenomen risico verminderen, denkt Bart Steukers van Agoria. ‘Daarnaast zou het waardevol zijn mochten onze politici een langetermijnverhaal hebben over waarom het voor ons belangrijk is in Afrika te inves-teren. Zo’n breed verhaal waarin je je als samenleving en bedrijfsleven kan inschrijven, is belangrijk.’
Deze analyse werd geschreven voor MO*157, het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Ontvang het beste van MO* rechtstreeks in je mailbox
Schrijf je nu in op onze gratis nieuwsbrieven en wij houden je op de hoogte van wat er gaande is in onze mondialiserende en snel veranderende wereld.