Waarom kinderen in de hulpverlening nog te vaak figuranten blijven
“‘Kinderen aan de zijlijn’
Kinderen hebben recht op participatie, maar toch staan ze vooral aan de zijlijn van hulpverlening, schrijft MO*columniste Mieke Schrooten. ‘Niet omdat ze stil zijn, maar omdat wij niet luisteren.’
Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, toonden duizenden Vlaamse gezinnen hun warmste kant. Mensen openden hun deuren voor vluchtelingen, vaak zonder voorbereiding of met beperkte ondersteuning. Over die gastopvang schreef ik al in eerdere columns.
Een masterproef die ik recent begeleidde, overtuigde me om het onderwerp nogmaals aan te snijden. Ditmaal vanuit een ander perspectief: dat van de kinderen van de gastgezinnen.
Onder de gastgezinnen waren er namelijk ook heel wat families. Terwijl ouders zich over hun gasten ontfermden, veranderde ook het leven van hun eigen kinderen ingrijpend. Niet alleen omdat er plots extra mensen aan tafel zaten of routines veranderen, maar ook omdat hun thuis plots gedeeld terrein werd.
Janne Wilmsen, alumna sociaal werk aan de Universiteit Antwerpen, richtte haar masterproef op die kinderen van Vlaamse gastgezinnen. Haar bevindingen zijn confronterend. Terwijl de aandacht terecht uitging naar de noden van Oekraïense gezinnen, bleven de kinderen van gastgezinnen grotendeels buiten beeld. Ze kregen geen begeleiding, geen inspraak, geen erkenning van hun beleving. Alsof ze louter figuranten waren in een verhaal van volwassen keuzes.
Onderzoek toont aan hoe biologische kinderen van pleegouders hun ruimte, hun ouders en hun aandacht moeten delen.
Nochtans weten we uit de pleegzorg dat opvangsituaties het gezinsleven grondig kunnen beïnvloeden. Onderzoek toont aan hoe biologische kinderen van pleegouders hun ruimte, hun ouders en hun aandacht moeten delen. Ze ervaren spanningen, voelen zich verantwoordelijk en worstelen soms met complexe emoties.
“Erbij”, maar zonder eigen stem
Het gebrek aan aandacht voor kinderen als volwaardige deelnemers is geen uitzondering. Het wijst op een breder patroon: kinderen worden in hulpverlening en beleid vaak gezien als ‘erbij’, maar zelden als actoren met een eigen stem.
Internationaal onderzoek bevestigt dit. In het Verenigd Koninkrijk stelden Karen Winter en Viviene Cree vast hoe sociaal werkers tijdens huisbezoeken vooral focussen op ouders, terwijl het kind vaak letterlijk en figuurlijk op de achtergrond blijft.
In Zweden gaven hulpverleners aan hoe makkelijk ze de focus op het kind verliezen in hun werk. Niet uit desinteresse of onwil, maar omdat het systeem op volwassenen is gericht. Kinderen komen er wel in voor, maar worden nauwelijks erkend als deelnemers met eigen inzichten en ervaringen.
Die logica is diep verankerd in hoe we met kinderen omgaan. We denken vaak dat zij nog niet weten wat goed voor hen is. Dat wij, volwassenen, het beter inschatten. Zelfs wanneer kinderen midden in situaties staan die hen diep raken, schuiven ze zelden mee aan tafel. Daardoor krijgen kinderen, ondanks hun betrokkenheid, vaak een marginale positie, aan de zijlijn van hulpverlening.
Twijfel en onwetendheid
Het is niet alleen een kwestie van macht, maar ook van oprechte twijfel en onwetendheid. Veel hulpverleners worstelen met hoe ze met kinderen moeten communiceren.
Zijn ze niet te jong? Moeten we hen niet beschermen tegen moeilijke informatie? Kunnen we hun ervaringen wel écht vatten? Die vragen zijn begrijpelijk, maar mogen geen excuus worden om hen uit te sluiten.
Kinderen hebben recht op participatie. Niet alleen in theorie, maar ook in praktijk. Dat vraagt meer dan het formaliseren van kinderrechten in wetten en verdragen. Het vraagt een fundamentele verandering in hoe we naar kinderen kijken en met hen omgaan. Tijd maken voor gesprekken, relaties opbouwen, en communiceren op hun maat. Durven luisteren, ook als dat ongemakkelijk is.
Een kind dat zich schikt in wat volwassenen beslissen, kan intussen een heel andere beleving hebben. Het recht van kinderen om gehoord te worden is dan ook geen luxe of bijzaak.
Zolang we hun kennis over hun eigen leven niet erkennen, blijven ze afhankelijk van volwassenen die voor hen spreken en beslissen. En dat is niet zonder risico. Niet voor het welzijn van het kind, en niet voor de kwaliteit van onze hulpverlening.
Wat we nodig hebben, is geen systeem dat kinderen erbij neemt als het past, maar een praktijk die hen echt centraal stelt. Die haar werking afstemt op hún leefwereld.
Want kinderen zíj́n er. Ook in moeilijke, complexe situaties. Maar zolang wij hun stem niet horen, blijven ze aan de zijlijn. Niet omdat ze stil zijn, maar omdat wij niet luisteren.
Lees ook
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in