Ivorianen verhitten slotavond van Wereld Sociaal Forum
Elena Dikomitis
12 februari 2011
De slotceremonie van het Forum gisterenavond, werd ingevuld door de conclusies van de thematische werkgroepen, die de deelnemende organisaties de afgelopen twee dagen organiseerden. Tezelfdertijd liep wat verder een verhit debat over Ivoorkust uit de hand. Enkele uren voordien had een spontane mars richting Egyptische ambassade plaatsgevonden om de recente gebeurtenissen in de aandacht te brengen. Het Wereld Sociaal Forum is een momentum voor veel meer dan een strijd tegen het neoliberalisme. Wellicht is dat de enige echte conclusie van deze week.
Drie minuten tijd kregen de vertegenwoordigers van achtendertig werkgroepen om de rode draad doorheen de conferenties van de voorbij twee dagen voor te stellen. De slotceremonie deed dan ook heel sloganesk aan en vele aanhoorders, die hoopten op politiek aanvechtbare conclusies, bleven op hun honger zitten. “Een sterke politieke boodschap wordt overschaduwd door het product dat elk van deze organisaties wil verkopen”, zegt Iskander (24), een Franse student sociologie. “Iedereen organiseerde de afgelopen dagen in zijn hoekje een atelier. Van een convergentie van ideeën is zelfs op deze slotdag geen sprake.” Dat was evenmin het geval een vijftigtal meter verder, in de overbevolkte tent waar over de Ivoriaanse zaak gesproken werd.
Het onmogelijke debat
Net zoals tijdens het Forumdebat op 8 februari over de kwestie rond de Westelijke Sahara, gingen participanten gisterenavond met elkaar in de clinch, deze keer in naam van de Ivoriaanse zaak. Op 28 november 2010 hebben de VN Laurent Gbagbo uitgeroepen tot verliezer van de Ivoriaanse presidentsverkiezingen, maar die weigert tot op vandaag af te treden voor Alassane Ouattara.
“Zonder in een politiek debat verzeild te geraken, willen we met deze lezing de rampzalige gevolgen aantonen van een eventuele internationale, militaire interventie in Ivoorkust”, zegt Fatou Bintou Samb, lid van het panel en voormalig voorzitster van de sociologieclub aan de Dakaarse universiteit. De professor sociologie Malick Ndiaye zette het debat als moderator in met een vurige aanklacht tegen de Franse president Sarkozy, die tot op heden dreigt met een interventie in Ivoorkust.
Ndiaye had nauwelijks de ‘spelregels’ voor de politiek beladen conferentie uitgelegd, of de eerste opstokers eisten spreekrecht: “De enige president is Ouattara! Wij zijn Ivorianen en we begrijpen beter onze eigen problemen!” Nadat ze toestemming gekregen hadden om hun anti-Gbagbo spandoeken in de tent op te hangen, ging de conferentie verder, maar telkens wanneer het accent verlegd werd van de gemeenschappelijke vijand Frankrijk naar één van de twee Ivoriaanse presidentskandidaten, brak het protest opnieuw los. De argumentatie tegen een militaire interventie, “geen tweede Rwanda op Afrikaanse grond”, werd dan ook volledig overschaduwd door het getouwtrek van de twee politieke kampen.
Van vader op zoon, de schrik van de Senegalezen
Al tijdens de openingsmars van het Forum op 6 februari 2011, was het duidelijk dat de Ivoriaanse zaak ook de Senegalezen bezighoudt, zeker met de presidentsverkiezingen van 2012 voor de deur. Het debat over Ivoorkust was dan ook de enige activiteit waaraan de Senegalese universiteitsstudenten massaal deelnamen.
Een oorverdovend gejoel brak los toen Gbagbo aanhangster Bro Grebe een lijst voorlas van Afrikaaanse landen waar een door het Westen gesteunde presidentskandidaat, vaak de zoon van de voormalige president, aan de macht was gebracht. De talkrijke studenten die aanwezig waren in en rond de tent waar de lezing plaatsvond, schreeuwden gezamenlijk “Niet in Senegal, geen Karim! (zoon van president Abdoulaye Wade, nvdr)”.
Sarkozy kop van jut
“Dankzij Frankrijk hebben we in Ivoorkust zelfs analfabete presidenten gehad!”, schreeuwde Bro Grebe, tot groot enthousiasme van het publiek. Wanneer ze het accent echter verlegde naar een pro-Gbagbo discours, verhinderde het publiek haar om verder te spreken. “Wat je zegt is fout!”, schreeuwden de Senegalese Ouattara aanhangers van achter het net dat de tent afsloot.
De enige vorm van eensgezindheid tussen de participanten moest je tussen de lijnen lezen. Maar die raakte wel aan de essentie van het Forum: respect voor de soevereiniteit van Afrikaanse staten en een aanklacht tegen politieke of economisch gekleurde neokoloniale inmenging. Sarkozy in het bijzonder werd tot op het bot afgekraakt: “Hij zal ons de oorlog insturen zonder zijn witte handen vuil te maken en de Afrikanen nog maar eens het smerige werk laten opknappen nadien.”
Inhoudelijk een succes, organisatorisch een ramp
Terwijl de Ivoriaanse gemoederen verder opliepen, deelden enkele omstaanders hun visie over de voorbije week. Jean Jacques Mbelle, één van de leden van de thematische werkgroep rond migratie, is tevreden. Op mijn vraag of het Forum voldoende politieke draagkracht heeft, antwoordt hij lichtjes geïrriteerd: “We hebben een behoorlijk aantal lokale politieke leiders en vertegenwoordigers van de Europese Unie in ons publiek gehad, maar het Forum gaat vooral over het aanbrengen van nieuwe ideeën en het streven naar convergentie van verschillende standpunten.”
Een lid van een Marokkaanse delegatie, die aan de drie Afrikaanse Fora heeft deelgenomen, maakt dezelfde balans op als de meeste vertegenwoordigers van deelnemende organisaties: “Op inhoudelijk vlak was dit Forum een succes maar organisatorisch gezien was het een regelrechte ramp.” De woordvoerder van het organiserend comité gaf tijdens de slotceremonie toe dat het Forum op logistiek vlak niet vlekkeloos was verlopen, maar dankzij de wil en flexibiliteit van de participanten toch was geslaagd.
El Hadj, de enige overgebleven taxichauffeur voor het leeggelopen perscentrum, gisterenavond om tien uur, herhaalt voor de zekerheid zijn vraag: “Toubaab yi ñepp ñibbi lañu?” (“Zijn echt alle blanken terug naar huis gekeerd?”, nvdr) Ik bevestig en vertel hem waarover het Forum ging. Dat was hem deze week ontgaan.