Denkwerk voor 2013

Opinie

Denkwerk voor 2013

30 januari 2013
Denkwerk voor 2013
Denkwerk voor 2013

De laatste nieuwsjaarsrecepties zijn achter de rug. Iedereen kan de jaarlijks gerecycleerde beloftes en overtrokken verwachtingen weer vergeten en gewoon nuchter de feiten onder ogen zien. 2013 is begonnen zoals 2012 werd afgesloten: met veel te veel geweld, ongelijkheid en vervuiling.

Het vuurwerk waarmee Syrië, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Pakistan en Mali het nieuwe jaar inzetten, was allesbehalve feestelijk. En als de inwoners van Beijing en een dertigtal andere steden in China begin januari maskers droegen, had dat niets te maken met late silverster- of veel te vroege carnavalfeestjes, maar alles met luchtvervuiling die minstens het zevenvoud bedroeg van een niveau dat de Wereldgezondheidsorganisatie schadelijk vindt.

In de Verenigde Staten werd het jaar ingezet met een rapport van het Nationale Gezondheidsinstituut, waaruit bleek dat de VS van zeventien onderzochte, rijke landen het slechtste scoorden op het vlak van kindersterfte, hart- en longziekten, seksueel overdraagbare infecties, tienerzwangerschappen en gewelddelicten met gewonden of doden.

Als het goed gaat, gaat het goed

Er was de voorbije weken ook voorzichtig positief nieuws. In zijn Global Economic Prospects 2013 stelt de Wereldbank dat we de komende jaren een herstel van de mondiale economische groei zullen zien, in toenemende mate gedreven door ontwikkelingseconomieën.

Alleen, dan mag de eurozone niet hervallen in een depressieve fase, dan moeten de Verenigde Staten hun opgeblazen schuldenprobleem onder controle krijgen, dan mag de Chinese economie niet al te bruusk hervormen, en dan mogen de voedselprijzen niet al te vaak pieken –wat nogal onwaarschijnlijk is gezien de kleine maïsvoorraden en de grote druk op landbouwgrond in de hele wereld.

Met andere woorden: als alles goed gaat, dan zal het de komende jaren goed gaan. Of zoals de volkswijsheid stelt: als mijn kat een koe was, kocht ik geen melk meer.

Groei is nog geen vooruitgang

De Wereldbank maakt de klassieke fout economische groei te isoleren van zijn maatschappelijke betekenis en gelijk te stellen met vooruitgang. De Wereldbank verwacht dat het Congolese bnp in 2013 met 8,2 procent groei zal groeien. Dat klinkt goed, maar het betekent niets voor de grote meerderheid van de Congolezen, zoals blijkt uit het dossier over de Congolese elite in MO*magazine van februari.

De Haïtiaanse economie zou dit jaar met 6 procent groeien. Om de twijfelachtige realiteit achter dat cijfer te begrijpen, kan u terecht bij de reportage Goedkope T-shirts zijn niet eetbaar.

Wapens in plaats van scholen

Pakistan zou volgens de Wereldbank kunnen rekenen op 4 procent groei. ‘En dan verloor de Pakistaanse economie een dikke 3 procent van haar groeipotentieel door het gecombineerde effect van de strijd tegen het extremistische geweld en het gebrekkige elektriciteitsaanbod’, zei Munawar Saeed Bhatti, de Pakistaanse ambassadeur in Brussel, in een recent gesprek met MO*.

Dat energietekort was volgens hem grotendeels toe te schrijven aan het feit dat investeerders geen vertrouwen hebben in een land in voortdurende oorlog met zichzelf. Hij had daaraan kunnen toevoegen dat de opeenvolgende regeringen in Pakistan nagelaten hebben zelf te investeren in ontwikkeling, zowel economisch als sociaal.

Ongeveer een derde van het Pakistaanse overheidsbudget gaat naar militaire uitgaven, een derde naar schuldaflossing en dan blijft er een klein derde over voor onderwijs, gezondheidszorg, overheidsadministratie en infrastructuur. En die verhouding is ooit nog slechter geweest.

Think

Vrede, duurzame ontwikkeling en sociale cohesie zijn de topprioriteiten voor de huidige generatie. Die drie streefdoelen zijn bovendien onderling afhankelijk, want als overheden niet investeren in de kansen en sociale rechten van hun burgers, oogsten ze een gepolariseerde samenleving die als uiterste consequentie uiteenvalt in –letterlijk– strijdende partijen.

‘Jij hebt mij nodig en ik heb jou nodig. Zonder elkaar zijn mensen tot niets in staat’, zong Aretha Franklin in Think. De grootste partij van Vlaanderen had dat nummer trouwens prominent op de playlist van haar nieuwjaarsfeest. Een opmerkelijke keuze, als je ze in Belgisch perspectief plaatst.