De intra-Europese problemen doorkruisen de plannen die de Franse president Sarkozy voor de G20-top in Cannes had. MO*redacteur John Vandaele is ter plaatse om verslag uit te brengen en blikt vooruit.
De G20 of groep van 20 leidende economieën werd in 2008 gepromoveerd tot schipper van de wereldeconomie nadat het failliet van de investeringsbank Lehman Brothers het geldsysteem aan de rand van de afgrond bracht. De VS en de rest van de groep van zeven rijkste landen (Frankrijk, Italië, Duitsland, Japan, Verenigd Koninkrijk en Canada) waren toen van oordeel dat het globale economische beleid niet meer kon gestuurd worden met de klassieke zeven rijkste landen maar dat ook de grote opkomende economieën – en in de eerste plaats China – erbij betrokken moesten worden. Daarom werd beslist om de ietwat obscure G20 die tot dan toe enkel op het niveau van de ministers van financiën werkte, te promoveren door voortaan de staatshoofden en regeringsleiders van 19 leidende economieën plus de EU samen te brengen (lees ook Wie zetelt er in de G20?).
De eerste G20-bijeenkomsten in november 2008 en in april 2009 waren vrij succesvol. De landen spraken met elkaar af wat er moest gebeuren om een infarct van de wereldeconomie te voorkomen: landen moesten hun banken redden en hun economie stimuleren door middel van overheidsuitgaven. Dat werkte vrij goed en nogal wat observatoren geloven dat de wereld er zo in geslaagd is om anders dan in de jaren dertig van de vorige eeuw, te voorkomen dat een financiële crisis leidde tot een Grote Depressie.
Angst en onzekerheid
Dat optimisme is het voorbije jaar evenwel weggeëbd. Zeker, de werkloosheidscijfers zijn nog niet wat ze waren tijdens de Grote Depressie maar ze zijn ernstig genoeg. In Spanje heeft meer dan 40 procent van de jongeren geen werk (wat meer dan wat anders het ontstaan van de indignado-beweging verklaart). In de VS heeft tien procent van de actieve bevolking geen werk, maar als je er diegenen bij telt die verplicht deeltijds werken, of gestopt zijn met werk te zoeken, kom je al aan zeventien procent. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie stond de werkloosheid in 2010 op 207 miljoen. Dat was 27 miljoen meer dan in 2007.
En mogelijks wordt het slechter. De voorbije maanden is de angst en onzekerheid over de toekomst alleen maar toegenomen. Dat heeft veel met de Europese problemen te maken. Die raken de Europeanen uiteraard in de eerste plaats maar de Europese Unie is ’s werelds grootste economie en een van de grote consumenten van de wereld: exporterende landen als China, Maleisiê of Indonesiê hangen voor meer dan de helft van hun groei van export af en zullen dus ook leiden onder een tweede Europese receessie. De aankondiging door de Griekse premier van een referendum over het besparingsplan dat zijn land wordt opgelegd door Europa, dreigt ervoor te zorgen de hele G20-top in de schaduw staat van de intra-Europese problemen.
Koreaanse accenten
Nochtans had de Franse president Nicolas Sarkozy het anders gepland. Net zoals bij de G7 wordt de G20 elk jaar voorgezeten door een ander land. Die voorzitter heeft dan de kans om eigen accenten te leggen. Zuid-Korea werkte vorig jaar hard aan een zogenaamde consensus over ontwikkeling die inhoudt dat er niet één zaligmakend ontwikkelingsmodel is, maar dat er ruimte is voor diversiteit. Ook werd er na lange discusssies afgesproken dat er zou worden gezocht naar indicatoren om te bepalen wanneer er sprake is van ‘overdreven macro-economische onevenwichten’ – lees: wanneer een land een te groot handelsoverschot heeft.
Af te wachten valt hoe dit in Cannes verder wordt uitgewerkt. Het thema ligt hypergevoelig omdat het ook verband houdt met de wisselkoersen: de VS verwijten immers China al jaren dat het zijn munt kunstmatig laag houdt om zo zijn export te ondersteunen. Ook de regulering van de financiële sector staat van in het begin op de G20-agenda, al werden er tot nu toe niet echt concrete resultaten geboekt op de voorbije G20-toppen.
Franse initiatieven
Dit jaar is Frankrijk dus voorzitter en aanvankelijk waren de verwachtingen nogal hooggespannen. De Franse president had immers van in het begin de grote woorden niet geschuwd als hij op het G20-podium sprak. Er moest een nieuw monetair stelsel – een nieuw Bretton Woods zoals hij het stelde – komen maar wat dat concreet zou inhouden, blijft afwachten. Frankrijk wil ook het thema van de grote schommelingen van de grondstoffenprijzen aankaarten. Meer concreet denkt Frankrijk aan initiatieven voor meer voedselveiligheid en meer regulering op de grondstoffenmarkten om zo speculatie tegen te gaan.
Frankrijk plaatste tenslotte ook een beter globaal bestuur op de agenda. Zo wijst het er terecht op dat de internationale organisaties zoals het Internationaal Muntfonds, de Wereldhandelsorganisatie of de Internationale Arbeidsorganisatie veel beter zouden kunnen samenwerken. Nadat vorig jaar in de schoot van de G20 besloten werd tot een herverdeling van de macht in het IMF (waarbij kleine Europese landen als België en Nederland inleverden ten voordele van opkomende landen als India of Brazilië, lees hierover België verliest het zwaarst in het IMF uit MO*magazine van april 2011), wil Frankrijk nu graag een doorbraak in de hervorming van de VN-Veiligheidsraad (waarbij meer opkomende landen als permanent lid zouden worden opgenomen). Het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat deze G20-top dat waarmaakt Tot slot stelt Frankrijk ook voor om de G20 een bescheiden secretariaat te geven.
Groeiende woede
De G20-top speelt zich af tegen een achtergrond van groeiende woede bij de bevolking in vele landen. Woede over de banken die nadat ze gered waren meteen terug keerden naar hun vroegere manier van werken met hoge bonussen. Woede over de wereldeconomie en het gebrek aan banen. Woede over het onvermogen van de politiek om daaraan iets te verhelpen. De eerste november betoogde de civiele samenleving in de stad Nice om haar eisen kenbaar te maken aan de G20: meer dan 10.000 vertegenwoordigers van de (vooral Franse) vakbonden, de ngo’s, en de indignado’s liepen door de straten van een belegerde stad. ‘Het kernthema van de betoging was duidelijk: grenzen stellen aan de willekeur en de macht van de financiële sector’, stellen Rudy De Meyer (11.11.11) en Eric Goeman (Attac- Vlaanderen).
De internationale vakbeweging die zich voor de gelegenheid L20 noemt als tegenhanger voor de B20 (het internationale bedrijfsleven ofte business20), is duidelijk aanwezig in Cannes. Op 2 en 3 november ontmoeten vakbondsleiders verschillende regeringsleiders die deelnemen aan de G20. Zo sprak ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw gisteren namens het Europees vakverbond met Jose Manuel Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie. Hij kloeg aan dat de EU voluit kiest voor besparingen en deflatie en pleitte voor een expansief beleid dat (onder meer groene) banen schept, en voor een aanpak van de belastingparadijzen.
Ook ACV-voorzitter Luc Cortebeeck is in Cannes: ‘De syndicale top van 2 en 3 november gaat voor een beleid dat de financiële wereld reguleert en tot rust brengt, dat saneringen niet afschuift op de mensen die nu al zwak staan, dat perspectief geeft aan duurzame groei en werkgelegenheid. Dat wordt ongetwijfeld een bijzonder moeilijke klus. Maar zeker nu is het debat tussen vakbonds- en regeringsleiders in de landen, op Europees en wereldvlak noodzakelijk.’