Koen Doens, directeur-generaal van DG INTPA van de Europese Commissie
‘De EU kan bijdragen aan groene industrialisering van Afrika’

© JSB Co. for Unsplash+ (CC0)

© JSB Co. for Unsplash+ (CC0)
Door gerichte dialoog met, en investeringen in partnerlanden in Afrika, kan Europa met de Global Gateway niet alleen bijdragen aan de groene industrialisering van het continent, maar ook aan een aanzienlijke jobcreatie, zegt Koen Doens in het tweede deel van het gesprek dat MO* met hem had.
In het eerste deel van ons gesprek zegt Doens dat ontwikkelingslanden veel meer investeringen nodig hebben dan de krimpende budgetten voor ontwikkelingssamenwerking. Dat geldt bij uitstek voor Afrika, tegelijk het armste continent en het werelddeel waar de bevolking nog snel toeneemt.
Hoewel de Afrikaanse zon en wind er rijkelijk aanwezig zijn - goed voor liefst 39% van het mondiale potentieel van zonne-en windkracht trekt het continent niet meer dan 2% van de wereldwijde investeringen in groene stroom aan. Pijnlijk voor de 600 miljoen Afrikanen die geen toegang tot wat voor stroom dan ook hebben.
Volgens Doens kan Europa een rol spelen in het ontsluiten van die groene stroom, wat tegelijk ontwikkelings- en klimaatbeleid zou zijn. Investeringen zijn in beider belang.
Koen Doens: ‘De EU positioneert zich wereldwijd als leider in de strijd tegen de opwarming van de aarde, waardoor we minder CO2 per hoofd uitstoten dan de VS en China. Maar je bestrijdt de opwarming van de aarde niet alleen met inspanningen in Europa. Het mooie is dat Afrika over een enorm potentieel aan hernieuwbare energie en groene industrialisering beschikt. Maar om daar gebruik van te maken heeft het nood aan investeringen, en die kunnen wij met de Global Gateway ondersteunen. Europese bedrijven hebben op dat vlak veel te bieden en zijn bovendien gebonden aan Europese normen, anders dan Chinese bedrijven.’
‘Onze bedrijven weten dat kinderarbeid of ontbossing enorme reputatieschade kan aanrichten. Ghana en Ivoorkust, bijvoorbeeld, zijn samen goed voor 70% van de wereldproductie van cacao, maar ontvangen zelf maar een klein deel van de meerwaarde van de chocoladeketen. De winst gaat naar de handelaars en chocolademakers, en dat willen zij veranderen. Samen met verschillende belangengroepen hebben we een groot project opgezet van duurzame cacao, zonder kinderarbeid en ontbossing, waarbij de cacaoboeren een hoger inkomen ontvangen. België speelde daarbij een voortrekkersrol.’
Moet er dan ook niet ingezet worden op lokale verwerking van grondstoffen?
Koen Doens: ‘Zeker, wij steunen dat. Het kan niet meer zo zijn dat ruwe bonen worden uitgevoerd. Er moet lokale toegevoegde waarde worden gecreëerd waarvoor investeringen nodig zijn. Maar daar hangen risico’s aan vast die wij proberen te verhelpen.’
Het belang van hernieuwbare energie is wederzijds
De Global Gateway stelt geen doelen op het gebied van jobcreatie. Waarom niet?
Koen Doens: ‘Het heeft geen zin om daar een cijfer op te plakken zonder serieuze methodologie. Ambitieus zijn is goed zolang je geen cijfers uit je duim zuigt. De 300 miljard euro waarover de Global Gateway beschikt, is op een solide basis berekend. Dat is niet zomaar een wilde gok. We houden nauwgezet bij hoeveel we uitgeven aan projecten, hoeveel leningen we losmaken en hoeveel investeringen we door ons beleid aantrekken. Ik denk dat we tegen 2027 boven die 300 miljard euro zullen geraken.’
Hoever staan we nu?
Koen Doens: ‘We zitten nu in de voorbereidingsfase. Europese experts en lokale overheden creëren in Namibië bijvoorbeeld een wetgevend kader voor investeringen om er groene waterstof te maken. Zo bereiden we het terrein voor.’
Zal die waterstof lokaal voor een groene industrialisering gebruikt worden, of zal die vervoerd worden?
Koen Doens: ‘De hele transformatie van waterstof naar iets dat vervoerbaar is, en het vervoer zelf, is veel te duur. Daarom kijken we in landen waar goedkoop groene waterstof gemaakt kan worden, of er een deel van de energie-intensieve productie kan gebeuren, wat de lokale toegevoegde waarde kan zijn en hoe er jobs kunnen gecreëerd worden. Als die landen meer eigen inkomsten hebben, kunnen ze meer belastingen heffen en hun ontwikkeling zelf financieren.’
Er zijn via de Global Gateway plannen om vanuit Egypte en Algerije groene waterstof te transporteren naar Europa. Hoe concreet zijn die plannen?
Koen Doens: ‘Die zijn heel concreet. Noord-Afrika heeft veel wind en zon en ligt op overbrugbare afstand. Dus leggen we kabels en pijpleidingen om groene waterstof te transporteren.’
‘Voor Afrika onder de Sahara is het moeilijker. Daar is het potentieel van hernieuwbare energie ook gigantisch, maar de kostprijs om het naar Europa te transporteren is hoog. In Centraal-Afrika, met veel waterkracht, wind en zon, moeten we focussen op hernieuwbare energie in en voor Afrika, want 600 miljoen Afrikanen hebben geen toegang tot stroom. Als Afrika het eerste continent wordt dat zich industrialiseert op basis van hernieuwbare energie is dat in ons wederzijds belang.’
Waarom?
Koen Doens: ‘China heeft zich opgewerkt met een exportgerichte industrie. De binnenlandse consumptie volstond niet om die indrukwekkende economische groei mogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor Afrika. De interne markt groeit er wel, maar volstaat niet om een snelle groei te ondersteunen. Wat de Afrikaanse industrie meer produceert, kan dienen voor de Europese markt en meer in het bijzonder om aan de “vergroende” vraag uit Europa te voldoen. Dat is een kans voor Afrika.’
Leg uit.
Koen Doens: ‘Een land als Mauretanië heeft massa’s wind en zon en kan dus veel groene stroom produceren. Maar het heeft wellicht ook de op een na grootste ijzerreserves van Afrika. Met die groene stroom kan dat ijzererts gereduceerd worden tot groene ijzerpellets. Die kan je dan naar Europa vervoeren waar ze in elektro-ovens in groen staal kunnen omgezet worden. Dat vergt behoorlijk studiewerk en voorbereidende analyses met de banken, de privésector en het partnerland, maar loont de moeite.’
A little less conversation, a little more action, please
Critici beweren dat projecten van de Global Gateway door Europese ondernemingen worden bepaald, maar u beweert dat dit in dialoog met de lokale partners gebeurt?
Koen Doens: ‘Natuurlijk. Wij kunnen de partnerlanden niet meer zeggen wat we komen doen. Naar gelang hun eigen interesses, noden en vermogen, kunnen zij aankloppen bij China, de Golfstaten, Turkije of de VS. Europa is relatief duur en traag, en heeft allerlei normen en verwachtingen. Wij sturen geen Europese arbeidskrachten om snel een weg te bouwen. Wat wij leveren is van een totaal andere kwaliteit. Als landen snel en goedkoop bediend willen worden, gaan ze elders. Maar als ze iets van strategisch belang willen, komen ze naar ons. De bal ligt dan in ons kamp en is aan ons om die kans te grijpen.’
Concurreren met China is niet zo makkelijk, want het heeft bijvoorbeeld een monopolie op zonnepanelen.
Koen Doens: ‘Dat is juist, daarvoor kan je moeilijk om China heen. Maar wat waterkrachtcentrales betreft, kunnen wij zeker ons mannetje staan. Wij moeten niet denken in binaire termen. Het is geen keuze tussen China en de EU, want de marktvraag is groot én gediversifieerd en er is plaats voor iedereen. Laten we ons concentreren op wat we goed doen en waar onze belangen en die van onze partners samenkomen.’
Op de vraag of Vlaanderen een eigen Afrikabeleidsnota moet hebben antwoordde u onlangs dat we geen nood hebben aan bijkomende beleidsnota’s maar wel aan mensen die iets willen doen. Wat bedoelt u daarmee?
Koen Doens: ‘Ik citeer graag het liedje van Elvis Presley: “A little less conversation, a little more action, please.” Ik kijk vooral naar hoe we dingen kunnen doen op het terrein. Vlaanderen heeft een actieve privésector die geïnteresseerd is in Afrika en elders. Wij moeten de verbinding maken. De Vlaamse én de federale overheid hebben een belangrijke rol te spelen, wat ze ook doen. Wat niet kan, is dat alle Europese ondernemingen met een idee komen aankloppen bij DG INTPA. Zo werkt het niet. Op Europees niveau werken we nu een platform uit met duidelijke criteria waarbij de eerste screening door de lidstaten zelf gebeurt en er enerzijds een toegevoegde waarde voor het partnerland moet zijn, maar anderzijds ook voor Europa. Anders kunnen de bedrijven het gewoon zelf doen.’
Aanvaardt de EU in het kader van de energietransitie dat activiteiten die we hier al lang doen, zoals het reduceren van ijzererts, in Afrika zullen plaatsvinden?
Koen Doens: ‘Ja, al is dat niet altijd makkelijk. Maar we willen in Afrika wel degelijk banen creëren in de industrie. In de tailings, de mijnbouwresten, van de Société du Terril de Lubumbashi (STL) zit heel wat germanium (belangrijk voor de productie van halfgeleiders; red.). Momenteel domineert China die hele keten, maar Umicore heeft daarover nu een deal met Gécamines, het moederbedrijf van STL. Die tailings worden vandaag in Olen verwerkt, en het is daarbij de ambitie om een deel van dat verwerkingsproces in Congo te laten gebeuren.’
Niet vasthouden aan wat voorbij is
De Lobitocorridor, de spoorlijn van de Atlantische kust in Angola naar de kopergordel in Congo en Zambia, wordt o.a. met Europees geld gerenoveerd. Zal die spoorlijn voor meer gebruikt worden dan voor het vervoer van koper en kobalt?
Koen Doens: ‘We zijn inderdaad betrokken bij de vernieuwing van die lijn van de grens met Angola naar Kolwezi, de kobalthoofdstad van Congo. Dat spoor zal niet alleen nuttig zijn voor het vervoer van mineralen, want de Benguela-spoorweg, dat in Angola deel uitmaakt van de Lobitocorridor, heeft een grote impact op de landbouw. Er is veel landbouw in Noord-Oost-Angola, maar de producten geraakten niet tot in de hoofdstad Luanda. Dat gebeurt nu wel. Ook in Katanga in Congo is er veel landbouw die nu door het spoor zijn weg naar de markt vindt.’
Toen Indonesië een verbod instelde op de uitvoer van ruw nikkel, vocht de EU dat aan bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO). China daarentegen investeerde er massaal in de verwerking van nikkel en intussen ook in de verwerking van nikkel in batterijen, en creëerde zo 80.000 banen. Mist Europa hier geen kansen?
Koen Doens: ‘Absoluut! Steeds meer landen willen hun grondstoffen zelf verwerken. De Europese reactie is inderdaad gebaseerd op het respect voor de WTO-regels. Maar we mogen niet blijven vasthouden aan wat voorbij is, dat is politiek gezien fout. Het Globale Zuiden wil zelf jobs en toegevoegde waarde creëren. Overigens wil ook Europa nu een eigen batterij-industrie.’
Programma’s van de Global Gateway spreken over sociale cohesie en sociale accenten, maar er zou bij DG INTPA geen financieringslijnen zijn voor vakbondswerking. Klopt dat?
Koen Doens: ‘Voor een stuk. Onze financiering is veel te klein om het sociaal-politieke systeem van landen structureel te hervormen. We zijn daar zelfs 25 jaar geleden niet in geslaagd toen onze impact nog veel groter was. Wat we wel doen, is sociale partners en lokale gemeenschappen betrekken bij onze projecten. Dat is belangrijk en vormt een groot verschil met hoe andere partners werken.’
Doet de Global Gateway aan technologieoverdracht?
Koen Doens: ‘Zeker. Ons programma MAV+ wil productie van en toegang tot vaccins in Afrika verbeteren. Het Duitse BioNTech, bekend van vaccins tegen COVID-19, wilde in Rwanda vaccins produceren omdat het haar mRNA-techniek willen gebruiken voor vaccins tegen tbc, malaria en Mpox. Dat zijn ziektes die vooral in Afrika voorkomen en dan is het logisch dat je de klinische testen ook daar uitvoert.’
‘Omdat de Rwandese procedures, medewerkers en overheidsinstellingen een bepaald niveau moesten halen, hebben we een samenwerkingsverband met Rwandese, Belgische en Duitse overheidsinstellingen opgestart. Rwanda heeft intussen WHO-level 3 behaald.’
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in